De verbouwing

De mannen zijn vertrokken. Het stof is neergedaald. En zoals met zoveel dingen komt er eerder werk bij, dan dat eraf gaat. Het blijkt nu dat ik jarenlang een mentaal lijstje heb bijgehouden van alle grote en kleine dingen die nog moeten gebeuren in en om mijn knusse huisje; gaten vullen, kieren dichten, muren schilderen, een stopcontact dat al tien jaar wacht op voltooiing, de bovenkant van de trap die eigenlijk nèt te hoog boven het laminaat uitsteekt, de woonkamerdeur die klemt, de radiatorombouw / vensterbank waar ik op een dag heel romantisch in kan gaan zitten lezen.

U voelt ‘m al: mijn hele huis ligt weer eens overhoop en dat terwijl ik me toch zó had voorgenomen om het ‘vloerproject’ af te bakenen en eerst af te maken vóór ik aan iets anders zou beginnen. Per kamer, zou ik ‘de lijst’ afwerken. Maar ja, als je dan toch bezig bent en met een roller met latex door het huis loopt…

Ik vind het ook niet zo heel erg om in de verbouwing te moeten leven. Niet zo erg als mensen om mij heen dat lijken te vinden. Ik heb genoeg verbouwingen meegemaakt om er mee om te kunnen gaan.

Het begon toen mijn ouders in de jaren tachtig verzonnen dat wonen op het platteland het summum zou moeten zijn. Ze kochten voor een habbekrats een boerderij in de Achterhoek. De Bosman heette de boerderij, maar er was in de verste verte geen bos te bekennen. Kilometers landbouwgrond, dat wel. Het eeuwenoude bouwsel waar wij in huisden, zuchtte onder de onophoudelijke teistering van weer en wind, maar dat zouden mijn ouders wel eens even gaan opknappen. Daar kwam niet zo heel veel van terecht. Ik herinner mij het chemisch toilet, het soort dat meegaat met de camper, waar wij wekenlang gebruik van moesten maken en het wekelijks douchen bij kennissen.

Het was de eerste in een reeks huizen (in binnen- en buitenland) waar nog het nodige aan moest gebeuren. Om het voorzichtig uit te drukken.

Ik ben nog wel eens teruggegaan naar de boerderij, zo’n twaalf jaar geleden. Er woonden vriendelijke mensen en ik mocht binnen kijken. Zij hadden het heel rigoureus aangepakt. De buitenmuur was nog origineel, maar dat ongeveer het enige wat ik herkende.

Dezelfde aanpak had ik met mijn huis in Dordrecht, tien jaar geleden, toen er ook nog slechts vier muren en een dak bleven staan. In die fase van de verbouwing kreeg ik de kans om naar New York te verhuizen en moest het plotseling allemaal heel snel af. Ik hoopte mijn Nederlandse huis namelijk te kunnen verhuren. In de haast zijn een aantal dingen blijven liggen, of ze zijn inmiddels aan vernieuwing of reparatie toe.

Sinds ik terug ben uit New York is de openhaard in ere hersteld (luxe) en het dak vernieuwd (noodzaak). Dit is de derde verbouwing in zes jaar. Je zou denken dat ik het inmiddels wel spuugzat zou zijn, al die verbouwingen, maar het resultaat maakt het ongemak altijd weer waard. Ik kijk graag door het stof heen en visualiseer het resultaat. Uit elke verbouwing spreekt toch eigenlijk hoop en naar een ieder die schrikt van de foto’s die ik via whatsapp stuur, schrijf ik met al mijn optimisme: ‘Het wordt heel mooi!’

In ballingschap

Ik ben verbannen thuis. Ik heb mijn laptopje opgepakt en hou ik vandaag kantoor in Restaurant-Gastrobar Post in Dordrecht, gevestigd in het voormalige pand van het postkantoor.

Het doet me denken aan herfst in New York; de bedrijvigheid in Post, het industriële interieur en de grote ramen waardoor het geel-oranje herfstlicht naar binnen valt. De grote gele en bruine bladeren op de stoep en de middenberm van de oude platanen die de route naar de binnenstad begeleiden. De verwaaide mensen die voorbij schuifelen.

Hierbinnen is het groot, maar toch knus en warm. Twee chesterfieldbanken bij het raam. Op de een zitten twee hartsvriendinnen met thee. Op de ander, daar waar net nog een blond gezinnetje met twee kinderen zat, zitten nu twee Tinderaars met een donker bier voor hem en witte wijn voor haar (dat Tinderen verzin ik er zelf bij, dat is 100% projectie.)

De leestafel deel ik met een wisselend publiek. Zakenpartners, interviewers, mensen die koffie komen drinken en de krant lezen, of bloggers en zzp-ers die hier net als ik met een laptop neerstrijken. Misschien zijn ze ook een beetje verbannen.

Ik dramatiseer natuurlijk: ik verblijf hier in volkomen zelfverkozen ballingschap want ze zijn aan het verbouwen bij mij thuis.

De firma Hak & Co. (geen grapje, Jan Hak heet de aannemer, Habrobouw, aardige vent, goeie aannemer, ik kan hem van harte aanbevelen) heeft mijn vloer eruit gesloopt en is nu onder de vloer de twee buitenmuren aan het doorhakken. In stukjes zodat deze niet inzakt natuurlijk. Lood ertussen, dan weer dichtmetselen. De vier mannen van Habrobouw vechten met hun wapens naar keuze tegen het optrekkende vocht waar veel huizen op ons mooie eiland last van hebben. Zodra mijn muren zijn voorzien van een laagje lood en weer zijn dichtgemetseld, gaat ook een gedeelte van de stuc van de muren want daar zitten mineralen in en die blijven er anders doorheen komen, aldus Jan. Dan komt er nieuwe stuc op de muren en uiteraard gaat de vloer er weer in. Met de kerst moeten alle sporen (lees vooral: stof) van deze ingrijpende operatie wel weer verdwenen zijn, schat ik.

Ondertussen vecht ik persoonlijk tegen bergen huiswerk, maar er komt niets uit mijn handen. Alles wat ik opschrijf, wis ik weer. Is dat wat ze een writers’ block noemen? Of ben ik gewoon teveel bezig met welke laminaatvloer ik er straks in zal leggen, of welke kleur ik op de muren ga smeren als alles straks goed droog is? Ik heb net erg veel tijd doorgebracht op de website van Hornbach.

Buiten bij de bushalte staan drommen kleine kinderen met pietenmutsjes. Aan de overkant is het Sinterklaashuis pas geopend. De goede man is weer in het land. Ik heb de eerste chocoladeletter alweer mogen ontvangen en al opgeschrokt ook. De D van Dikkertje Dap. De D van Dromer…

Huiswerk!

 

 

Comfort Food #2

Ik ben sprakeloos.

Afgelopen zondag heb ik me, zoals ieder jaar, ingeschreven voor de zogenaamde Green card Lottery, maar mocht ik dit jaar (wonder boven wonder) die felbegeerde Green card krijgen, dan zal ik voor het eerst toch even achter m’n oren krabben (vooropgesteld dat de Green card nog wordt uitgegeven na 20 januari 2017). En dat terwijl ik tot afgelopen woensdag nog dezelfde dag op het vliegtuig zou zijn gestapt om terug te mogen verhuizen naar New York.

Mijn hemel mensen, laten we het in maart 2017, met onze eigen Tweede Kamerverkiezingen alsjeblieft verstandiger aanpakken. Kunnen we dat alsjeblieft afspreken? Liever toch de vooruitgang en het optimisme dan al dat geschreeuw en die negatieve energie? Toch? Politiek Den Haag is echt wel wakker. Laten we stemmen met een idee van waar we naartoe willen, niet uit protest om waar we zijn, want dan komen we nooit vooruit.

Goed, dat gezegd: we hebben het er niet meer over. Het Amerikaanse volk heeft gekozen. We hebben het er maar mee te doen. We gaan het zien.

Zet een lekker muziekje op, zing mee, bak een taart. Ik weet niet meer welke wijze man of vrouw dit mij ooit heeft ingefluisterd, maar ik hou me eraan vast als ik droevig word van het verleden of van de toekomst:

Nu, hier, op dit moment is alles goed.

Ik leef, ik ben gezond, ik heb een dak boven mijn hoofd, ik ben veilig. Ik heb te eten, ik heb lieve mensen om mij heen. De verwarming staat aan. Ik bak een taart. Nu, hier, op dit moment is alles goed.

En ik bak een Black Magic Cake. Het is een Amerikaans recept dat ik in New York een paar keer gemaakt heb. (ter info: 1 cup is 236 ml.)

Droge ingrediënten:

  • 1 ¾ cup tarwebloem
  • 2 cup suiker
  • ¾ cup cacao poeder
  • 2 tl baking soda
  • 1 tl bakpoeder
  • 1 tl zout

Natte ingrediënten:

  • 2 eieren
  • 1 cup sterke koffie
  • 1 cup karnemelk
  • ½ cup plantaardige olie (ik gebruik kokosolie, die maak ik vloeibaar door het bijvoorbeeld vantevoren op de verwarming te zetten)
  • 1 tl vanille extract

Verwarm de oven op 175 graden Celsius. Vet twee ronde taartvormen van ca 22 cm doorsnede in met boter en wat meel of doe er, net als ik, bakpapier in. Net zo makkelijk.

Combineer alle droge ingrediënten in een grote kom. Ik haal alles altijd even door een zeef om klonters te voorkomen. Maak een kuil in het midden.

Meng in een andere kom alle natte ingrediënten. Giet de natte ingrediënten bij de droge en mix het voor twee minuten. Je krijgt een heel dun beslag, dat klopt, dat hoort zo.

Verdeel het beslag over de twee taartvormen. Zet ze in de oven en bak ze voor 30 tot 40 minuten, tot een mes of een satéprikker er schoon uitkomt als je er in het midden prikt.

Laat de cakes 10 minuten afkoelen, haal ze dan uit de bakvormen en laat ze verder afkoelen.

Dan de frosting.

Voor de frosting / glazuurlaag:

  • 1 grote reep pure chocolade (200 gram is geen overbodige luxe)
  • 3 el ongezouten roomboter
  • 1 el honing of agavesiroop
  • ¼ tl vanille extract

Doe alle ingrediënten in een kom en verwarm het au bain-marie tot alle ingrediënten gesmolten en goed gemengd zijn. Bestrijk de bovenkant van één van de twee cakes met een royale laag gesmolten chocolade. Leg de andere cake erop. Gebruik de rest van de frosting om de taart helemaal mee te bedekken behalve de bodem. Handig om dit alles op een nieuw stuk bakpapier te doen overigens.

Zet de taart in de koeling tot alles goed afgekoeld en uitgehard is.

En als je dan een stukje proeft, ben je alle verkiezingsellende even vergeten. It’s magic.

Enjoy!

Food Synergy: Bietensalade

Ik krijg weleens ‘op m’n flikker’ als ik me er hier op mijn blog met een recept vanaf maak, maar ten eerste kan ik zien dat de recepten toch het meest bezocht worden, ten tweede heb ik een heel simpel, lekker en gezond gerechtje verzonnen waarvan iedereen tot nu toe roept: ‘dat ga ik ook maken!’ En dat wil ik jullie natuurlijk niet onthouden.

Ik zal even uitleggen hoe ik hier opgekomen ben. Toen ik in New York woonde kwam ik in aanraking met de website, het boek en de podcasts van Dee McCaffrey, een voedselconsulente met een achtergrond in Organic Chemistry. Zij legt in haar boek en in haar podcasts uit waaróm bepaald voedsel wel of niet goed voor je is. Mateloos interessant vind ik dat, de chemie van het lichaam.

In juli 2015 publiceerde Dee McCaffrey een podcast met de titel ‘Food Synergy’. Het ging over voedingstoffen die op zichzelf al gezonde eigenschappen hebben, maar die in combinatie met een ander product versterkt worden. Broccoli en tomaat zijn bijvoorbeeld twee producten die het lichaam helpen kanker tegen te gaan. Wanneer ze samen gegeten worden, versterken ze elkaars goede eigenschappen. Groene thee en vitamine C  – bijvoorbeeld uit een citroen – werken ook zo. Yoghurt met banaan helpt na het sporten je spieren extra snel te herstellen. Kikkererwten bevatten vitamine B6, een vitamine die het lichaam helpt magnesium op te nemen, terwijl rode bieten zijn rijk aan magnesium. Heb je wel eens rode humus gezien of geproefd? Dat is dus zo’n typisch geval van synergie. Mijn recept ook.

Als je meer wilt weten over deze food synergies, dan kun je hier luisteren. Gewoon op het internet, je hoeft niets te downloaden.

Dan nu mijn eenvoudige receptje voor een warme salade. Als ik alleen ben is dit een complete maaltijd. Uiteraard kun je het ook als bijgerecht serveren. Dit heb je nodig:

  • 1 bakje roden bieten, ik koop voor twee euro een bakje gekookte en gesneden bietjes bij Albert Heijn
  • 1 blikje kikkererwten, ik koop biologische, die vind ik lekkerder, maar dat kan ook heel goed tussen mijn oren zitten
  • 1 eetlepel extra virgin kokosolie, de kokosolie geeft een aparte smaak die wel essentieel is voor het succes van dit recept. Ik zou het dus niet aanraden met olijfolie ofzo
  • 1 ui, wat je wilt; soms neem ik een gewone ui, dan weer eens een rode ui of een zoete ui
  • Snufje zout, ik gebruik grof, grijs zeezout

Snipper de ui. Spoel de kikkererwten goed af (dit schijnt iets te helpen tegen winderigheid). Smelt de kokosolie in een wok, fruit de ui, voeg de bietjes en de kikkererwten toe. Voeg een snufje zout toe. Schep het geheel nog een paar minuten goed om en goed door elkaar. Klaar.

Enjoy!