Aan alles komt een eind

Lieve lezers: een goede jaarwisseling gewenst, en al het goede voor 2016!

Het is leuk dat jullie zo enthousiast zijn, maar het was natuurlijk niet de bedoeling dat jullie massaal de Literaire Juweeltjes zouden gaan inslaan. Hemel en aarde heb ik bewogen om het laatste deel van 2015 te kunnen bemachtigen, uiteindelijk via de Bruna in Laren!

Inmiddels kan ik je wel, redelijk accuraat, vertellen waar je zoal Bruna winkels in Nederland kunt vinden. Dat is dan weer handig voor een volgende keer.

Deze december uitgave, geschreven door Hans Dorrestijn, wilde ik erg graag hebben omdat ik Hans heb mogen ontmoeten. Dan ontwikkel je toch direct een zwak, of een voorkeur, voor iemand; iemand die je hebt gezien, gehoord, gevoeld (hand schudden) en geroken (onbewust).

Het ging als volgt:

Eind februari van dit jaar (2015), mocht ik naar de studio van Koos Breukel om mijn auteursportret te laten maken (zie het portret bovenaan dit blog). Singel Uitgeverijen was sinds een aantal maanden zelfstandig en had Koos Breukel gecharterd om iedereen in dezelfde sfeer vast te leggen voor de nieuwe website.

Koos Breukel is nou niet bepaald de minste, hij maakt prachtige Rembrandt-achtige portretten, het liefst (naar eigen zeggen) van mensen met een handicap. Zo heeft hij foto’s gemaakt voor de brandwonden stichting, en van mensen die blind of gedeeltelijk blind zijn. Hij vindt juist de imperfectie zo mooi (zei hij toen ik vroeg of hij het wondje op mijn kin zou willen retoucheren). Daarnaast heeft hij veel bekende Nederlanders geportretteerd en heeft de staatsieportretten van Willem-Alexander en Koningin Máxima mogen maken.

Zelf is Koos een heerlijke nuchtere man die zijn schouders ophaalt over dit alles en alleen maar bezig is met zijn kunst, niet met alle media aandacht daaromheen.

Hij heeft een fijne studio in de Schinkelbuurt in Amsterdam. Ik zeg fijne studio omdat het een glazen dak heeft en er dus veel daglicht binnenkomt, dat geeft al meteen een prettige sfeer.

Ik kom op die dag in februari de studio binnen en wordt welkom geheten door een uiterst vriendelijke, mannelijke assistent. Die dagen is het lopende-band-werk bij Koos, de uitgeverij heeft hem en zijn studio volgens een strak schema volgeboekt. Ik hoor en zie de flitsen vanuit de achterkamer komen.

‘Mag ik kijken?’ vraag ik aan de assistent.

‘Natuurlijk. Hans Dorrestijn wordt nu gefotografeerd.’

Ik loop naar achteren. Na nog een paar foto’s zijn ze klaar, ik schud beide heren de hand.

‘Kan ik een taxi voor je bellen, Hans?’ vraagt Koos.

‘Nee, mijn chauffeur komt mij zo halen.’

Koos en ik kijken elkaar aan.

‘Chauffeur,’ zeg ik. ‘Zo!’

Hans lacht een beetje gegeneerd. ‘Uit pure noodzaak hoor,’ zegt hij, ‘ik kan niet rijden. Ik heb geloof ik wel zeven keer afgereden. Toen heb ik het maar opgegeven.’

Koos en ik lachen nu ook.

‘Ik word er zo zenuwachtig van. De laatste keer heb ik een paar valiumpillen ingenomen en mijn vrouw is achter ons aangereden om te kijken hoe het ging. Ze zei me later dat het goed ging, maar toch was ik weer gezakt.’

‘Misschien waren de valiumpillen niet zo’n goed idee, Hans,’ zeg ik erg bijdehand.

Hans wordt opgepikt door zijn chauffeur. Ondertussen komt er een weinig sympathieke vrouw binnen met koffers. Het blijkt de styliste te zijn van Stella Bergsma. (Chauffeur, styliste. Doe ik toch iets niet goed, denk ik.) De kinderen van Koos komen uit school en komen hun vader even gedag zeggen.

Ik mag plaatsnemen op de kruk, onder de lampen.

Stella is inmiddels binnengekomen en blijkt zelf een ontzettend vriendelijke en attente jonge vrouw. Het boek van Stella (Pussy album) verschijnt in februari 2016.

Herman Clerinx is overgekomen uit België en kijkt vanaf de zijlijn rustig toe, kop koffie in de hand, hoe de vrouwen druk in de weer zijn met poseren, kleding en make-up.

Ik ben binnen twee minuten klaar, of Koos is binnen twee minuten klaar met mij moet ik zeggen. Een compliment natuurlijk, maar ik vind het wel jammer. Het is hier erg gezellig en ik zou nog wel wat langer willen blijven. Maar ja, aan alles komt een eind.

Ook aan 2015! Nogmaals: een goede jaarwisseling en al het goede voor 2016!

Kunst-werk

Zo. Hè. Fijn. De kortste dag is weer geweest, de dagen worden weer langer! Ik weet het, ik moest gewoon niet zeuren vorige week; deze winter is heerlijk mild, iedereen loopt te tobben met de kerstkaarten, iedereen neemt een paar extra kilo mee het nieuwe jaar in en ja, natuurlijk, het is ontzettend gezellig allemaal. Ik weet het, ik weet het. Maar die boom, daar blijf ik bij. Die komt er bij niet in!

Maar genoeg daarover. Wat mij nou weer overkomt vorige de week; een collega staat woensdag aan mijn bureau en vraagt: ‘Laat die portretfoto’s van jou nog eens zien?’ Het gaat om de portretfoto’s voor ons bedrijfsprofiel en deze zijn gemaakt door een kennis van hem. Mijn collega fotografeert zelf ook en is benieuwd naar het resultaat. Ik krijg de zeer attente opmerking, die ik desalniettemin niet al te serieus neem: ‘Je zou model moeten zijn.’

Diezelfde middag nog krijg ik een mailtje uit een compleet andere hoek, van Jeanne, of ik model zou willen zitten voor een foto/filmpje. Weer zo’n geval van bizar toeval, de opmerking en het verzoek, zo vlak achter elkaar.

Natuurlijk wil ik model zitten, ik ben namelijk overal voor te porren, zeker binnen ‘de kunsten’.

Wat is er allemaal aan de hand: in februari 2016 opent er in ons prachtige Dordrechts Museum een expositie over/van de Nederlandse schilder Godefridus / Godfried Schalcken (1643-1706).

Het is de bedoeling dat de expositie wordt begeleid door een kort filmpje met daarin onder andere tekst en uitleg van de curator. Ter afwisseling worden eventueel wat beelden gemonteerd over de werkwijze en de unieke belichting van Godfried, hij gebruikte namelijk vaak kaarslicht als de lichtbron in zijn werk.

Godfried Schalcken kan het ons niet meer op film laten zien, maar fotografen experimenteren met licht zoals de oude meesters dat deden in hun schilderijen. Zo ook Mark Isarin in Dordrecht. Hij probeert de belichting van Rembrandt te gebruiken in de fotografie.

Mark heeft geprobeerd twee schilderijen van Godfried te reconstrueren en ik hoefde alleen maar heel stil te zitten want de sluitertijd is relatief lang bij kaarslicht. Geen make-up had ik zelf bedacht, maar pure Hollandse welvaarts blosjes.

Ondertussen werden we gefilmd door Jeanne van der Horst en Annemarie Strijbosch.

Uiteindelijk gaat het om het filmmateriaal, maar het is nog maar de vraag hoeveel er van bewaard blijft: in alle kunstvormen geldt ‘Kill your darlings’, dus ik houd er rekening mee dat ik mijn filmdebuut (weer) niet ga halen. (Dit doet me denken: toen ik een jaar of 17 was kreeg ik de hoofdrol in een Nederlandse speelfilm, van een compleet onbekende Dordtse producent. Het project is nooit van de grond gekomen, maar ik moet het script en het contract nog wel ergens hebben liggen denk ik.)

Ik houd er in ieder geval een uniek paar foto’s aan over, een leuke herinnering en een apart verhaal.

b8c5c8b1-4d41-496e-97f2-fe8cb9bb13cb-original

De tentoonstelling, onder de titel ‘Schalcken – kunstenaar van het verleiden’, is vanaf 21 februari te zien in het Dordrechts Museum.

Árboltarier

Ik wil liever positieve dingen plaatsen, maar deze week ga ik dan toch even mijn gal spuwen.

Ik heb een hekel aan de decembermaand!

Zo, het hoge woord is eruit.

December is te koud, het is te donker. De laatste dagen voor de zonnewende, de dagen die zo heel kort zijn, vind ik verschrikkelijk. Als de kortste dag (21 of 22 december) is geweest en we weer de goede kant opgaan, dan gaat het wel weer. Tot de zomerwende, want dan denk ik: oh nee! De dagen worden weer korter. Maar goed, dat zien we over zes maanden dan wel weer.

Dan word je dik van de decembermaand want er zijn veel te veel verleidingen in de vorm van suiker, chocolade, etentjes en alcohol, en daar komt bij: geen tijd en geen zin om naar de sportschool te gaan.

Het is natuurlijk een dure maand. Dan komen wij er in Nederland nog ontzettend goed vanaf. Het boekje (een roman) ‘Skipping Christmas’ van John Grisham geeft een lekkere satirisch kijk op de kosten die de Kerst voor de Amerikanen meebrengt. Onvoorstelbaar.

En dan krijgen we half december het kerstkaarten dilemma. Elk jaar ben ik weer te laat met mijn kerstkaarten, en elk jaar neem ik me voor het volgende keer anders te doen (elk jaar neem ik me ook voor om het gewoon helemaal niet meer te doen, maar dat durf ik dan weer niet). Elk jaar heb ik weer een verlammende ‘social angst’: wie moet ik een kerstkaart sturen? Ben ik iemand vergeten? Is dat stel nog wel bij elkaar? Et cetera.

‘Het feest van de lichtjes,’ zeggen mensen dan. ‘Dat is toch gezellig?’

Gezellig?! Gezellig?! Vind je dit gezellig? Luister en huiver: een frisse jonge dennenboom heeft jarenlang haar takken verlangend naar de zon gestrekt, heeft met haar wortels de aarde omwoeld op zoek naar levenssappen, om vervolgens begin december oneerbiedig te worden neergehaald. WHAM! Haar halsslagader bruut doorgesneden, haar nog fris geurende groene lijf in netten verpakt en zodra Sinterklaas en zijn hofhouding weer op de boot zitten, liggen de karkassen opgestapeld in de supermarkt en op de markt. Een paar weken lang staat haar ranke lijfje dan, op macabere wijze versierd, in een muffe woonkamer, tot ze begint te rotten en ze haar naalden loslaat…

Als klein meisje werd ik al immens droevig bij het zien van de naalden op de grond, aan de voet van de kerstboom. Elke dag verloor ze er weer meer dan de dag ervoor. Ik wist het al op jonge leeftijd: ik word árboltarier! Als ik groot ben, zal ik nooit een kerstboom nemen.

Literaire Juweeltjes

In het begin van het jaar heb ik mezelf voorgenomen om 50 boeken te lezen in 2015 (Hebban is begonnen met de 2016 Reading Challenge, maar ik was ze mooi voor). Ik wilde voornamelijk Nederlandse schrijvers gaan lezen, want ik merkte dat ik de laatste jaren (onder andere vanwege mijn tijd in New York) vooral veel Engelstalige boeken heb gelezen, iets wat tijdens het redigeren van mijn eigen boek duidelijk naar voren kwam; mijn anglicismen.

Nederlandse schrijvers dus. Niet ‘Nederlandse boeken’, want ik lees liever in de taal van de schrijver en geen vertalingen. Ik ben namelijk erg geïnteresseerd in wat de schrijver gedaan heeft.

(Funny story: ik dacht dat Tatiana de Rosnay een Française was dus ik heb “Elle s’appelait Sarah” (“Haar naam was Sarah”) in het Frans doorgeworsteld om aan het eind in de flaptekst te lezen dat het uit het Engels vertaald was!)

Terug naar mijn missie van 50 boeken lezen in 2015: afgelopen januari heb ik dan ook voor mijn verjaardag boeken gevraagd, aan de hand van een lijst van bol.com. Geweldig! Stapels boeken, heerlijk! En heel handig zo’n verlanglijstje wat je kunt delen en wat mensen dan kunnen afstrepen.

Maar goed, van de zomer kwam ik er achter dat ik die 50 boeken ‘never nooit niet’ zou gaan halen. Genoeg boeken, maar te weinig tijd. Ik ben gaan smokkelen. Ik geef het direct toe. Maar smokkelen op een hele leuke, een leerzame manier, vind ik. Ik heb namelijk de Literaire Juweeltjes van B for Books van Bruna ontdekt. Het zijn hele kleine boekjes, van circa 60 pagina’s, en sinds 2006 komt er maandelijks een nieuw boekje op de markt. Eigenlijk zijn het korte verhalen. Soms zijn het meerdere korte verhalen of columns. Precies goed om in de trein van Dordrecht naar Amsterdam te lezen. De Literaire Juweeltjes zijn altijd van Nederlandse auteurs dus het is een hele leuke manier om verschillende schrijvers van eigen bodem te ‘proeven’.

Ze kosten 1,50 EUR in de winkel en zijn doorgaans alleen los te verkrijgen in de Bruna boekenwinkels. Sommige andere boekenwinkels kopen ze ook in, maar zij kunnen ze alleen per 10 stuks krijgen, en niet elke boekhandel heeft daar zin in natuurlijk.

Ik ben begonnen met grote partijen op te kopen via Marktplaats. Dan gaat het hard. Heerlijk zo’n verzameling. Verslavend om ‘m compleet te krijgen ook. Inmiddels heb ik ze allemaal op eentje na: Joris Luyendijk – Islam voor beginners (mei 2012). Mocht iemand van jullie ‘m hebben, ik houd me aanbevolen!

Literaire Juweeltjes

Pompoenschotel met geitenkaas

Vandaag is het op de kop af zeven jaar geleden dat ik ben gestopt met roken. Ik dacht dat het zes jaar was, maar een herinnering in mijn telefoon feliciteerde me met ‘7 jaar rookvrij’. Zo zie je maar: de tijd vliegt!

Maar heb je het ook gehoord? ‘Vlees is het nieuwe roken!’

Wel potverdorie!

Die kreet is niet nieuw overigens en het gaat hier ook niet om alle soorten vlees, maar vooral om ‘bewerkt vlees’. Wat mij betreft mag al het ‘bewerkt eten’ op de zwarte lijst van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), maar dat even terzijde.

Wat je ook over vlees / de vleesindustrie denkt, hier kunnen we het vast allemaal over eens zijn: Het kan helemaal geen kwaad om af en toe vegetarisch te eten. Toch?

Ik ken veel vegetariërs. Hele aardige mensen. Je zou op het eerste gezicht nooit vermoeden dat ze geen vlees eten. Sommige van mijn beste vrienden zijn vegetariërs. Ik heb zelfs vegetariërs in de familie!

Maar alle gekheid op een stokje; ik merk dat ik steeds vaker vegetarisch kook voor mezelf. Vaak zelfs veganistisch op een klein klontje boter na. Liever koop ik minder vaak, maar beter vlees (lees: diervriendelijker).

Mijn vegetarische visite vroeg laatst gekscherend, nadat ik het hoofdgerecht serveerde: ‘En? Was het eng?’ Waarmee ze doelde op vegetarisch koken. Het recept wat ik haar en haar noodgedwongen, gelegenheids-vegetarische partner heb voorgeschoteld staat hieronder.

Ik wil het recept graag met jullie delen omdat het heerlijk is, ontzettend makkelijk, van tevoren te bereiden is en omdat het ook uitstekend mee te nemen is naar het werk om het daar op te warmen voor de lunch.

Alle credits voor de Allerhande, daar komt het recept oorspronkelijk vandaan: Pompoenschotel met geitenkaas

Men heeft nodig: (voor 4 porties, ca. 410 kcal per portie)

  • 1 biologische pompoen
  • 1 biologische courgette
  • 2 tenen knoflook
  • 1 ui
  • 2 el kokosolie (of andere olie als je niet van kokosolie houdt)
  • 2 blikken (à 400 g) kikkererwten
  • 400 g tomatenblokjes (blik)
  • 2 tl gemalen komijn (djinten)
  • 1 tl gemalen kaneel
  • 2 kaneelstokjes
  • 1 mespunt cayennepeper
  • 150 g zachte geitenkaas

Was de pompoen grondig, met een schuursponsje. Schil grove onregelmatigheden van de schil. Snijd de pompoen in vieren, verwijder de pitten en zaadlijsten en snijd het vruchtvlees in blokjes (ik gebruik inderdaad ook de schil van de pompoen, deze wordt net zo zacht als het vruchtvlees). Was de courgette en snijd deze in grove stukken. Snijd de knoflook fijn en snipper de ui. Laat de kikkererwten uitlekken en spoel ze af (dat schijnt te helpen tegen de winderigheid!).

Smelt de olie in een pan met dikke bodem. Fruit de ui en knoflook. Voeg de pompoen, courgette, kikkererwten, tomatenblokjes, komijn, cayennepeper, kaneel en kaneelstokje toe.

Schep het geheel goed om. Voeg zout en peper naar smaak toe. Laat het gerecht met deksel op de pan zacht stoven tot de pompoen zacht is (30-45 minuten laat ik het meestal op staan). Schep af en toe om. Schep het gerecht op borden of in een schaal, verbrokkel de geitenkaas en strooi het over het gerecht.

Enjoy!

img_063105_445x297_JPG
Bron: http://www.ah.nl