Kill your darlings: Andrew

Voor de nieuwkomers: er zijn een aantal verhalen (van dates) die het boek New York in 40 dates niet hebben gehaald. Schrijven is schrappen. Kill your darlings. Ik wil hier een paar van deze verhalen alsnog met je delen.


 

Andrew

New York, april 2009

Andrew heeft een fantastisch gevoel voor humor in zijn mailtjes en dat vind ik aantrekkelijk. Ik zou heel graag mijn leven delen met iemand die me ontzettend kan laten lachen. Als twee oudjes, op een bankje bij de vijver, in mijn Tena lady plassen van het lachen. Dat is mijn droom.

Op zijn foto ziet hij er een beetje uit als een klassieke nerd en daar is helemaal niets mis mee, zeker niet als hij me kan laten lachen. Hij is blond, draagt een bril en heeft een normaal postuur. We ontmoeten elkaar op een vrijdagavond in de Stone Rose Lounge, op de vierde verdieping van het Time Warner Center, een winkel centrum op Columbus Circle. Columbus Circle ligt aan de zuidwestelijke hoek van Central Park.

Ik vind het lastig om de bar te omschrijven, het is een lounge, en het doet mij denken aan een moderne hotelbar. De bar geeft je in ieder geval een mooi uitzicht over Columbus Circle en Central Park.

Bron: www.stoneroselounge.com
Bron: http://www.stoneroselounge.com

Andrew en ik staan aan de bar, in een nog bijna lege zaak. Ik heb Andrew gewaarschuwd: ik heb alleen maar tijd voor een drankje, misschien twee, want ik heb afgesproken met mijn logés uit Nederland voor het diner. We hebben een leuke conversatie, maar ik merk al snel dat hij erg enthousiast wordt over de mogelijkheden tussen ons, en ik niet. Ik heb al besloten dat dit hem niet gaat worden voor mij. Er is iets met het merendeel van de Amerikaanse mannen van zijn leeftijd – eind dertig – wat mij afstoot: ze horen zichzelf ontzettend graag praten, maar wat er uit komt is niet per definitie de moeite waard om naar te luisteren. Ze vinden zichzelf geweldig, in de piek van hun leven, hebben nog weinig tegenslag ondervonden en vloeken – zeker Andrew – veel meer dan mij lief is. Ik houd helemaal niet van vloeken, ik vind het onnodig agressief en negatief. Zo grappig vind ik Andrew in levenden lijve dus helaas niet. Daar gaat mijn Tena lady droom.

Wanneer Andrew een verhaal vertelt over aanraken, voelen en betasten, neemt hij zijn kans waar: hij zet zijn verhaal kracht bij door met de volle hand mijn bil beet te pakken. Ik ben perplex, ik ben gechoqueerd, maar ik doe op dat moment niets. De verontwaardiging komt bij mij pas veel later. Tegen de tijd dat ik weer thuis ben, roep ik tegen mijn visite: ‘Weet je wat hij deed?!’

Maar goed, na twee drankjes vertel ik Andrew dat ik moet gaan. We lopen naar de metro. Zijn station is een andere dan de mijne, en dichterbij, dus daar zeggen we gedag. Hij zet zich schrap door zijn voeten verder uit elkaar te zetten, hij staat er stoer bij. Hij trekt me, met een arm om mijn middel, naar zich toe en begint me te zoenen. Hoppa, vol op de mond. Dikke, natte tong erbij en alles. Hij vindt dat hij zich dat kan veroorloven, ik heb immers zijn hand ook niet van mijn bil afgeslagen en wellicht heb ik de verkeerde signalen afgegeven, maar ik duw hem nu toch vriendelijke doch dringend van me af.

‘Ik moet gaan,’ zeg ik.

‘Ik hoop dat we elkaar weer kunnen ontmoeten,’ zegt hij met een zelfgenoegzame grijns, ‘ik mail je morgen.’

‘Ja, oké Andrew. Fijne avond.’ Ik maak me vlug uit de voeten.

Eerlijk is eerlijk, Andrew didn’t stand a chance : na Xavier* is Andrew als een glas bier na een voortreffelijk glas champagne. En ik houd niet eens van bier.

(*Xavier is een verrukkelijke Fransman, die ik de avond ervoor ontmoet heb. Voor dat verhaal verwijs ik je naar mijn boek. Teaser!)

Choco-loco

Ik houd zó veel van eten dat ik als klein meisje droomde dat ik in iets gigantisch, iets eetbaars kon wonen: een gigantische macaroni, een gigantische appel of een dropje zo groot als een huis. Zoals James en zijn vrienden in James and the Giant Peach van Roald Dahl. Ik had het eetbare huis al helemaal ingericht.

Helaas is overgewicht – als ongewenst neveneffect van deze liefde – een probleem voor mij. Ik blijf zoeken naar gezond en lekker eten. Eten waar mijn geest en mijn lichaam het over eens kunnen worden.

Gelukkig vind ik ook genoeg gezonde dingen lekker, maar er is één gerecht wat een echte traktatie is, een volkomen verantwoorde traktatie, en dat eenvoudige recept wil ik jullie niet onthouden.

ChocoLocoChocolade pudding denk je? Niet dus! Dit toetje of deze snack is volkomen natuurlijk en minstens zo lekker als commerciële chocoladepudding of chocolademousse. Geen geraffineerde suiker, geen lactose, en als je de honing vervangt door bijvoorbeeld kokossuiker of stevia, is het ook nog eens volkomen plantaardig / veganistisch! Ik zal niet zeggen dat het gezond is – het bevat nog steeds veel calorieën – maar er zitten in ieder geval veel bruikbare voedingsstoffen in dit goddelijke goedje, zoals goede vetten en antioxidanten.

Er zijn een aantal variaties op dit gerecht, en ik neem de hoeveelheden nooit zo nauw, dus probeer wat je lekker vindt, experimenteer en wees creatief. De variabele ingrediënten zijn als volgt:

  • 1 rijpe avocado of 1 rijpe banaan (of beiden)
  • 3-4 eetlepels cacao (hoe meer cacao hoe ‘puurder’ de smaak)
  • 1 theelepel honing (als je banaan neemt in plaats van avocado, dan heb je geen honing of zoetstof nodig. Als je veganist bent, neem dan bijvoorbeeld kokossuiker)
  • 1 eetlepel noten(pasta), je kunt een potje pasta kopen, of – als je blender of mixer sterk genoeg is – wat noten door het gerecht doen, bij voorkeur rauwe cashewnoten of amandelen
  • Eventueel kokosmelk of amandelmelk
  • Eventueel vanille
  • Eventueel een klein snufje zout (smaakversterker)

Je kunt dit gerecht met de hand maken: avocado en/of banaan fijnprakken met een vork, flinke dosis cacao er bij, notenpasta (in dit geval moet het wel al pasta zijn) en eventueel honing. Als je deze mix te dik vindt, dan kun je er kokosmelk of amandelmelk bij doen.

Persoonlijk gebruik ik mijn NutriBullet – tot voor kort de Magic Bullet – om dit gerecht te maken. Even tussendoor: ik ben echt verzot op mijn Bullet! Ik heb vier Magic Bullets versleten en ben sinds kort overgestapt op de nieuwe NutriBullet, deze is krachtiger dan de MagicBullet. Het is verreweg het meest gebruikte apparaat in mijn keuken, samen met mijn waterkoker. Als je van sappen en van smoothies houdt, investeer dan in de NutriBullet (en nee, ik word niet gesponsord door de fabrikant, ik ben echt een fan).

Hoe dan ook, dit is hoe ík de avocado chocolade pudding maak: ik neem een handje amandelen en laat ze een nacht weken in wat water. Niet afgieten, de volgende dag fijn maken in de NutriBullet (of blender, of met een staafmixer); in feite heb ik nu mijn eigen amandelmelk gemaakt. Dan, avocado en/of banaan er bij, flinke dosis cacao, eventueel honing en als het nog niet dun genoeg is, kokosmelk er bij. Hoe meer kokosmelk, hoe meer het een chocolade mousse wordt. Mixen. Klaar!

Probeer het een keer en be prepared to be amazed!

Enjoy!

Intieme geluiden

Soms hoor je geluiden van je buren die je liever niet wil horen. Dan bedoel ik dus niet geluiden van ‘de daad’, want daar heb ik persoonlijk helemaal geen moeite mee. Sterker nog, ik vind het alleen maar leuk om te horen dat mensen het naar hun zin hebben. Hoe kun je je daar nou aan storen? Er mag veel en luidruchtig gevreeën worden wat mij betreft.

Ik zat ooit met mijn toenmalige vriend op een terrasje in het betoverende Verona in Italië. Het was een warme zomerdag en er stonden vijf minuscule tafeltjes tegen de gevel van een even klein café. De straat was smal en koel. We deelden het terras met twee andere stellen en rechtsboven ons, op de eerste verdieping, stond een raam open. Langzaam, maar steeds harder en steeds duidelijker, bereikten ons de zuchten van een zwoel liefdesspel. Een liefdesspel dat zo te horen – zij was luider dan hij was – voor beide partijen nu toch rap richting een hoogtepunt ging. Op het terras hielden we onze adem in en we keken elkaar met grote, glimmende pretogen aan. Binnen enkele minuten bereikte in ieder geval de vrouw haar kookpunt; als een fluitketeltje ging ze af. Eerst werd het doodstil, en toen begonnen we met z’n zessen spontaan te klappen.

Nee, die geluiden bedoel ik dus niet.

Ook niet het geluid van de buurvrouwen die in de schaduw voor mijn huis zitten te keuvelen, of de kinderen die om het hardst schreeuwen in het steegje achter mijn huis. Nee, het gaat om mijn buurman. Ik denk dat hij een keelaandoening heeft. Met grote regelmaat komt er een rochelgeluid overwaaien dat mij in elkaar doet krimpen van walging. Ik vraag me oprecht af of ik hem moet voorstellen om eens naar de dokter te gaan. Het is een verder gezond ogende man van achter in de veertig die al jaren niet meer rookt, maar met tussenposen van dertig seconden tot een minuut brengt hij een geluid voort waar ik werkelijk onpasselijk van word. Maar ja, wat kun je daar nou van zeggen?

“Zeg, buurman, dat is niet goed hoor! Zou je daar niet eens naar laten kijken?”

Dat kun je toch eigenlijk niet maken bij iemand die je verder nooit spreekt behalve als hij een pakje voor je aanneemt? Iemands gezondheid is te intiem, lijkt het wel. Zo veel intiemer dan waar je aan dacht toen je de titel van deze post las.

De zomer komt er weer aan, heerlijk. Ramen en deuren gaan weer open, maar het vervelende met iets dat je liever niet wilt horen, is dat je er op gaat zitten wachten. Ken je dat? Tot je alleen nog maar dat hoort wat je niet wilt horen. Het steekt boven alle buurtgeluiden uit, het springt er uit. Ik zou liever horen dat hij van tijd tot tijd een vriend(in) over de vloer heeft, of dat hij uit volle borst met Hazes meezingt, dan kan ik gewoon af en toe mijn duim naar ‘m opsteken, of spontaan gaan applaudisseren.

Kill your darlings: Personal trainer

Voor de nieuwkomers: er zijn een aantal verhalen (van dates) die het boek New York in 40 dates niet hebben gehaald. Schrijven is schrappen. Kill your darlings. Ik wil hier een paar van deze verhalen alsnog met je delen.


Personal trainer

New York, juli 2009

Op vrijdag heb ik een date staan met Mike om een koffie te drinken tijdens een late lunchpauze. We spreken af in Le Pain Quotidien op de hoek van 8th Street en 5th Avenue, vlak bij Washington Square Park. Le Pain Quotidien is een keten, met meerder vestigingen in New York en over de wereld, waaronder ook in Amsterdam. Aanrader!

Mike is een bijzonder lekker ding. Zo’n man waar je je tanden in wilt zetten. Hij is bijna twee meter lang en bijna net zo breed. Echt een stuk, een spetter. Denk aan een knappe Amerikaanse rugby speler, of American football speler moet ik zeggen, met Amerikaanse trekken zoals een brede kaaklijn, licht blauwe ogen en donker haar. Hij komt overigens uit Texas.

Ik ben dus erg enthousiast over zijn uiterlijk, de foto’s beloven een bijzonder aangename ontmoeting, maar naarmate we meer en meer corresponderen begin ik een beetje te twijfelen aan zijn intelligentie en ik word toch wel erg opgewonden van iemand met hersens. Bovendien is hij eigenlijk op zoek naar iemand die in shape is en dat ben ik dus duidelijk niet. Maar goed, we ontmoeten elkaar dus hij vindt mij blijkbaar voldoende in shape en ik ben deze keer erg oppervlakkig: ik ga puur op zijn uiterlijk af.

Gelukkig blijkt dat ik het weer helemaal mis heb; er zit een prima stel hersens op en het is ook nog eens een bijzonder aardige man. Hij is enorm, maar niet alleen maar spieren, gewoon lekker massief. Er zit best een isolatielaagje omheen, net als bij mij. Mike is een personal trainer, maar niet – zoals ik in eerste instantie dacht – alleen voor de sportschooljunkies, maar ook bij mensen thuis, mensen die moeten revalideren bijvoorbeeld en hij doet aan gymnastiek voor ouderen. Hoe schattig is dat?!

Hij is in de veertig, halverwege schat ik. Een aantal jaren geleden is Mike zijn eigen koffiezaak begonnen, maar door de recessie ging het helaas op de schop. Nu is hij hard bezig alles af te betalen. Hij vertelt het zonder wroeging en hij praat met heel veel passie over koffie. Leuk.

Na de koffie, die bij Le Pain Quotidien echt heerlijk is, gaan we ieder weer onze eigen weg. Buiten, voor de ingang geeft hij mij een stevige knuffel, een volle kus op mijn mond, pakt me bij mijn pols en kijkt me diep in mijn ogen.

‘E-mail me,’ zegt hij dwingend.

‘Doe ik,’ antwoord ik terwijl ik langzaam in een natte dweil verander.

Het is er vreemd genoeg nooit van gekomen, dat mailtje. Stom he? Ik weet ook niet waarom niet. Hij had me toch zó op het aanrecht gezet, zei hij. Hhhguh.. (schaapachtig lachje).

Ik houd mezelf maar voor dat sommige ervaringen in je fantasie zoveel fantastischer zijn. Soms is de verzonnen versie zo heerlijk, dat je het niet wilt vertroebelen met de werkelijkheid. Slap excuus, maar that’s my story and I’m sticking to it!

Ik denk nog wel eens aan Mike. Aan dat enorme lijf, die kracht, de hand om mijn pols en zijn blik. Dan glimlach ik tevreden met alles wat had kunnen zijn. De herinnering is het enige paradijs waaruit wij niet verdreven kunnen worden, zei iemand ooit tegen mij. Dat geldt ook voor de fantasie.

Mag het licht weer uit?

Wat ik vorige week schreef: verwacht je spanning, dan loopt alles als een zonnetje, maar ga je vervolgens een dagje naar Amsterdam dan kom je in een schitterend avontuur terecht.

Ik had afgelopen vrijdag een afspraak voor een interview met een journaliste van het blad Grazia (het interview komt als het goed gaat in week 15 in de Grazia te staan). Ik stond ’s ochtends nietsvermoedend op het station in Dordrecht toen ik het nieuws hoorde: “Wegens een stroomstoring in Noord-Holland is er geen treinverkeer mogelijk van en naar Schiphol en Amsterdam.” En dan de legendarische woorden: “De NS heeft geen alternatief reisadvies.” Dan weet je dat het écht goed fout zit. Gelukkig had ik een ruime marge op mijn reistijd genomen. Eerst maar eens naar Rotterdam, dan kijken we wel weer verder, dacht ik. Er stond een sprinter van Rotterdam naar Amsterdam in de NS app die nog niet was vervallen. Deze zou via Gouda naar Amsterdam gaan, dus wellicht dat dit een optie zou zijn. De sprinter stond te wachten en inderdaad, met een vertraging van 15 minuten vertrok deze richting Gouda. Mooi. Muziekje in de oren, laptop op tafel. Alles komt goed.

We stonden in Gouda toen – zonder waarschuwing – de eindbestemming van de trein weer in Rotterdam veranderde. Shit! Laptop dicht, snel de sprinter uit. En nu? Naar Utrecht dan maar.

Mijn afspraak liet in de tussentijd weten dat in Haarlem de lichten weer waren aangegaan, dus misschien dat, tegen de tijd dat ik in Utrecht zou zijn, de stroomstoring ook wel weer verholpen zou zijn. Hoe erg kon het zijn?! Maar ook het perron van Utrecht stond nog vol met mensen die een beetje verloren om zich heen stonden te kijken. Ik liep richting de trap. Een zakenman kwam mij tegemoet lopen, we keken elkaar aan en haalden onze schouders op.

“Tja… hoe kom ik nu in Amsterdam?” zei hij.

“Tja… “ zei ik.

“Zullen we een taxi delen?” vroeg hij

“Waar moet je naar toe?”

“Amsterdam Amstel”

“Perfect!” riep ik en stuurde het bericht naar de journaliste dat alles goed zou komen, dat onze afspraak in Dauphine zou kunnen doorgaan als gepland, zij het ietsje later. De zakenman en ik hebben nog even gekeken naar de bus, maar bij het zien van de rijen besloten we dat dat ook geen optie was. Dan maar even de portemonnee trekken. We hadden genoeg om over te praten onderweg, de taxi was luxe en comfortabel. Het kostte een paar tientjes, maar ze waren goed besteed en voor Amsterdam Amstel hebben de zakenman en ik onze gegevens uitgewisseld.

Na het interview reden de treinen nog steeds niet naar behoren. Dan maar even de stad in, naar Hoppe voor een borrel en een portie overheerlijke bitterballen. Er schuilt een heerlijke berusting in ‘overmacht’.

“Beschaafd biertje,” zei ik tegen de man naast me aan de bar die het populaire brouwsel uit een cola glaasje dronk. Hij was op stap met een goede vriend en na een aantal glazen aan de bar bij Hoppe moest ik toch echt even mee naar ’t Doktertje, de kleinste kroeg van Amsterdam, aldus de heren. Toen ik uiteindelijk ’s avonds om half negen – en vier whisky’s later – op het station kwam, reden de treinen nog steeds niet volgens schema, maar ik ben zonder al te veel vertraging toch nog thuisgekomen.

Ik heb me kostelijk vermaakt vrijdag. Ik heb nieuwe vrienden gemaakt en nieuwe zaken ontdekt. Creëer maar wat vaker chaos in Nederland, wat mij betreft, het brengt mensen dichter bij elkaar. Zoals iemand in de kroeg terecht opmerkte: “Ik ben benieuwd hoeveel baby’s er over negen maanden geboren worden.”