Schaduw van de avond

Vandaag weer een gedicht. Na Gedichtje voor een vakantieganger en Poëzie wordt dit het vierde gedicht dat ik met jullie deel. Gedichten zijn niet aan iedereen besteedt, dat merk ik aan de populariteit van de posts, maar ik wil ze toch graag met jullie delen en deze in het bijzonder is mij zeer dierbaar:


Schaduw van de avond

Wanneer het vuur gedoofd is

blijft alleen het as overeind

een broze schaduw

.

lege champagneflessen

oesterschelpen

het zoute water op de vloer

.

Je zei

ik ben geen goede man

om van te houden


© Diana, 2015

.

De Premier Inn

Ik zit weer in Londen, voor één nacht. Ik kom met mijn rugzakje aan in Londen in de avondspits en ervaar met afgrijzen de Londense metro op dit uur. Het heeft niets meer te maken met de gezapige, dromerige toestand van de vorige keer en alles met veel te dicht op elkaar gepakte lichamen in tunnels diep onder de grond.

Ik check in bij de Premier Inn, een relatief goedkoop hotel dicht bij kantoor, dicht bij King’s Cross station. Ik leg mijn spullen op mijn hotelkamer en ga op jacht naar iets te eten. Het is overal druk, de pubs zitten vol, het hamburgerrestaurant waar ik mijn zinnen op had gezet ook, dus loop ik weer terug naar het hotel en besluit wat te gaan eten in het restaurant van het hotel. Heel veel gezelliger dan een Van der Valk restaurant (oude stijl) ziet het er niet uit, maar het eten valt niet tegen. De bediening is in ieder geval erg vriendelijk en razendsnel. Alleen heb ik moeite hun binnensmondse Britse accent te verstaan, zeker met al het lawaai want ook hier is het druk.

‘Ik wil u graag laten weten dat het Happy Hour is, tot acht uur,’ zegt de uiterst correcte blonde vrouw in de bediening. Het is half acht. ‘Twee drankjes voor de prijs van één. Wilt u iets te drinken?’

‘Ja, een Chardonnay graag.’

‘Dat is dan twee Chardonnay.’

‘Huh?’

‘Water?’

‘Uh… Ja. Een fles water graag.’

‘En dat is dan twee flessen water.’

‘Uh… right.’

Alles wordt voor mij neergezet, twee volle glazen wijn, twee grote flessen water. Ik verberg één glas wijn achter de menukaart. Ik kijk naar mijn buurvrouw en zie dat zij gelukkig ook twee glazen wijn voor zich heeft staan.

‘Dit voelt een beetje vreemd, een beetje inhalig, vindt u ook niet?’ begin ik.

‘Ja,’ ze lacht. ‘Maar ja…We nemen het er maar van, nietwaar? Ik neem deze mee naar mijn kamer.’ Ze knikt naar het nog volle glas. Wanneer ze even later vertrekt, zeggen we in koor ‘geniet er van!’ en moeten er om lachen.

Schuin tegenover mij zitten zes Franse mannen aan een tafel. Dat ze Frans zijn, is niet te missen. Ze kennen de Fransen aan naburige tafeltjes ook. Bij elkaar een flinke groep dus. Ik kan niet verzinnen wat ze gemeen hebben, wat hen bindt. Ze zullen collega’s moeten zijn. De mogelijkheid familie of geliefden heb ik als ‘zeer onwaarschijnlijk’ afgestreept. Ze komen op mij ook niet over als een groep vrienden. Er is geen pijl op te trekken en doorgaans kan ik al snel een verhaal verzinnen bij de mensen die ik onderweg tegenkom, maar deze mannen…

Ik bestel een hamburger. Die komt snel en is te groot om goedgemanierd te kunnen eten. De zes Franse mannen kijken in toerbeurt toe hoe ik deze probeer te verorberen. Huh-huh-huh-huh! Ik kijk onverstoorbaar terug.

Voor mij zitten twee jonge Engelse mannen. Dit is niet de eerste keer dat ze hier eten, ze bestellen zonder op de kaart te kijken. De man die ik alleen op de rug zie, heeft opvallend grote, rode oren, van achteren gezien. Veel roder dan de overige huid die ik kan zien.

Achter me is een Engelse vrouw in gesprek, haar stem draagt ver en haar taalgebruik is aanstootgevend.

Ik ben een van de vier vrouwen die hier alleen aan een tafeltje zit. Met twee glazen wijn.

Iedereen zit met zijn smartphone aan tafel. Ik laat mijn vinger over mijn iPhone glijden. Niets.

‘Nee, geen toetje. Dank je,’ weet ik twee keer vol te houden tot de derde ober zonder het te vragen de dessertkaart op tafel legt.

Ah shit, doe maar een apple crumble met custard.

Morgen ga ik weer op dieet. Promise.

Anders overmorgen.

Hobby’s, clubs en praatgroepen

Hier is een stukje dat mijn boek niet heeft gehaald, eigenlijk een Kill your darlings verhaal dus, maar voor de verandering gaat het eens niet over een date, maar over sociale contacten. Eén van de leuke dingen van het leven in New York, vind ik namelijk, is dat je altijd gelijkgestemden kunt vinden. Je kunt er alles doen wat je wilt (zolang het legaal is uiteraard) en alles vinden wat je nodig hebt. Alle smaken, hobby’s, interesses en verlangens worden gefaciliteerd. Als je daar andere mensen bij nodig hebt, bijvoorbeeld voor een team sport, dan zijn er in New York altijd mensen voor te porren. Hoe vreemd en exotisch de sport ook is. Zo speelt een collega van mij ultimate frisbee. Persoonlijk had ik daar nog nooit van gehoord, maar de andere 17 mensen in de wereld die het ook spelen, wonen toevallig allemaal in New York en ze spreken regelmatig af in Central Park om de sport te beoefenen. Een website om met gelijkgestemden in contact te komen, ook in Nederland, is meetup.com.

meetupIk overdrijf natuurlijk met 17 spelers, want volgens Wikipedia zijn er wel 5,1 miljoen (!) ultimate frisbee spelers in de USA (zie wikipedia.org/Ultimate_(sport)) en is er in 2016 de eerste World Championship in Londen.

Zo, kun je daar ook weer over meepraten.

Verder zijn er in New York talrijke support groups om elkaar te helpen een doel te bereiken, zoals bij Weight Watchers, maar ook om over problemen te praten zoals het opvoeden van kinderen met een drugsverslaving, ik noem maar iets.

Er is de coffee bark in Prospect Park waar hondenbezitters elkaar op hun ochtend-uitlaat-rondje ontmoeten voor koffie. Er is een club voor lange mensen, waar leden minimaal 1,85 meter moeten zijn en ik heb zelfs een advertentie gezien voor een brei-cruise. Ja, echt, een cruise vakantie voor mensen die van breien houden, met breilessen en breiworkshops aan boord. Zie je het voor je? Een cruiseschip vol met breiende mensen? Kortom, er is echt voor ieder wat wils in deze stad, je hoeft je geen moment te vervelen of eenzaam te voelen.

De Londense metro, een sfeerbeeld

Ik reis van London City Airport, met de DLR trein en de Northern line, naar King’s Cross station. Een kleine tas met het hoognodige voor twee dagen kantoor en één overnachting, staat tussen mijn benen. Adele zingt voor mij alleen via de kleine Apple oordopjes. De zon komt op. Het was vroeg vanochtend. Het afgelopen uur heb ik twee keer mogen beleven, maar ik lever het morgen weer in als ik het land uitga.

Wat lijkt op een jonge, ranke versie van Mr. Bean staat bij de deur en staart naar het glas, naar de reflectie van zijn benen. Hij prevelt, geluidloos. Zijn smalle, kleine linkerhand gesticuleert sierlijk en ingetogen. In zijn rechterhand houdt hij het handvat van zijn rolkoffer. Hij draagt een donker pak en versleten bruine schoenen. Zijn borstelige wenkbrauwen dansen op en neer in verwondering en in overreding. Het is, zonder twijfel, een bewogen pleidooi dat hij houdt. Hij moet nodig naar de kapper. Vooral het weerbarstige haar van zijn bakkenbaarden is te lang en geeft hem een waanzinnige uitstraling, dat in combinatie met zijn stille preek uiteraard.

Een man stapt in. Hij draagt een dikke beige mantel, de omvang van een bontmantel, maar dat is het niet. Hij draagt een bril waar Sir Elton John jaloers op zou zijn, een fel blauwe bolhoed en grote oorbellen in de vorm blauwe druiventrossen.

Sir Elton John staat naast Mr. Bean en ik vraag me af wie ik vreemder vind.

Tegenover mij kruipt een matig aantrekkelijk meisje dicht tegen haar bijzonder aantrekkelijke vriend aan terwijl ze mij aankijkt. Ik kijk alleen omdat ze naar mij kijkt, anders waren ze me niet opgevallen. Ze slaat haar armen om haar vriend heen. Ontmoet weer mijn blik. Hij omhelst haar. Hij heeft alleen ogen voor haar. Niemand anders. Haar verwijtende blik is nergens voor nodig.

The next stop is Bank, where this train will terminate…