Potverdorie pepernoten

Nou ja, kruidnoten eigenlijk, maar in ieder geval suiker. Het is weer helemaal mis. Het is drugs, het is vergif, ik was er vanaf, maar nu ben ik weer een zware suikerjunk!

Het ging zo goed; sporten, gezond eten, nauwelijks alcohol, op tijd naar bed, maar ik heb het druk en dan glij ik toch weer langzaam af.

Eerst geen tijd om te sporten, maar het gezonde eten ging nog wel goed. Vlak voor de vakantie schoot dat er ook bij in en na de jetlag van New York is het met voldoende slapen ook helemaal mis. Algehele malaise dus.

Ik was op de Inspiratiedag van het UWV in juni en mocht een workshop bijwonen van een dame die het over wilskracht had. Dat we onderschatten hoeveel energie we daar voor nodig hebben. In het geval van de Inspiratiedag ging het om de wilskracht om te blijven solliciteren ondanks alle afwijzingen, maar dat geldt natuurlijk ook voor andere dingen. Als je wilskracht nodig hebt om je nieuwe baan goed te doen of om de schrijfklus goed af te ronden, dan blijft er inderdaad weinig wilskracht over om de snelle suikers te weerstaan. Dat heb ik dus gemerkt de afgelopen maanden.

Nog heel even en dan mag ik de schrijfklus in ieder geval afronden. Dat scheelt. Dan (volgende week hoop ik) kan ik weer gaan sporten en gezond eten en op tijd naar bed.

Sla me op m’n vingers als ik naar de snoep pot reik, en als je Sinterklaas spreekt, vraag dan of hij niets eetbaars voor me meeneemt. Schop me naar de sportschool. Alsjeblieft. Het moet echt weer gebeuren. Erkenning is de eerste stap, toch?

Volgende week kan ik hopelijk mijn tijd en wilskracht weer in een gezondere levensstijl investeren. Ik kijk er oprecht naar uit.

Mijn naam is Diana en ik ben verslaafd aan suikers en koolhydraten…

 

VeganChallenge

Zeg ‘uitdaging’ en mijn oortjes zijn alweer gespitst. Hele vervelende eigenschap.

Toen ik laatst schreef over veganisme (en ja, ik zet inmiddels grote vraagtekens bij sommige beweringen van Dr Michael Greger) kwam ik op de site van de VeganChallenge; de hele maand april veganistisch proberen te eten. Ja joh, waarom niet dacht ik. Een maandje veganistisch leven moet geen kwaad kunnen.

‘Daag jezelf uit’ staat er in een vrolijk ballonnetje op de startpagina. Zo’n marketingkreet die op mij uitstekend werkt. Voor ik het wist had ik me alweer opgegeven. Immers, ik at al nauwelijks vlees, dan zou ik alleen nog de eieren, melkproducten en honing moeten weren uit mijn keuken.

Pff, eitje! Nou, mooi geen eitje dus, voor het Paasontbijt.

Ik hield het zoveel mogelijk voor me dat ik hieraan meedeed, ik kon de reacties namelijk wel inschatten. De eerste die ik het vertelde draaide met haar ogen. ‘Wat voor voedingsleer ga je nou weer volgen?’

Ja, ik heb alles wel geprobeerd inderdaad en ik word horendol van al die goeroes die elkaar tegenspreken. Waarom zijn we als mensen het eten verleerd? Hoe absurd is dat?! Daar wilde ik ooit nog een boek over schrijven, misschien ga ik dat ooit nog wel eens doen. Kan ik het veganisme nu ook meenemen.

Raar eigenlijk; ik ben niemand verantwoording schuldig, maar ik ben dan toch zo eigenwijs dat ik wil volharden. Er wacht geen medaille op me in mei, geen certificaat, nog niet eens een schouderklopje. Helemaal niets. Niemand die me controleert, niemand die teleurgesteld is als ik morgen een plakje kaas op brood neem. En toch doe ik het niet. En ik kan je geen overtuigende reden geven waarom niet.

***

‘Bitterballen?’ We zitten op het strand, die eerste prachtige zondag.

‘Nee…’ zeg ik beteuterd. Ik ben gek op bitterballen. Die heb ik echt gemist toen ik in New York woonde.

‘Pizzaatje?’

‘Nee…’ Ik zucht. Zal ik? Ik bedoel, wie kan het nou wat schelen? Helemaal niemand. Nee. Ik doe het niet. ‘Kunnen jullie deze salade veganistisch maken? En het brood is ook veganistisch, toch? Met wat olijfolie graag. Alsjeblieftdankjewel.’

***

‘Maar wat mag je dan wel voor het ontbijt met dat rare dieet van je?’ Nog zo’n reactie als ik blijf logeren bij familie.

‘Nou, fruit. En ik kan ook gewoon een boterham eten.’

‘Oh ja, ik heb heerlijke oude kaas.’

‘Ja, dat dus niet.’

***

Ik ben nu twee weken verder, volgens die Dr Michael Greger ben je na drie weken op een plantaardig dieet van al je klachten verlost, waaronder depressiviteit, maar daar merk ik nog weinig van.

Niks geen vrolijke veganist tot nu toe. Maar volhouden zal ik.

Vrolijk Pasen!!

 

To V or not to V

Nog even over eten en koken. Laatst werd ik op de Kalverstraat in Amsterdam staande gehouden door een alleraardigst meisje dat mij een schuldgevoel aan wilde praten over de beestachtige megastallen in de vlees- en pluimveeindustrie. Verschrikkelijk. Ik koop bijna nooit vlees of gevogelte, vertelde ik haar, want ik krijg de beelden van aan hun poten opgehangen kippen die machinaal onthoofd worden (wat vervolgens vaak niet goed gaat) niet uit mijn hoofd. Of, van toen we nog in de Achterhoek woonden, het gillen van de varkens die aan hun poten de vrachtwagen in geslingerd werden.

Ik ben al aan het experimenteren met veganistisch koken (hoe veganistisch kan ik leven?) en toen zag ik van de week een video van een presentatie die ik erg interessant vond en graag wil delen met jullie.

Ik moet hier even vertellen dat ik de link naar deze presentatie al in augustus 2016 van een klasgenoot van de Schrijversvakschool kreeg, maar nu pas heb gekeken. Ken je dat? Van die mailtjes die meer dan een half jaar in je inbox blijven hangen?

Maar goed, de presentatie werd gegeven door Dr Michael Greger van nutritionfacts.org. Zoals mijn klasgenoot het omschreef: De man is geen dieetgoeroe, heeft ook geen eigen, (zogenaamd) nieuwe theorie, maar doorzoekt met een team alle wetenschappelijke artikelen op het gebied van voeding en gezondheid en presenteert de conclusies met veel humor. Wat er uit naar voren komt – en hij legt ook uit waarom – is dat een veganistische levenswijze vele jaren toe kan voegen aan een mensenleven en veel van onze belangrijkste doodsoorzaken kan voorkomen en genezen. Zo was het bloed van veganisten acht maal beter bestand tegen kanker; doodde het acht keer meer kankercellen dan het bloed van omnivoren. Om maar iets te noemen.

Het is niet mijn bedoeling mensen de les te lezen, als je geïnteresseerd bent kun je het hele verhaal hier bekijken, ik wil het alleen maar even gezegd en gedeeld hebben. Dr Michael Greger heeft trouwens ook een podcast waar je je via zijn website op kan abonneren (podcasts zijn gratis).

Helemaal veganist zou ik zelf niet kunnen worden denk ik; ik vind mijn Irish soda bread met karnemelk te lekker en dat klontje boter door mijn puree van groenten is toch wel essentieel om dat overheerlijke, bijna veganistische stamppotje te maken. Bovendien eet ik te vaak buiten de deur om heel strikt te zijn met mijn voeding.

Maar goed, ik heb dan ook geen lichamelijke klachten behalve overgewicht.

Het goede nieuws, het bemoedigende nieuws, als je wel aan een van de te voorkomen aandoeningen lijdt, is dat het veganistische dieet heel snel effect heeft en je niet jarenlang strikt veganist hoeft te zijn om het vege lijf nog te kunnen redden. Of het nu tegen kanker of een depressie is, na drie weken een strikt veganistisch dieet te hebben gevolgd (dus ook geen melk, yoghurt, boter, kaas, eieren of honing) zagen artsen en patiënten al resultaat in de behandeling van vele ziektes en aandoeningen. Dat terwijl antidepressiva medicijnen soms maanden nodig hebben om een effect te laten zien, om van een chemokuur of bestraling maar niet te spreken.

Dr Michael Greger heeft recentelijk al zijn conclusies gebundeld in het boek ‘How not to Die’. Wat een heerlijke titel. (Wederom: ik word niet gesponsord.)

Het meisje op de Kalverstraat had aan mij geen goede dus, maar ik liet haar heel geduldig haar verhaal doen. Een verhaal dat veel te lang duurde en waarvan ze een paar keer de draad kwijt was. Dan keek ze even wazig langs me heen. ‘Ja, daar ben ik weer’, zei ze dan en ging weer verder. Ik luisterde een aantal minuten verwonderd, maar vroeg uiteindelijk toch maar: ‘Lieve schat, wat wil je me nou precies vragen’?

Ze vroeg of ik samen met haar de wereld beter wilde maken. ‘Ik zal doen wat ik kan,’ zei ik tegen haar, ‘maar nu moet ik gaan.’ Ik liet haar daar een beetje verdwaasd achter. Een kalfje met grote glanzende ogen was het, daar op de Kalverstraat. Volgens mij was ze zo stoned als een garnaal.

Kookboeken

De meest prachtige kookboeken krijg ik en heb ik gekregen. Kijk ik er wel eens in? Zelden. Nu, met de zoveelste verbouwing waaronder de plaatsing van een majestueuze boekenkast op mijn werkkamer, realiseer ik me weer hoezeer de kookboeken er bij mij vooral voor de sier staan. Kijk mij eens. Net alsof ik volgens het boekje zou kunnen koken omdat die boeken er nu eenmaal staan en ik dus de inhoud zou kennen. Helaas.

Zo heb ik ooit, na het zien van de film ‘Julie & Julia’, de behoorlijk (p)rijzige boeken van Julia Child gekocht: ‘Mastering the art of French cooking’. Deel 1 en 2. Nooit ingekeken.

Er staat wel één bijbel voor me tussen – tevens een van de dikste en zwaarste boeken die ik heb, op het boek van Taschen over New York na – en het heet ‘The world’s healthiest foods’ van George Mateljan. Een pil van 880 pagina’s A4 formaat, met werkelijk alles over voedsel en dan bedoel ik groenten, fruit, vis, vlees, gevogelte, bonen, zuivel, noten, zaden en granen. Alles wat er aan voedingsstoffen in zit, de verschillende varianten die er bestaan, in welk seizoen het te kopen, waar je op moet letten als je het koopt, hoe te bewaren, hoe te bereiden en dan nog een paar recepten en/of serveersuggesties. Briljant! (De tweede editie is nog dikker zie ik, en niet duur, te koop bij bol.com. En nee, ik word niet gesponsord).

Waarom kan ik het met George zo goed vinden? Bij George staat ook alles binnen 15 minuten op tafel. Daar hou ik van. De eenvoudige, pure keuken.

In plaats van in de boeken te duiken, verzin ik het vaak ter plekke. Gisteren had ik weer een leuke, ik verraste mezelf. Vier ingrediënten, veganistisch, gezond, simpel en binnen een kwartier op tafel. De oosterse roerbakgroenten waren in de aanbieding bij Albert Heijn deze week, dus ik had een zakje Thaise roerbakgroenten met kool en rode pepers. Daar voegen we het wonderlijke product quinoa aan toe, bedacht ik, staand achter mijn aanrecht met mijn handen in mijn zij, met een schort om (al was dat omdat ik aan het boetseren was, niet omdat ik ging koken). Quinoa dient men te bereiden als volgt: 1 deel quinoa, 2 delen water. Vijf laten minuten koken en tien minuten laten wellen. Hoe eenvoudig wil je het hebben? Boordevol voedingsstoffen en een fantastische bron van magnesium en proteïne. (Lees hier over quinoa, of luister hier naar de podcast over quinoa)

Hoe vrolijken we dat een beetje op? Jawel, met pindakaas/pindasaus. De groenten even roergebakken met wat kokosolie, beetje water erbij, en dan een flinke eetlepel biologische pindakaas (gewoon, echte pindakaas van gemalen pinda’s en verder helemaal niets). Quinoa inmiddels geweld, gooien we erbij en klaar. 15 minuten. Ziet er niet uit als op de plaatjes van Donna Hay en Ottolenghi, maar het smaakte goed. Bovendien, als ik op een goede dag weer genoeg moed heb verzameld om de regen te trotseren om naar de sportschool te gaan, dan komen al die proteïnen van de quinoa en de pinda’s me goed van pas want proteïne heeft je lichaam nodig om spieren op te bouwen.

En de kookboeken, nou ja, ach, die staan prachtig tussen de andere driehonderd boeken die ik nog moet lezen.

 

Food Synergy: Bietensalade

Ik krijg weleens ‘op m’n flikker’ als ik me er hier op mijn blog met een recept vanaf maak, maar ten eerste kan ik zien dat de recepten toch het meest bezocht worden, ten tweede heb ik een heel simpel, lekker en gezond gerechtje verzonnen waarvan iedereen tot nu toe roept: ‘dat ga ik ook maken!’ En dat wil ik jullie natuurlijk niet onthouden.

Ik zal even uitleggen hoe ik hier opgekomen ben. Toen ik in New York woonde kwam ik in aanraking met de website, het boek en de podcasts van Dee McCaffrey, een voedselconsulente met een achtergrond in Organic Chemistry. Zij legt in haar boek en in haar podcasts uit waaróm bepaald voedsel wel of niet goed voor je is. Mateloos interessant vind ik dat, de chemie van het lichaam.

In juli 2015 publiceerde Dee McCaffrey een podcast met de titel ‘Food Synergy’. Het ging over voedingstoffen die op zichzelf al gezonde eigenschappen hebben, maar die in combinatie met een ander product versterkt worden. Broccoli en tomaat zijn bijvoorbeeld twee producten die het lichaam helpen kanker tegen te gaan. Wanneer ze samen gegeten worden, versterken ze elkaars goede eigenschappen. Groene thee en vitamine C  – bijvoorbeeld uit een citroen – werken ook zo. Yoghurt met banaan helpt na het sporten je spieren extra snel te herstellen. Kikkererwten bevatten vitamine B6, een vitamine die het lichaam helpt magnesium op te nemen, terwijl rode bieten zijn rijk aan magnesium. Heb je wel eens rode humus gezien of geproefd? Dat is dus zo’n typisch geval van synergie. Mijn recept ook.

Als je meer wilt weten over deze food synergies, dan kun je hier luisteren. Gewoon op het internet, je hoeft niets te downloaden.

Dan nu mijn eenvoudige receptje voor een warme salade. Als ik alleen ben is dit een complete maaltijd. Uiteraard kun je het ook als bijgerecht serveren. Dit heb je nodig:

  • 1 bakje roden bieten, ik koop voor twee euro een bakje gekookte en gesneden bietjes bij Albert Heijn
  • 1 blikje kikkererwten, ik koop biologische, die vind ik lekkerder, maar dat kan ook heel goed tussen mijn oren zitten
  • 1 eetlepel extra virgin kokosolie, de kokosolie geeft een aparte smaak die wel essentieel is voor het succes van dit recept. Ik zou het dus niet aanraden met olijfolie ofzo
  • 1 ui, wat je wilt; soms neem ik een gewone ui, dan weer eens een rode ui of een zoete ui
  • Snufje zout, ik gebruik grof, grijs zeezout

Snipper de ui. Spoel de kikkererwten goed af (dit schijnt iets te helpen tegen winderigheid). Smelt de kokosolie in een wok, fruit de ui, voeg de bietjes en de kikkererwten toe. Voeg een snufje zout toe. Schep het geheel nog een paar minuten goed om en goed door elkaar. Klaar.

Enjoy!

Helemaal zelf gemaakt!

Weer een andere ‘voedingsleer’ kwam ter sprake; een nieuwe dieetgoeroe (ik weet niet wie, ik noem hem even Bob) zei dat je alleen nog maar moest eten wat je helemaal zelf maakt, from scratch zoals de Amerikanen zeggen.

Als we eigenwijs willen zijn dan kunnen we vragen: als je de tijd hebt om elke dag een appeltaart te bakken, dan mag je die dus ook opeten?! En bijvoorbeeld boter? Moet ik dat dan ook zelf maken? Beetje flauw natuurlijk; het gaat erom dat er zoveel verborgen suikers in je eten zitten dat je er heel erg droevig van wordt als je erover nadenkt. In brood zit bijvoorbeeld vaak suiker. Boe!

Het leuke is dat verbazend veel dingen helemaal niet zo moeilijk zijn om zelf te maken of veel tijd kosten. Neem nou mayonaise. Zo gepiept eigenlijk. Of brood. Ik was aan het worstelen met recepten die moesten rijzen, of met een zuurdesembasis die ik als een tamagotchi zorgvuldig moest voeden, maar no more! Ik heb de prachtige eenvoud van Irish Soda Bread ontdekt en binnen een uur heb ik een ovenvers brood op tafel staan. Die mag ik van Bob dan ook zelf opeten. Niet te vaak natuurlijk, want het blijven koolhydraten en die worden door je lichaam heel snel omgezet in suikers. Door de suiker piekt je glucose en door de glucose wordt energie in rap tempo omgezet in vet, etc. Maar als je dan toch af en toe brood eet, probeer dit recept een keer. Simpeler kan het niet.

Het origineel van dit recept staat op de website van Paul Hollywood.


Irish Soda Bread

Ingrediënten:

250 gram bloem (wit meel)

250 gram volkorenmeel (Meer over meel en bloem vind je op bijvoorbeeld smulweb)

1 eetlepel zout

1 eetlepel baking soda / soda-bicarbonaat (Meer over gist, bakpoeder en baking soda op smulweb)

400 ml karnemelk

(Als ik alleen ben maak ik het brood met de helft van alle ingrediënten en een iets kortere baktijd, dan heb ik voldoende brood voor de hele dag. Het recept zoals hier staat is voldoende voor brood bij de maaltijd of vooraf voor 4 personen.)

  1. Verwarm de oven op 200 graden of gasovenstand 6. Bedek een ovenrooster met bakpapier.
  2. Doe de bloem, het volkorenmeel, het zout en de soda-bicarbonaat in een kom en mix ze goed door elkaar. (Ik heb biologisch tarwebloem gekocht en voor het volkorenmeel experimenteer met tarwe, haver, rogge, spelt, enzovoort. Ik koop de hele granen en maal ze tot meel in de nutribullet op het moment dat ik het brood ga maken. Niet nodig, maar wel leuk!)
  3. Maak een putje in het midden en giet ongeveer de helft van de karnemelk erin. Schep, met je vingers of met een spatel, het meel in de karnemelk en blijf de rest van de karnemelk toevoegen tot alle meel is opgenomen en je een redelijk stevig, kleverig deeg over hebt gehouden. Misschien heb je niet alle karnemelk nodig, dat ligt aan het soort meel dat je gebruikt.
  4. Leg het deeg op een met meel bestrooid oppervlak en vorm het tot een bal, maak het wat platter met de palm van je hand. Leg het daarna op het bakpapier. Het is belangrijk dat je redelijk snel werkt, want de karnemelk reageert vrijwel meteen met de soda-bicarbonaat.
  5. Kerf met een mes een kruis in het deeg, tot halverwege het deeg. Bestrooi het deeg met een wat meel.
  6. Bak het brood voor 30 minuten in het midden van de oven, tot het bruin is en het hol klinkt als je op de bodem klopt. Laat het afkoelen op een rek. Eet het dezelfde dag of toast het de volgende dag.

Enjoy!

Diana’s Zongedroogde Tomaten Tapenade

Voor dit simpele recept krijg ik zoveel positieve feedback dat ik het jullie niet wil onthouden, ook al zijn recepten niet het meest populaire onderwerp op mijn blog.

Het is mijn ‘signature dish’ zoals mijn Engelstalige vrienden het noemen, mijn ‘party trick’, het recept waar ik mee scoor. Het is zo simpel dat het bijna lachwekkend is. Diana’s Zongedroogde Tomaten Tapenade.

Het is een smeerseltje van eigen creatie. Er is namelijk een tijd geweest waarin ik experimenteerde met smeerseltjes – tapenade, hummus, pesto – net zoals ik een tijdje heb geëxperimenteerd met tiramisu – met Cointreau, met Grand Marnier, met Amaretto, met Tia Maria. Mijn conclusie daar: een tiramisu met Cointreau, sinaasappelschil en brokjes pure chocolade, is… hemels.

Maar goed, mijn tapenade van zongedroogde tomaat dus. Drie ingrediënten – zongedroogde tomaten, pijnboompitten en knoflook – en een keukenmachine of een staafmixer. Zelf gebruik ik hiervoor de nutribullet van magic bullet. (Zie hier mijn à propos promotie voor de NutriBullet, ik ben een oprechte fan, ik word niet gesponsord!)

Ingrediënten:

  • 1 potje zongedroogde tomaten op olie, liefst zo puur mogelijk, liefst zonder kappertjes etc. ik gebruik altijd het huismerk van de Spar. Die vind ik het lekkerst. De vorige versie van dit merk – van vóór de productvernieuwing – had nog minder toevoegingen en vond ik nóg lekkerder, maar vooruit.
  • 1 (flinke) hand vol pijnboompitjes.
  • 1 grote teen, of 2 kleine tenen knoflook.

Mixen tot het een gladde puree / tapenade is. Klaar. Ik serveer het met brood of crackers, maar ik betrap mensen erop dat ze het overal op of onder smeren; komkommer, vlees, roomkaas, tortillachips… Ik houd het bij brood, toastjes of crackers.

Eenvoudiger kan het niet, en ik kan je niet vertellen hoeveel succes ik heb met deze eenvoudige mix, hoe vaak ik dit recept heb ‘moeten’ delen. Bij deze dus. Voortaan verwijs ik naar mijn blog.

Enjoy!

 

Slurp je slank, drink je dunner

Vorige keer hebben we afgesloten, deze week beginnen we met een nieuw jaar.

Frisse moed, nieuwe kansen, schone lei.

Allemaal onzin natuurlijk, want waarom zou de ochtend van 1 januari anders zijn dan welke andere ochtend die je gegeven is? Maar het geeft niet: het werkt. Het placebo-effect. 1 januari is voor veel mensen een goede dag om ergens mee te beginnen of juist te stoppen en als dat voor mensen werkt, dan moeten we dat vooral zo laten.

Uiteraard, in de top drie van goede voornemens: tijd voor veel mensen om af te vallen. Ik ben in januari jarig en zo lang als ik me kan herinneren wordt taart op mijn verjaardag niet gewaardeerd! Als je nou in november jarig bent, dan is iedereen de zomer en de traumatische zwemkleding al weer vergeten, weet iedereen dat het in december toch hopeloos is, en wordt het buiten al weer flink koud, dus: ‘kom maar op met die zoetigheid en hartigheid. Volgend jaar gaan we weer aan de lijn.’ Niet op mijn verjaardag.

Over dat afvallen; ik heb al vaker wat afvaltips geplaatst, maar vandaag ga ik je één hele simpele tip geven, een doodeenvoudige regel. Als je je daaraan houdt dan ben je al een heel eind op weg. Dat klinkt als zo’n vervelende facebook reclame aan de rechterkant van je pagina, maar goed, ik meen het serieus:

Haal geen calorieën uit je drankjes.

Wat?

Zorg dat je geen calorieën drinkt.

Geen melk, geen fruitsapjes, geen frisdranken (ook zeker geen zogenaamde ‘zero’ varianten), geen alcohol, gewoon, géén vloeibare calorieën.

Ik houd mijn calorieën bij – zo ben ik onder andere de afgelopen 18 maanden 30 kilo kwijtgeraakt – en als je moet gaan beknibbelen op je calorieën, dan is het echt zonde deze te spenderen aan bijvoorbeeld frisdrank want het vult niet meer of minder dan een glas water of een beker thee. Je lichaam heeft meer aan een appel dan aan een cappuccino.

Drink voldoende, maar ook niet teveel! (maximaal drie liter per dag). Drink ongezoete (kruiden)thee, drink zwarte koffie (met mate) en drink vooral water. Gelukkig vind ik zelf water heerlijk en heb ik nooit veel met frisdrank gehad, maar als je er echt niets aan vindt, aan water of thee: het internet staat vol met leuke ideeën om je karaf een beetje ‘op te leuken’ met mint, met lavendel, met komkommer, met citroen, met aardbeien, en ga zo maar door. De mogelijkheden zijn eindeloos. Ik denk dat de gemiddelde Nederlander al snel 400 tot 500 calorieën per dag kan besparen door zich aan dit ene goede voornemen te houden.

400 tot 500 calorieën … Ik ontbijt voor minder!

Toch weer mooi meegenomen.

Strawberry-Lime-Cucumber-and-Mint-Water-54health
Bron:

https://54health.com/food-and-drinks/detox-water

Pompoenschotel met geitenkaas

Vandaag is het op de kop af zeven jaar geleden dat ik ben gestopt met roken. Ik dacht dat het zes jaar was, maar een herinnering in mijn telefoon feliciteerde me met ‘7 jaar rookvrij’. Zo zie je maar: de tijd vliegt!

Maar heb je het ook gehoord? ‘Vlees is het nieuwe roken!’

Wel potverdorie!

Die kreet is niet nieuw overigens en het gaat hier ook niet om alle soorten vlees, maar vooral om ‘bewerkt vlees’. Wat mij betreft mag al het ‘bewerkt eten’ op de zwarte lijst van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), maar dat even terzijde.

Wat je ook over vlees / de vleesindustrie denkt, hier kunnen we het vast allemaal over eens zijn: Het kan helemaal geen kwaad om af en toe vegetarisch te eten. Toch?

Ik ken veel vegetariërs. Hele aardige mensen. Je zou op het eerste gezicht nooit vermoeden dat ze geen vlees eten. Sommige van mijn beste vrienden zijn vegetariërs. Ik heb zelfs vegetariërs in de familie!

Maar alle gekheid op een stokje; ik merk dat ik steeds vaker vegetarisch kook voor mezelf. Vaak zelfs veganistisch op een klein klontje boter na. Liever koop ik minder vaak, maar beter vlees (lees: diervriendelijker).

Mijn vegetarische visite vroeg laatst gekscherend, nadat ik het hoofdgerecht serveerde: ‘En? Was het eng?’ Waarmee ze doelde op vegetarisch koken. Het recept wat ik haar en haar noodgedwongen, gelegenheids-vegetarische partner heb voorgeschoteld staat hieronder.

Ik wil het recept graag met jullie delen omdat het heerlijk is, ontzettend makkelijk, van tevoren te bereiden is en omdat het ook uitstekend mee te nemen is naar het werk om het daar op te warmen voor de lunch.

Alle credits voor de Allerhande, daar komt het recept oorspronkelijk vandaan: Pompoenschotel met geitenkaas

Men heeft nodig: (voor 4 porties, ca. 410 kcal per portie)

  • 1 biologische pompoen
  • 1 biologische courgette
  • 2 tenen knoflook
  • 1 ui
  • 2 el kokosolie (of andere olie als je niet van kokosolie houdt)
  • 2 blikken (à 400 g) kikkererwten
  • 400 g tomatenblokjes (blik)
  • 2 tl gemalen komijn (djinten)
  • 1 tl gemalen kaneel
  • 2 kaneelstokjes
  • 1 mespunt cayennepeper
  • 150 g zachte geitenkaas

Was de pompoen grondig, met een schuursponsje. Schil grove onregelmatigheden van de schil. Snijd de pompoen in vieren, verwijder de pitten en zaadlijsten en snijd het vruchtvlees in blokjes (ik gebruik inderdaad ook de schil van de pompoen, deze wordt net zo zacht als het vruchtvlees). Was de courgette en snijd deze in grove stukken. Snijd de knoflook fijn en snipper de ui. Laat de kikkererwten uitlekken en spoel ze af (dat schijnt te helpen tegen de winderigheid!).

Smelt de olie in een pan met dikke bodem. Fruit de ui en knoflook. Voeg de pompoen, courgette, kikkererwten, tomatenblokjes, komijn, cayennepeper, kaneel en kaneelstokje toe.

Schep het geheel goed om. Voeg zout en peper naar smaak toe. Laat het gerecht met deksel op de pan zacht stoven tot de pompoen zacht is (30-45 minuten laat ik het meestal op staan). Schep af en toe om. Schep het gerecht op borden of in een schaal, verbrokkel de geitenkaas en strooi het over het gerecht.

Enjoy!

img_063105_445x297_JPG
Bron: http://www.ah.nl

Oppeppers voor de afvallers

Het is vandaag 1 oktober; een mooie dag om jullie op de hoogte te brengen van wat er tot nu toe van mijn goede voornemens terecht gekomen is. Ik schreef begin juli, in de blog post “Mijn tweede boek, in grote ‘lijnen’”, dat ik vloekend en tierend in mijn badkamer stond. Ik schreef over gewicht en afvallen en boeken daarover kunnen schrijven enzo.

WeegschaalSinds ik 1 juli jl. de afval-draad weer heb opgepakt, zijn er weer 10 kilo af. Dat brengt het totaal naar 28 kilo sinds ik 16 maanden geleden de knop voorgoed heb omgezet, dus daar ben ik heel tevreden over. (Maar waarom begint het grote slinken altijd bij de cupmaat? Dat is dan weer zo jammer.)

De meest gestelde vraag: ‘Welk dieet volg je dan?’ of ‘Wat doe je dan?’ Dus laat ik het hier beantwoorden, wellicht heeft iemand er iets aan.

Ik volg geen speciaal dieet, laat ik dat voorop stellen. Er zijn drie ‘gouden regels’ die mij helpen met afvallen en ik gebruik het laatste punt om gemotiveerd te blijven;

  • Ik laat de alcohol (zo veel mogelijk) staan. Het zijn loze calorieën, maar vooral: je lever is het enige orgaan dat vet afbreekt en ook het enige orgaan dat alcohol afbreekt. Het is dus het één of het ander. Als je drinkt zit je jezelf dubbelop dwars. Laatst had ik trouwens een avondje ‘vrij’ (een bewuste keuze om te drinken die avond) en ik was al heel snel, heel erg dronken. Ik was het niet meer gewend en bovendien ben ik inmiddels een stuk lichter, dus ja, die kwam hard aan. Ik wist meteen weer wat de andere reden was om niet te drinken: de kater! Om maar niet te spreken van het feit dat ik Henk de hele avond John heb genoemd, vier keer heb gevraagd hoe Marianne ook al weer heet en de hele avond bij deez en geen om zijn of haar nek heb gehangen want ik word nog lichamelijker als ik dronken ben. Het was een glansrijke vertolking van ‘de dronken schrijfster’, al zeg ik het zelf. (Sorry, Henk!)
  • Eet wat je wilt, maar houd voor de grap eens de calorieën bij. Er bestaan voldoende gratis apps om dit te doen, zelf gebruik ik MyNetDiary Pro waar ik eenmalig een paar euro voor betaald heb. Als je je bewust wordt van de loze calorieën (brandstof maar geen voedingstof) die er ongemerkt ingaan, dan ga je vanzelf andere keuzes maken. 20 snoeptomaatjes of een klein stukje chocola… tja… als je echt trek hebt, dan weet je het wel. Ik kan je vertellen dat ik ontzettend veel groente eet. Weinig koolhydraten, weinig zuivel, weinig vlees. Ik mijd niets behalve geraffineerde suiker en al die bewerkte producten, maar die vind ik ook echt niet lekker meer. Ik eet veel eerlijke, pure producten. Had ik al gezegd veel groente?
  • Beweeg! Ja, duh! Maar echt he?! Richt je ook op het ontwikkelen van spieren want spieren verbranden meer energie, ook als je achter je bureau zit. Een stuk wandelen is prima, maar werk dus ook aan je spieren. Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn, kijk maar eens op youtube voor oefeningen die je gewoon thuis kunt doen zonder apparaten. Ik heb een tijd gewerkt met een personal trainer, maar ik begrijp heel goed dat niet iedereen die investering wil of kan maken.
  • Heel belangrijk: Straf jezelf niet om je zwakke momenten, maar beloon je overwinningen. Geef jezelf punten bijvoorbeeld. Hoe lastiger je iets vindt, hoe meer punten je er mee kunt verdienen. Dit heb ik uit Dromen, durven, doen van Ben Tiggelaar. Ik beloon mezelf bijvoorbeeld voor het traplopen op het werk (7de verdieping!) in plaats van de lift, ik beloon mezelf voor een dag niet drinken, voor het bijhouden van mijn calorieën, en ga zo maar door. Bedenk je eigen puntensysteem en bedenk je eigen beloningen voor het behalen van een bepaald aantal punten of mijlpalen. Maak het jezelf niet te moeilijk en niet te makkelijk, ik bedoel, de beloningen moeten uitdagend maar ook realistisch zijn.

In mijn vakantie heb ik Het antidieetboek gelezen en daar staat voor een groot deel in wat ik eigenlijk al had ontdekt en wat ik min of meer zelf ook in een boek zou willen zetten. Dus dat boek schrijven, dat ligt even op de plank. Ten eerste wil ik natuurlijk niet schrijven wat er al geschreven is, en ten tweede omdat ik er naast mijn baan en mijn studie (en het sporten!) even geen tijd voor heb. Maar hopelijk hebben jullie hier vast wat aan!