Schrijversvakschool Recycled #1

Voor wie dat nog niet had meegekregen, op zaterdagen zit ik op de Schrijversvakschool in Amsterdam. Aan het begin van het schooljaar had ik alle intentie om stukjes huiswerk te hergebruiken op mijn blog, maar buiten een paar brouwseltjes voor poëzie heb ik dit eigenlijk nooit gedaan. Vandaag dus een primeur. Dit was een schrijfopdracht voor onze lessen Schrijftraining. Voor wie het ook wil proberen, dit was de opdracht:

In de les: Beschrijf een vrouwelijk personage; wat zijn haar gewoontes, wat zijn haar afwijkingen, haar haardracht, haar kleding.

Huiswerk: Het is 8.30 ’s ochtends. Er klinkt een oorverdovende knal. Op 1 hoog loopt een vrouw (jouw personage?) naar het raam en kijkt naar de overkant, waar het gordijn wordt opengeschoven. Beschrijf de situatie vanuit de vrouw + vanuit het personage aan de overkant. Er is geen dialoog tussen de twee. Circa 500 woorden.

Op één hoog

Als ze het donkerblauwe velours gordijn opzijschuift, ziet ze dat de rode nagellak van haar rechtermiddelvinger afgebladderd is. Ze fronst. Niet vergeten bij te werken voor Steven komt. Het zonlicht tuimelt door de spleet de woonkamer binnen, op de nagenoeg lege laminaatvloer. Alleen het hoognodige om het gezellig te maken staat hier. Ze gebruiken het appartement alleen op vrijdag. Het stof uit de gordijnen danst in de gouden lucht. Niet vergeten nog even een Swiffer doekje over de vloer te halen voor Steven komt.

Ze had de vibratie door het hele gebouw gevoeld. Zelfs de spiegel in de badkamer had getrild in de kleine metalen klemmen waarmee het aan de badkamermuur bevestigd is.

Met haar gezicht dicht bij het glas in de balkondeuren kijkt ze links en rechts de straat in. Ze ziet niets ongebruikelijks. Ze maakt de deuren naar het Franse balkon open en leunt een klein stukje over de balustrade. Ze kijkt of ze rookwolken ziet, of stofwolken misschien, maar er valt niets ongebruikelijks te ontdekken. Aan de overkant, op de begane grond, beweegt het zwarte gordijn. Nu ze het gezicht van een Aziatische vrouw achter het raam ziet verschijnen, beseft ze dat ze er altijd vanuit is gegaan dat het huis leegstond. Ze trekt haar badjas verder dicht en trekt zich terug. Ze sluit de deuren en de gordijnen, maar laat een kleine kier tussen de gordijnen. Ze kijkt naar de vrouw aan de overkant. De knal heeft dingen aan het licht gebracht die het misschien niet kunnen verdragen.

Aan de overkant

Dit was een overwinning, dacht ze, dat ze naar het raam durfde te lopen en de gordijnen open durfde te doen. Ze liet de wereld binnen, ze durfde naar de wereld te kijken. Ze gunde zichzelf een kleine glimlach. In haar land, vroeger, zou ze onder een tafel of onder het bed gekropen zijn, zoals haar juf haar dat had geleerd. De juf. Haar glimlach verdween. Ze wilde haar handen op haar oren leggen om het smeken van de juf niet weer te horen, of de stemmen van de soldaten. Het lachen van de mannen was het ergst geweest, dat geluid achtervolgde haar in haar nachtmerries. Ze kon zich beheersen. Haar oren dichtdrukken zou niet helpen, wist ze inmiddels.

Ze dwong zichzelf naar buiten te kijken, de straat uit te kijken, proberen te ontdekken waar de knal vandaan gekomen was, maar er was niets te zien, niets te horen behalve de bekende straatgeluiden. Haar gordijnen waren altijd dicht, maar ze kon navigeren op de geluiden.

Vanuit haar ooghoek zag ze de vrouw op één hoog, aan de overkant. De keren dat ze door een kier in de gordijnen naar buiten keek, of de enkele keer dat ze buiten kwam, had ze daar nog nooit mensen gezien of licht zien branden. De gordijnen waren altijd dicht geweest, bedacht ze nu. De vrouw aan de overkant trok zich snel terug. De knal had dingen aan het licht gebracht die het misschien niet kunnen verdragen.

 

Diana’s Zongedroogde Tomaten Tapenade

Voor dit simpele recept krijg ik zoveel positieve feedback dat ik het jullie niet wil onthouden, ook al zijn recepten niet het meest populaire onderwerp op mijn blog.

Het is mijn ‘signature dish’ zoals mijn Engelstalige vrienden het noemen, mijn ‘party trick’, het recept waar ik mee scoor. Het is zo simpel dat het bijna lachwekkend is. Diana’s Zongedroogde Tomaten Tapenade.

Het is een smeerseltje van eigen creatie. Er is namelijk een tijd geweest waarin ik experimenteerde met smeerseltjes – tapenade, hummus, pesto – net zoals ik een tijdje heb geëxperimenteerd met tiramisu – met Cointreau, met Grand Marnier, met Amaretto, met Tia Maria. Mijn conclusie daar: een tiramisu met Cointreau, sinaasappelschil en brokjes pure chocolade, is… hemels.

Maar goed, mijn tapenade van zongedroogde tomaat dus. Drie ingrediënten – zongedroogde tomaten, pijnboompitten en knoflook – en een keukenmachine of een staafmixer. Zelf gebruik ik hiervoor de nutribullet van magic bullet. (Zie hier mijn à propos promotie voor de NutriBullet, ik ben een oprechte fan, ik word niet gesponsord!)

Ingrediënten:

  • 1 potje zongedroogde tomaten op olie, liefst zo puur mogelijk, liefst zonder kappertjes etc. ik gebruik altijd het huismerk van de Spar. Die vind ik het lekkerst. De vorige versie van dit merk – van vóór de productvernieuwing – had nog minder toevoegingen en vond ik nóg lekkerder, maar vooruit.
  • 1 (flinke) hand vol pijnboompitjes.
  • 1 grote teen, of 2 kleine tenen knoflook.

Mixen tot het een gladde puree / tapenade is. Klaar. Ik serveer het met brood of crackers, maar ik betrap mensen erop dat ze het overal op of onder smeren; komkommer, vlees, roomkaas, tortillachips… Ik houd het bij brood, toastjes of crackers.

Eenvoudiger kan het niet, en ik kan je niet vertellen hoeveel succes ik heb met deze eenvoudige mix, hoe vaak ik dit recept heb ‘moeten’ delen. Bij deze dus. Voortaan verwijs ik naar mijn blog.

Enjoy!

 

Aan de bar bij Hoppe #1

‘Zo, dus jullie hebben elkaar gevonden,’ zegt de oude man.

Bas en ik kijken elkaar aan. Ik begrijp waar de man het over heeft, maar Bas heeft werkelijk geen idee. Ik knijp mijn ogen toe en laat Bas weten dat hij deze aan mij over kan laten.

‘Ja,’ antwoord ik. Opgelost.

Ik heb helemaal geen zin om de beste man uit te leggen dat ik Bas tot anderhalve minuut geleden helemaal niet kende, en dat ik helemaal niet op zoek was naar Bas.

‘Jahaa,’ zegt hij tegen Bas, die hem nu aankijkt, ‘ik zag haar wel kijken hoor. Maar jullie hebben elkaar gevonden. Fijn.’

Bas draait zich terug naar mij en kijkt mij met grote ogen aan. Waar gáát dit over, zie ik hem denken.

Twee minuten geleden kwam ik via de zijingang het Amsterdamse café Hoppe binnen. De zijingang zit aan de Heisteeg, de hoofdingang zit aan de Spuistraat, of aan ’t Spui eigenlijk. Ik heb afgesproken met Esther en scan de zaak of ik haar al zie. Vanuit mijn ooghoek zie ik de oude man zitten en mij aandachtig opnemen. Ik heb hem wel gezien, ook al doe ik net alsof dat niet zo is, want hij heeft zijn mond al geopend om iets te zeggen, al weet hij zelf nog niet wat.

Ik loop door daar voren, naar de hoofdingang en wring me in een plekje aan de bar. Ronald, achter de bar, geeft me drie zoenen en vraagt wat ik wil drinken. Chardonnay vandaag. Ik stuur Esther een whatsapp berichtje dat ik voorin sta.

‘Zo,’ begint de lange man naast mij zodra ik de telefoon weer in mijn zak stop, ‘ook tijd aan het overbruggen?’ Ik kijk hem vragend aan. ‘Omdat je hier alleen bent,’ voegt hij er aan toe.

‘Ik wacht op iemand, ja.’ Dat kwam er misschien iets onvriendelijker uit dan ik bedoelde. Ik corrigeer mijn toon: ‘Jij bent ook tijd aan het overbruggen dus?’

‘Ja.’

‘Van wat naar wat dan?’ vraag ik.

‘Ik kom net van kantoor, hier om de hoek. Ik ga zo maar ergens wat eten denk ik.’

Ik wil hem zeggen dat dat geen overbruggen is, want overbruggen doe je van de ene afspraak naar de andere afspraak. Niet van een afspraak naar geen afspraak. Maar goed, ik houd mijn gedachten voor me, want ze klinken erg betweterig en mierenneukerig.

‘Oh,’ zeg ik dus alleen maar. Voor ik kan vragen wat hij voor werk doet, want het is zaterdagmiddag, en dat zijn geen kantoortijden, worden we onderbroken door de oude man. Hij steunt op zijn wandelstok wanneer hij voorbij loopt en ons laat weten hoe fijn hij het vindt dat twee (relatief) jonge mensen elkaar gevonden hebben. Achter de man loopt een mooie oudere dame. Statig, keurig gekleed en keurig opgemaakt, met een vage glimlach om haar mond en een beleefd afwezige blik. Een vrouw die al minstens vijftig jaar deze glimlach opzet als haar man vreemden aanspreekt, met dergelijke goedbedoelde maar nietszeggende opmerkingen. Die twee hebben elkaar ook gevonden.

Hè, fijn.

 

Pensioneren

Veel mensen zijn jaloers op mijn baan, en zeker in een tijd dat zo veel mensen geen baan hebben, mag ik natuurlijk in mijn handjes knijpen, want laten we wel wezen: terwijl Nederland na één dag lente van schrik meteen weer natgeregend wordt, zit ik lekker met mijn aanzienlijke achterwerk op een bankje langs de haven van Faro, Portugal. Met gemak 23 graden in het zonnetje.

Daar staat dan wel tegenover dat ik in mijn eentje op dat bankje zit, alleen achter een glas wijn, alleen aan het avondeten en alleen aan het ontbijt. Dat is heus niet altijd leuk. Nou ja, boehoe, ik wil alleen maar even aangeven dat het ook echt geen vakantie is.

Ik had een directe vlucht vanaf Rotterdam The Hague Airport naar Faro, dat is ontzettend fijn! Met Transavia, dat is dan een beetje jammer. Hele vriendelijke bemanning, geen verkeerd woord daarover, maar het is wel een beetje proppen in zo’n vliegtuig. En erg streng met de bagage natuurlijk, maar dat weten we. Het meisje doet ook maar gewoon haar werk en uiteindelijk heeft ze me toch weer gematst, dus nogmaals: geen verkeerd woord over de mensen van Transavia. Ik ben gewoon te groot voor de Transavia vluchten. Zal ik het zo stellen?

Op de vlucht naar Faro ben ik in ieder geval een van de jongste. Vergrijsd Nederland trekt massaal de Algarve in, en geef ze eens ongelijk: zon, zee, hartelijke mensen, lekker eten, en goedkoop! Vriendelijke heren van in de zestig en in de zeventig nemen mij gemoedelijk op, een knipoog hier en daar. De vrouwen pakken boterhammen uit, lezen tijdschriften of spelen Candy Crush. Het stel dat naast mij in het vliegtuig zit, koopt een wijntje bij hun broodje zalm. Weer een knipoog.

Nadat ik, eenmaal in het prachtige, lieflijke Faro, een rondje heb gelopen en even het zonnetje heb meegepikt, haal ik wat te eten en te drinken bij de supermarkt. Er staat wel ‘supermercado’ op de gevel, maar ik overdrijf niet als ik zeg dat 90% van het oppervlak van de winkel is gevuld met drank. Het is dus een slijterij die ook wat kaas en nootjes verkoopt. De eigenaar van de winkel ontkurkt de fles witte wijn voor me, want een kurkentrekken heb ik niet bij me. Ik werk die avond, ik word erg productief van hotelkamers. Er is weinig anders te doen en TV kijken interesseert me niet.

’s Ochtends aan het ontbijt is het rustiger dan ik had verwacht. Ik ben natuurlijk zakentijden gewend, geen pensionado-tijden. Of misschien zijn ze al geweest en zijn ze weer even terug in bed gekropen. Heerlijk lijkt me dat, pensioneren.

De mannen die er zijn aan het ontbijt eten met concentratie, de vrouwen spelen Candy Crush op de tablet. Hetzelfde als thuis, denk ik dan, maar dan met betere temperaturen en een veel beter uitzicht. Een Engelse vrouw van eind zestig praat hard en met volle mond tegen haar man. Het is een onsmakelijk gezicht en gehoor, je hoort dat de broodkruimels in het rond vliegen.

Ik ga maar eens aan het werk. Nog 26 jaar tot aan mijn pensioen. Hoe zou het er hier dan uitzien? Dan zijn we met 9 miljard mensen op de planeet. Waar gaan we dan heen voor onze rust? De maan?