Uit mijn boek: Het snoepje van de week

Deze week, in het kader van de aankomende verkiezingen in de Verenigde Staten, een stukje uit mijn boek New York in 40 dates. Met dank aan mijn uitgever dat ik hier en daar ook wat van de inhoud mag weggeven. Mocht je mijn boek nog niet gelezen hebben, dan hoop ik hiermee je nieuwsgierigheid te prikkelen.


Het snoepje van de week

New York, november 2008

De dinsdag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen heb ik afgesproken met Carlos. Carlos komt uit Madrid en woont hier nu ongeveer net zo lang als ik. Hij is bezig met zijn mba-studie aan de Universiteit van New York.

Wij mogen niet stemmen, maar we hebben de verkiezingscampagnes wel gevolgd. Je komt er ook niet onderuit, je wordt vanzelf meegetrokken. Het is voor het eerst in mijn leven dat ik de debatten tussen de twee voornaamste Amerikaanse kandidaten volg, bij mensen thuis, met het nodige commentaar, alsof je naar een tenniswedstrijd zit te kijken.

Carlos is twee jaar jonger dan ik. Ik heb heel duidelijk in mijn profiel geschreven dat ik niet op jongere mannen val, maar zoals veel van de jongere mannen op de site vindt Carlos zichzelf de uitzondering en vindt hij dat hij mij deze traktatie niet kan ontzeggen. Ik schrijf dat ik hem best wil ontmoeten voor een drankje. We kennen immers geen van beiden veel mensen in de stad, en in mijn achterhoofd houd ik dat dit een mooie gelegenheid is om mijn Spaans weer een beetje op te halen. Ik maak nogmaals duidelijk dat ik geen romantische intenties heb met een jongere man, maar hij schrijft terug dat we dat nog wel zullen zien. Hij vindt zichzelf echt het snoepje van de week. En ik moet zeggen: hij ziet er ook wel uit om op te eten. Dus natuurlijk stem ik toe om een glas wijn te drinken, ik bedoel… de arme jongen, helemaal alleen in deze grote stad…

We spreken af in een kroegje genaamd The Otheroom in de West Village. Een donker hol. Iets anders kan ik er niet van maken, het is echt a hole in the wall. Carlos praat honderduit over zijn ontmoetingen met mensen van Adult FriendFinder, over zijn ervaringen met stellen en vooral over zijn bedrevenheid met oudere vrouwen en hoe ze helemaal wild worden in zijn handen. Hij is niet onaardig, hij is erg aantrekkelijk, maar dit is precies waarom ik doorgaans niet op jongere mannen val: hij kan geen genoeg van zichzelf krijgen en schept rijkelijk op over zijn seksuele escapades en hoe ervaren hij wel niet is. Daar krijg ik dus een slappe van. Maar we hebben het gezellig. Ik hoor zijn gedetailleerde verslagen aan en hij is leuk om naar te kijken (ik zeg het nog maar een keer). Na twee glazen houden we het voor gezien.

In The Otheroom worden de verkiezingsuitslagen ook bijgehouden, maar buiten merk je pas goed welk effect de verkiezingen hebben. Omwonenden zitten met een biertje in een open raam en schreeuwen het aantal kiesstemmen naar elke voorbijganger die wil luisteren. Ze juichen bij elke stem die Obama heeft behaald. Net als we een klein stukje in de richting van de metro zijn gelopen, wordt bekendgemaakt dat Barack Obama de zege gaat behalen. Hij heeft het minimale aantal kiesstemmen binnen voor de overwinning. Auto’s toeteren, de mensen in het raam juichen en vreemden feliciteren elkaar op straat. New York is duidelijk een bijzonder democratische ‘blauwe’ staat, in tegenstelling tot de republikeinse ‘rode’ staten, die zich voornamelijk in het midden van Amerika bevinden.

Ik ben dankbaar dat ik deze avond op Manhattan rondliep en dit mocht meemaken. De sfeer was heel bijzonder. Ik kan me niet voorstellen dat Nederlandse verkiezingen ooit deze emoties naar boven zouden brengen.

Carlos en ik nemen afscheid. Hij werpt me een blik toe waarmee hij hoopt te zeggen: ik ben sexy, jij kunt mij niet weerstaan, je gaat me bellen. Maar ik zal dit snoepje van de week nooit bellen. Ik ben nou eenmaal niet zo’n zoetekauw, ik heb hem gewaarschuwd. Ik houd meer van hartig. Een lekker stuk oude Amsterdammer of zo.

Kill your darlings: Met de Franse slag

De veertiende juli, le Quatorze Juillet voor de Fransen, Bastille Day voor de niet Fransen, is de perfecte dag om deze laatste Kill your darlings te publiceren. That’s it, meer heb ik er niet, tenminste, niet meer verhalen die ik kan of wil delen.

Voor de nieuwkomers: er zijn een aantal verhalen (van dates) die het boek New York in 40 dates niet hebben gehaald. Schrijven is schrappen. Kill your darlings. Vandaag dus de laatste die ik alsnog met je wil delen.


Met de Franse slag

New York, juli 2009

Bob is niet mijn type, maar hij is een aardige man en vooral aanhoudend, dus ik stem toe hem te ontmoeten, een date kan je altijd aangenaam verrassen. Hij reist veel en is Frans aan het leren omdat hij vaak in Parijs is. Deze globetrotter mentaliteit kan ik erg waarderen. Bob heeft vrienden gemaakt over de hele wereld en het is zijn hobby om te reizen, vrienden te bezoeken, op huizen van mensen te passen en aan appartementenruil te doen (zelf heeft hij een klein appartement in Hell’s Kitchen). Een leuke en relatief voordelige manier om de wereld te zien. Hij is fotograaf, een vak dat hij overal kan beoefenen, en daarnaast doet hij de distributie en reparaties voor Apple.

Bob nodigt mij uit bij een Frans restaurant genaamd Flea Market (inmiddels gesloten) op Avenue A, in de zuidoostelijke wijk op Manhattan die ze Alphabet City noemen. Een wijk waar je vijftien, twintig jaar geleden absoluut niet moest komen, levensgevaarlijk. Nu is het ontzettend hip.

We eten en praten en kunnen het erg goed vinden samen, alsof we elkaar al jaren kennen. Ik voel echter geen chemie voor hem.

Na koffie en een gedeeld nagerecht zeg ik dat ik moet gaan. Hij loopt met me mee naar de ingang van het metro station, 2nd Avenue. Hij kust me op de mond, laat een goedkeurend ‘hmm’ horen, gaat er goed voor staan en drukt zijn lippen nogmaals op de mijne, maar ik houd mijn lippen op elkaar. Fascinerend toch hoe een heel gesprek zonder woorden, maar in lichaamstaal, zich kan afspelen in een enkele seconde.

Tijdens het eten hebben we het gehad over een aankomend feest in Brooklyn, in de Frans georiënteerde buurt (door de vele Franse bistro’s) Boerum Hill. Hier vieren ze namelijk de 14de juli, Bastille Day. Niet op de dag zelf want het is natuurlijk geen nationale vrije dag in Amerika, maar op de zondag er voor. Ik stel hem voor dat hij ook naar Brooklyn komt en hij accepteert, dus we hebben al een tweede date voordat de eerste is afgelopen.

Op de zondag van onze tweede afspraak in Boerum Hill is Bob veertig minuten te laat, zonder excuses en zonder me een reden te geven. Iets wat ik nou niet bepaald kan waarderen. We gaan brunchen in een zaak aan de straat – Smith Street – waar de festiviteiten plaatsvinden. Denk bij festiviteiten vooral aan gemoedelijke competities in Jeux des Boules, Petanque of Bacci zoals ze het hier noemen, en marktkraampjes.

De zaak waar we brunchen heeft een ruime tuin aan de achterzijde, met picknick tafels en lampionnen. Voor de brunch heeft Bob een vriendin, Kim, uitgenodigd die hij ook via de datingwebsite heeft leren kennen. Een leuke vrouw en erg interessant om een andere dame van de site te ontmoeten. Onze gelijkenis is echter een beetje angstaanjagend. Bob heeft duidelijk ‘een type’.

In de loop van de dag schuiven steeds meer mensen aan; Bob’s vriend Richard, ook fotograaf, een paar mensen van zijn Franse les die uiteraard zijn aangetrokken tot de viering van deze nationale Franse feestdag, en ook een vriendin van mij, Dorothy, die niet ver hiervandaan woont. Het wordt een heerlijke luie zondagmiddag, aan een grote tafel, in een tuin in Brooklyn, met drank, eten en gezelligheid, kortom met een perfecte middag die niet zou misstaan op het Franse platteland. Een middag met de ongedwongen Franse slag.

.

Het wordt mij vaak gevraagd: heb je nog contact met deze mensen? En ja, met veel van mijn dates heb ik nog steeds contact. Bob (die niet echt Bob heet maar die ik uit privacy overwegingen hier zo noem) is zelfs nog op bezoek geweest in Nederland, heeft op een van zijn rondreizen door Europa nog een paar dagen bij me gelogeerd.

Kill your darlings: John Lindenhurst

Voor de nieuwkomers: er zijn een aantal verhalen (van dates) die het boek New York in 40 dates niet hebben gehaald. Schrijven is schrappen. Kill your darlings. Ik wil hier een paar van deze verhalen alsnog met je delen.


John Lindenhurst

New York, januari 2009

John woont op Long Island, onderdeel van de staat van New York, het ziet er uit als de staart van New York City, maar het is geen onderdeel meer van de stad. Als je de stad New York voor je ziet, met rechts Brooklyn en daarboven Queens, dan gaat er nog een grote streep land de Atlantische Oceaan in en dat is Long Island. Duizenden mensen reizen dagelijks vanuit Long Island om in New York City te werken.

John woont in het dorpje Lindenhurst, dus zo gaat hij bij mij de geschiedenis in: als John Lindenhurst. Klinkt best goed eigenlijk. We ontmoeten elkaar op een zaterdag aan het eind van de middag. Hij heeft ’s avonds een verjaardag in de stad en ik toevallig ook. Ik dacht praktisch te zijn en het voor hem te combineren, het is namelijk nogal eind vanuit Long Island om alleen maar voor een afspraakje te komen. Dan heb ik het gevoel dat ik het de moeite waard moet maken. Onzin natuurlijk, maar zo ik voel het nou eenmaal.

John is achterin in de dertig, is weer gaan studeren (ik ben vergeten wat) en heeft inderdaad een beetje een studentikoos, jongensachtig voorkomen. En dat bedoel ik positief. Daarnaast is hij basketbalcoach en verdient geld bij door te handelen in toegangskaarten voor sportwedstrijden. Sport is een zeer belangrijk onderdeel van het Amerikaanse leven en ja, ook om het zelf te beoefenen (zeker in New York), maar vooral om te kijken, ‘live’ of via de televisie.

John en ik eten wat in een vegetarisch restaurant – in het Meatpacking District ironisch genoeg – en drinken nog wat in een kroeg.

Er is iets met John zijn onderlip. Een litteken. Tijdens onze date blijft het mijn aandacht trekken, maar het was mij op zijn foto’s ook opgevallen. Hij mist een stukje van zijn onderlip waardoor het lijkt alsof hij constant op zijn onderlip bijt. Eigenlijk ziet het er best sexy uit. Als een leuke, jonge meid dit zou hebben, zou het er ongetwijfeld ontzettend geil uitzien.

Eindelijk heb voldoende moed verzameld en vraag hem wat er gebeurd is: Drie jaar geleden is John aangevallen door een pitbull en in zijn gezicht gebeten. Niet sexy. De plastische chirurgen hebben hem weer heel netjes opgelapt, behalve dat hij dus nog een stukje van zijn onderlip mist. Verder is er inderdaad niets aan hem te zien. En het is een hele leuke man om te zien trouwens; stijl, donker haar dat wat langer is dan gemiddeld. Hij heeft donkere ogen en brede kaken. Sportief gebouwd en een comfortabel stuk langer dan ik. Verder is hij aardig, vriendelijk, meegaand. Er springen geen vonken over. We hebben samen wat gegeten, wat gedronken, wat gewandeld, verhalen uitgewisseld en nu gaan we beiden naar een verjaardag in de stad en zullen elkaar nooit meer zien of spreken, en daar is helemaal niets mis mee.

 

Kill your darlings: It takes two to tango

Voor de nieuwkomers: er zijn een aantal verhalen (van dates) die het boek New York in 40 dates niet hebben gehaald. Schrijven is schrappen. Kill your darlings. Ik wil hier een paar van deze verhalen alsnog met je delen.


It takes two to tango

New York, December 2008

Maandag heb ik afgesproken met Matt voor een glas wijn in een wijnbar op Bleecker Street in New York, genaamd Quartino.

Matt heeft altijd in het zakenleven gezeten, maar heeft een paar jaar geleden – hij is nu veertig – besloten dat dit niet is wat hij zoekt. Nu schrijft hij een boek, een historische roman. Daarnaast geeft hij tango les en klust wat bij als bedrijfsconsulent. Hij is lang, heeft een goed figuur, een soepel lijf dat hem goed past, dat lees je er aan af. Zijn dikke, donkere haar in een keurige scheiding aan zijn linkerkant. Hij gaat goedgekleed.

Matt is op papier een erg interessante persoon en hij zou in theorie een zeer geslaagde date moeten zijn, maar hij is té gepolijst. Ken je dat? Geen ruwe randjes, geen losse schroefjes, geen fetisjen. Hij zal zijn passies hebben, maar het is allemaal erg strak onder controle. Dan krijg ik toch de neiging om hem een beetje door elkaar te rammelen.

Ik weet niet goed hoe ik het moet omschrijven. Hij is katholiek – dat zegt natuurlijk niets – en hij ziet er dan ook uit als een volwassen versie van een koorknaapje. Het is te glad, te gecontroleerd, te plastic, te ingehouden. Mijn handen jeuken.

Misschien waren het zenuwen hoor, het is geen verwijt, ik had alleen het gevoel alsof ik met een robot aan tafel zat. Heel spannend en opwindend was het dus niet.

In een mail die hij me na onze ontmoeting stuurt, schrijft hij dat hij het leuk vond om me te ontmoeten, wenst hij me veel succes en vertelt me vervolgens, een beetje belerend, dat ik me niet moet verschuilen achter een foto die zo weinig laat zien.

Huh? Pardon?

Hmpf.

Uit mijn boek: Op de bank bij Balthazar

Ik heb natuurlijk niet al mijn darlings om het leven gebracht. Vandaag – in plaats van een ‘Kill your darlings’ verhaal – een stukje dat het boek New York in 40 dates wél heeft gehaald, met dank aan mijn uitgever dat ik hier en daar ook wat van de inhoud mag weggeven. Mocht je mijn boek nog niet gelezen hebben, dan hoop ik hiermee je nieuwsgierigheid te prikkelen.


 

Op de bank bij Balthazar

New York, oktober 2008

 

Op een maandag in oktober heb ik een date met Johnny of Jack. Eén en dezelfde persoon, maar ik mag kiezen welke naam ik wil gebruiken. Eigenlijk is dat een beetje raar, als je erover nadenkt. Johnny of Jack is psycholoog. Misschien dat mijn keuze voor ‘Johnny’ of voor ‘Jack’ hem iets over mij kan vertellen.

Jack vind ik een sexy, stoere naam. Een naam voor een zelfverzekerde, levenslustige man. Een man met donkere krullen, een heerlijke brede borstkas en veel borsthaar in een flanellen houthakkershemd. Een man met de opwindende geur van zweet en haardvuur om zich heen.

Dit is geen Jack. Dit is een Johnny.

Johnny is pezig, met piekerig grijs haar. Niet bijzonder aantrekkelijk. Ik loop dus nog niet warm voor Johnny, maar het advies dat ik heb meekregen van de dames op kantoor is dat ik zo veel mogelijk mannen moet ontmoeten. Elke date is op z’n minst een goede oefening, en oefening, zo weten we allemaal, baart kunst. Verder ben ik wederom nieuwsgierig: Johnny is namelijk getrouwd en hoewel ik in mijn profiel duidelijk heb gevraagd naar ongebonden mannen, schrijft Johnny mij dat hij en zijn vrouw een open huwelijk hebben. Ik ben benieuwd of zijn vrouw dat ook weet.

Het plan is dat we gaan lunchen en hij staat erop dat ik het restaurant kies. Weer een test. Ik ben nog niet bekend met de geschikte plekken voor een eerste date, dus kies ik ervoor om weer bij Balthazar af te spreken. Geen goedkope zaak, maar ook niet overdreven duur.

Johnny moet die dag op de rechtbank zijn. Hij wordt naar eigen zeggen vaak als getuige-deskundige gevraagd. Hij is ervan overtuigd dat ze hem rond het middaguur zullen laten gaan, wat vervolgens niet gebeurt. We spreken af dat hij belt als hij klaar is, en wanneer hij dat uiteindelijk doet, is het halfdrie. Hij vraagt of we koffie kunnen drinken in plaats van samen lunchen.

Sure thing, Johnny! Geen probleem.’

 

Het is verschrikkelijk. We drinken onze cappuccino aan een tafeltje bij het raam. Ik zit op de bank met mijn rug naar de straat, meneer de psycholoog op een stoel tegenover me en de ironie van de bank ontgaat me niet. We hebben niets om over te praten, geen gemeenschappelijke interesse, helemaal geen interesse eigenlijk, en tot overmaat van ramp kijkt hij op zijn horloge.

‘Heb je een afspraak?’ vraag ik uit beleefdheid maar met een beetje venijn, waarop hij zijn hand opsteekt, zijn vingers spreidt en het gebaar voor vijf minuten maakt, met een gezicht alsof hij inderdaad op het punt staat om te zeggen: je hebt nog vijf minuten. Nu voel ik me helemáál als een cliënt in een sessie.

‘Ik ben klaar, we kunnen gaan,’ zeg ik lichtelijk geïrriteerd.

Met een betuttelend gebaar laat hij me weten dat ik de cappuccino van hem krijg. Nou moe. Ik wil niet ondankbaar klinken, maar het gebaar is echt te groot in verhouding tot de kosten van een cappuccino. Hij loopt een stukje mee in de richting van mijn kantoor en vraagt me bij het afscheid – tot mijn oprechte verbazing – of ik nog een keer wil afspreken. Blijkbaar heb ik de juiste keuzes gemaakt en ben ik goed uit de psychologische test gekomen.

‘Oké,’ zeg ik zonder na te denken.

‘Fijn. Ik bel je.’

Ik kijk hem na, perplex, ik kan me niet voorstellen dat hij dit werkelijk een succesvolle sessie vond.

Kill your darlings: Anders

Voor de nieuwkomers: er zijn een aantal verhalen (van dates) die het boek New York in 40 dates niet hebben gehaald. Schrijven is schrappen. Kill your darlings. Ik wil hier een paar van deze verhalen alsnog met je delen.


Anders

New York, maart 2010

Ons bedrijf is (destijds) net gekocht door een Zweedse investeringsmaatschappij, dus als ik het profiel tegenkom van een aantrekkelijke Zweedse man, in de veertig, met halflang, donker haar denk ik: Zweedse les! Perfect. Dat komt vast een keer van pas.

Ik schrijf hem aan via de datingsite en stel hem voor dat ik hem op koffie trakteer als hij me wat Zweedse woordjes leert. Dat is natuurlijk een aanbod waar geen zichzelf respecterende Zweed nee tegen kan zeggen.

We ontmoeten elkaar in het Financial District – waar hij werkt – bij een koffiezaakje dat midden op een pleintje is gebouwd. Het staat er zo vreemd bij op dat plein, dat het lijkt alsof het is opgepikt door een tornado en daar weer is neergekomen. Dat is natuurlijk een beetje overdreven, maar dit zaakje probeert gezelligheid uit te stralen en gezellig zal het door de omgeving nooit worden. Het hele Financial District is alles behalve gezellig met de hoge torens en de voortdurende, kille schaduw alsof je in een ravijn werkt.

De date is kort en draait nergens op uit. Er zijn een paar punten waarom het niets wordt tussen ons:

  1. Hij is te laat. Niet een paar minuutjes, echt behoorlijk te laat.
  2. Hij ruikt duidelijk naar rook terwijl er in zijn profiel staat dat hij niet rookt. Ik vind het helemaal niet erg als een man rookt, het kan zelfs wel een beetje sexy ruiken bij de juiste man, maar je moet niet liegen tegen mij!
  3. Hij is ICTer. Helemaal niets mis mee, prima baan, maar dat betekent wel dat we over ons werk zo zijn uitgepraat, want daar gaat mijn systeem niet voor in de overdrive.
  4. Hij praat alleen maar over zichzelf.
  5. Ik leer dus geen enkel Zweeds woord.
  6. Zijn naam is Anders. Niet anders dan anders, nee, letterlijk: Anders. Heel gebruikelijk in Scandinavische landen, maar zie je het voor je? ‘Anders… Ooh, Anders, ga door… Ooh, hmm, Anders, ja! Harder…’ Zie je? Dat werkt dus niet.

We nemen afscheid met een kus op de wang als hij zich plotseling realiseert:

‘Maar ik heb je helemaal geen Zweeds geleerd!’

‘Geeft niet, Anders,’ zeg ik met een flauw glimlachje, ‘volgende keer.’

We weten beiden dat er geen volgende keer zal zijn. Adjö! (opgezocht op Google Translate)