Stoptober

Zijn er meer mensen die meedoen aan stoptober? Ik heb eigenlijk alleen onze Dordtse columnist Kees Thies erover gehoord (hoe gaat het, Kees?) en ik heb ook echt het idee dat er nog veel minder mensen roken in mijn omgeving. Niet alleen sinds deze maand, maar in de loop der jaren. Of ligt dat aan mij?

Nee, dat gevoel klopt. Volgens Volksgezondheidenzorg.info rookt een kwart van de Nederlandse bevolking boven de 18 jaar wel eens, en ongeveer een vijfde van de bevolking rookt dagelijks. Van de dagelijkse rokers zijn 16,5% zware rokers van gemiddeld meer dan 20 sigaretten per dag.

In 1990 rookte 37,5% van de bevolking wel eens en 32% dagelijks. Hoeveel daarvan destijds zware rokers waren staat er niet bij. Maar mijn gevoel klopt dus; rookte eerst nog een derde van mijn medelanders dagelijks, nu nog een vijfde.

Aanstaande 3 december is het voor mij negen jaar geleden dat ik mijn laatste sigaret heb uitgedrukt. Of ‘twintig kilo geleden’ wil ik ook nog wel eens zeggen als mensen vragen hoe lang het geleden is.

Waarom 3 december? En waarom lukte het deze keer wel? Ik heb geen idee. Ik heb nicotinekauwgum geprobeerd die door je keel brandt, de pleisters waar je hele vreemde dromen van krijgt als je ze niet afdoet ‘s nachts. Cold turkey natuurlijk (waar komt die uitdrukking eigenlijk vandaan? Ga ik ook nog een keer opzoeken). Maar ik was er op een dag gewoon klaar mee. Ik was aan het daten in New York en roken vinden de meeste mannen een absolute afknapper. Ik had al vele afkickpogingen ondernomen en voelde me slecht en zwak en vies bij elke sigaret. Oh, de zelfverachting als ik dan toch weer een pakje ging kopen bij de toko op de hoek. De uiteindelijke doorslag gaf tóch hét boek: Allen Carr’s Easy Way To Stop Smoking.

Ik zag het licht. Waarom doen we het eigenlijk, roken? Als je je dat gaat afvragen dan zie hoe absurd het is, hoe je lichaam je voor de gek houdt door aan te geven dat het nicotine nodig heeft terwijl het prima (en veel beter) functioneert zonder.

Merkte ik nou echt iets, toen ik stopte met roken? Aan mijn conditie of aan mijn bankrekening? Nee, eigenlijk niet. Maar er zaten ook geen voordelen aan het roken, dus waarom zou ik het blijven doen?

Inmiddels merk ik wel de voordelen. Aan mijn huid en aan mijn conditie. Ik voel me frisser en ik voel me vrij. Vooral dat laatste. Vrij van het zeurende stemmetje dat om nicotine vraagt en vrij van het zeurende stemmetje dat na elke sigaret zei: ‘moest dat nou?’

En ja, als ik de prijzen op de pakjes zie, dan hou ik er elke maand wel veel aan over, want er ging wel een pakje per dag doorheen bij mij.

Door de jaren heen droomde ik nog wel eens dat ik rookte trouwens, dat iemand mij een sigaret aanbood, dat ik die gedachteloos aannam en opstak. ‘Shit, ik ben gestopt, wat doe ik nou?!’ Dan werd ik wakker en baalde ontzettend tot ik besefte dat het maar een droom was. Ik was bang om in de gewoonte terug te vallen.

Dus om de stoppers een hart onder de riem te steken: Ben je (net) bent gestopt of wil je gaan stoppen: zet ‘m op. Je krijgt er echt geen spijt van. Even doorzetten, het is heel simpel: nooit meer die eerste sigaret opsteken.

Net als met die kruidnoten van vorige week inderdaad, en andere zoetigheid, gewoon die eerste niet nemen.

 

Weer aan de slag

Beste lezers (‘dames en heren’ mag niet meer, begrijp ik), bij voorbaat excuses voor een lichtelijk inspiratieloze blog vandaag, ik ben namelijk sinds deze week weer fulltime aan het werk op kantoor. Jaja.

Ja, het zal jullie ook verbazen, maar de adverteerders stonden niet in de rij om te mogen adverteren op mijn blog, door omstandigheden (aka het leven) staat mijn bestseller nog niet op papier en de schrijfopdracht waar ik mee bezig ben is leuk en uitdagend, maar gaat niet heel lang in mijn levensonderhoud voorzien.

Toen kwam er een offer I couldn’t refuse (en dat is letterlijker dan je zou denken). Dus met frisse moed ben ik systemen, wachtwoorden, processen en vooral veel namen aan het leren. Heel veel namen. Dat is best vermoeiend. Wat ook vermoeiend is de drukte van de mensen om je heen als je lange tijd hebt mogen genieten van de rust op je zolderkamertje. Daar groei je ongemerkt in, in de rol van kluizenaar.

Wat ook een vreemde gewaarwording is, is dat je weer in een andere versnelling moet gaan leven. Ik weet dat ik veel meer gedaan krijg als ik het druk heb, dus daar kijk ik naar uit, maar voordat je op tempo bent, dat duurt even. Dat is als een zware fiets op gang krijgen; als je eenmaal op tempo bent dan gaat het wel, maar op tempo komen…

Even keuzes moeten maken dus. Ik heb mijn opleiding (de schrijversvakschool) een half jaartje op pauze gezet, dat kan gelukkig, en ik sla een cursus boetseren over. Heel erg jammer, maar het is even niet anders.

Ik heb gemerkt dat ik drie bordjes in de lucht kan houden; de drie belangrijkste dingen die je tijd in beslag nemen. Bij een Time Management cursus van de American Management Association in New York kregen we een beeldend voorbeeld: Een vaas. Keien. Kiezels. Zand. De vaas staat voor jouw tijd, de stenen en het zand voor je taken en bezigheden. De keien hebben de grootste prioriteit of die zijn het belangrijkst voor je. Het zand met minst belangrijk.

Als je het zand eerst (in de vaas) doet, dan de kiezels, dan de keien, dan gaat het niet passen. Maar draai je het om, maak je eerst ruimte en tijd voor de keien, dan lijkt de vaas misschien al vol, maar als je de kiezels erover strooit dan nemen ze de tussenruimte in beslag en hetzelfde geldt voor het zand.

Drie grote keien dus. Voor mij zijn dat de komende maanden: werk, schrijfopdracht (boek) en sporten (afvallen). Voor veel mensen zullen twee van de drie werk en gezin en/of relatie zijn. Hou je nog één wens over. En? Wat zijn de drie belangrijkste dingen die jouw tijd verdienen?

Dat moet je willen!

Vorige week mocht ik naar de Inspiratiedag in Rotterdam, georganiseerd door het UWV om werkzoekenden te motiveren, handvaten te bieden en in staat te stellen te netwerken met potentiele werkgevers in de regio.

Ik ben van de waarom-niet-mentaliteit, dus liet ik me rond half tien, samen met drie medecursisten van de cursus ‘Succesvol naar werk’, verwelkomen bij De Doelen.

Fantastisch geregeld allemaal, ik kan niet anders zeggen. Sprekers, workshops, netwerken, hapje, drankje, een lach en een traan.

Alle sprekers waren goed, maar de grote publiekstrekker was toch wel Professor Erik Scherder, onze knuffelneuropsycholoog, bekend van DWDD.

Sinds zijn presentatie roep ik te pas en te onpas: ‘Dat moet je willen!’ Daar zit een verhaal achter natuurlijk.

Professor Scherder had twee belangrijke lessen voor ons om, indien mogelijk, ons brein te helpen langer fit te blijven.

Ten eerste: 45 aaneengesloten minuten per dag bewegen. Zeven dagen in de week. Niet zomaar wandelen, maar flink doorstappen of flink doortrappen op de fiets, zodat de hartslag verhoogd is. Hierdoor maak je bloedvaten in de hersenen aan. Essentieel. Compenseren werkt niet, dus niet op dinsdag anderhalf uur om vervolgens woensdag op de bank te blijven zitten, dat telt niet.

Ten tweede: nieuwe dingen blijven leren. Ja, dat wordt iets lastiger na je dertigste, maar blijf leren want dan blijf je nieuwe verbindingen in je hersenen maken. En ook die zijn essentieel voor een scherpe geest op latere leeftijd. Dus leer een taal, pak die klus aan waar je nieuwe dingen voor moet leren, kom uit je comfortzone, leg de muis eens aan de andere kant van je computer, ga op gitaarles.

Hij gaf het voorbeeld dat zijn collega’s aan de universiteit liever tegen hem zeggen ‘doe jij dat maar’ dan zelf de uitdaging aangaan. Erik Scherder doet dat maar al te graag, noemt het braintraining. Toen de Professor ons dit verhaal vertelde, begon hij hard te lachen en bulderde: ‘Dat moet je juist willen!’ Blijf jezelf uitdagen.

Die is blijven hangen, dus nu, als iemand iets lastig vindt, gooi ik een vuist in de lucht en roep: ‘Yes! Da’s goed! Dat moet je willen!’

Heel vervelend natuurlijk als je alleen maar wilt vertellen dat je iets lastig vindt, maar het gaat wel weer over.

Bucket list

‘Wat staat er nog op je bucket list dan?’ Dat vraag ik wel vaker aan mensen, maar nu vroeg ik het aan iemand die heel veel wil, het altijd druk druk druk heeft, iemand die ook ontzettend veel doet. Ik word al moe als ik hoor waar hij allemaal mee bezig is. Hij is nog geen vijftig en ik heb het idee dat zijn leven nu al te kort is. Bewonderenswaardig? Of juist niet?

Zoals verwacht kwam er een hele lijst, voor die bucket list.

‘Hmm’ en ‘oh ja,’ zei ik op gezette tijden en knikte begrijpend.

Het is fijn om ambities en plannen te hebben, maar als je voortdurend het idee hebt dat je jezelf voorbij rent en nergens echt aan toekomt omdat je zoveel wilt, is het dan niet alleen maar frustrerend?

‘Wat staat er op jouw bucket list dan?’ vroeg hij na een tijdje aan mij.

Tja, daar vraag je zowat.

Een aantal jaar geleden heb ik prioriteiten gesteld en mijn bucket list drastisch ingekort tot een lijstje van drie (zie onderaan de pagina). Maar zoals ik in mijn boek ook al schreef; inmiddels heb ik die drie dingen volbracht en blijf ik achter met de vraag: ‘wat nu?’

Ik heb zoveel bijzondere dingen mogen doen en meemaken, en via mijn werk heb ik zo ontzettend veel van de wereld mogen zien. Wat wil ik nou eigenlijk nog? En moet ik iets willen?

Ik ben een tevreden en voldaan mens, dacht ik. Dat is toch goed? Of ben ik nou ontzettend saai? Dat laatste was mijn eerste ingeving. Terwijl de vraagsteller op een antwoord wachtte, raakte ik in lichte paniek en dacht: wat ben ik saai, wat passief, ik wil helemaal niets. Snel, verzin iets groots een meeslepends!

Uiteindelijk gaf ik hem een kus, kneep in z’n bil en zei: ‘Veel van dit.’

Het is wel een vraag die me al jaren, ergens onder het oppervlak, bezighoudt en waar ik geen antwoord op weet. Wat wil ik nou eigenlijk nog? Recentelijk denk ik daar direct achteraan; moet ik dan per se iets willen of is het niet gewoon heel fijn dat ik niet zo nodig iets moet? Ik meende het toen ik zei ‘veel van dit’. Het zijn de kleine dingen.

Zoals toen ik laatst een rondje wandelde en op de terugweg in het park op een bankje ging zitten, in de eerste echt warme zonnestralen van 2017. Ik sloot mijn ogen, luisterde naar de vogels en de wind door de struiken. Een hond blafte. Ik had geen afspraken die middag. Er zat niemand op me te wachten. Ik hoefde niets te doen wat niet tot morgen kon wachten. Mijn telefoon stond op ‘niet storen’. Een jaar eerder droomde ik er van dit te kunnen doen en niets te hoeven. Nu doe ik het en hoef ik inderdaad niets.

Meer van dit, dat wil ik graag. En wat prijs ik mijzelf gelukkig dat ik dat kan zeggen. Tuurlijk zijn dromen en ambities fijn, maar vergeten we niet te genieten van het hier en nu?

Een bucketlist is een lijst van alle doelen die je nog wilt behalen en alle dromen die je nog waar wilt maken voordat je dood gaat.

Voordat je dood gaat? Ineens staat de timer aan, zijn we bezig met een race tegen de klok. Weg met die vermoeiende bucket list. Ik zal er in ieder geval niemand meer naar vragen.

‘Waar geniet je het meeste van?’ laten we het daar eens over hebben.

 

Note: mijn bucket list was 1) een huis kopen en verbouwen naar eigen smaak, 2) in New York wonen en 3) een boek schrijven.

To-do-lijstje. Check!

De allerbeste wensen voor 2017! Ik wens je een goede gezondheid, veel liefde en een beetje geluk (teveel geluk is saai, iets bereiken door je eigen inzet geeft meer voldoening) .

Laat ik traditiegetrouw het jaar beginnen met een motiverend blogbericht. To-do-lijstjes deze keer. Doe je daaraan? Ik wel. Behoorlijk fanatiek om eerlijk te zijn. Heerlijk vind ik ze, heel stimulerend. Ta-da-lijstjes noemde iemand ze op twitter, voor als je iets kunt afstrepen. Ta-daaaa!

Voor mij is het to-do-lijstje hét medicijn tegen procrastinatie (zo’n prachtig woord, maar een klaaglijke ziekte) en ik ben er mee begonnen, met de lijstjes, na een tweedaagse cursus Time Management aan de AMA, American Management Association in New York, in de jaren dat ik in New York woonde. Ik heb een paar inzichten en gewoonten aan de cursus overgehouden waar ik nog steeds veel profijt van heb, waaronder dus de to-do-lijstjes. Ik maak ze heus niet elke dag, alleen als ik het druk heb of als ik mezelf aan de gang probeer te krijgen.

In het kader van het nieuwe jaar en eventuele goede voornemens van mensen, bij deze een paar persoonlijke tips voor efficiënte to-do-lijstjes:

  • Bepaal je prioriteiten. Je kunt niet alles tegelijk doen, wat is nu het belangrijkste? Wat kan later, wat kan een ander doen? Wat hoeft eigenlijk niet te gebeuren?
  • Overschat je tijd niet, wees realistisch. Zet er niet te veel dingen op, laat ruimte voor de onverwachte dingen die het leven nu eenmaal voor je in petto heeft en houd er rekening mee dat het project langer kan duren dan je denkt. Geef jezelf ook de ruimte voor ontspanning wanneer je je taken af hebt. Je hoeft alles niet nu meteen te doen, dit is een langeafstandloop. Kleine stapjes, rustig aan, dan kom je er vanzelf. Liever twee taken afronden en daar een tevreden gevoel aan overhouden, dan vijf taken beginnen, niet afronden en gefrustreerd raken. Als je keer op keer teveel van jezelf verlangt met te lange lijsten, krijg je telkens het gevoel dat je ‘faalt’ of tijd tekort komt en dat werkt absoluut averechts.
  • Breek grote projecten op in kleine stappen en die stappen zet je op je lijstje, niet het hele project. Als ik op mijn lijst zet: ‘werkkamer opknappen’ (wat ik dus van plan ben), dan komt er niets van terecht. Zet ik erop: ‘woensdag: werkkamer leegruimen.’ Dan lukt mij dat. ‘Donderdag: oude laminaat eruit slopen. Grof vuil bellen.’ Geen probleem. Kan ik. Check.
  • Maak je lijstje de avond ervoor. Ga er aan het eind van de (werk)dag even voor zitten en plan je volgende dag. Als je een baan of leven hebt waarin je moeilijk kunt plannen maar moet reageren op wat er binnen komt die dag, dan kun je daar rekening mee houden. Een kwestie van jezelf veel marge gunnen voor ‘onvoorziene omstandigheden’. Mijn lijstje voor de dag ligt te wachten op mijn bureau wanneer ik weer vol frisse moed aan een nieuwe dag begin.
  • Ik heb gemerkt dat to-do-lijstjes bij mij alleen werken als ik ze daadwerkelijk op papier zet. Digitaal werkt bij mij niet. Bij de AMA werd ook uitgelegd dat het daadwerkelijk doorstrepen van een taak (ta-da!) erg motiverend werkt en dat ervaar ik zelf ook zo.

Hoe kom ik hier nu zo op? In de afgelopen weken met het regelen van de uitvaart van mijn vader, het leegruimen van zijn kamer, de afwikkeling van zijn administratie en dergelijke, kwamen de lijstjes mij weer zeer goed van pas om het overzicht te bewaren.

Op mijn lijstje voor woensdag staat steevast: blog klaarzetten. Nou. Ta-daaa! Check.Kàto Vierbergen Ta-Da-lijst: voor alles wat je lekker afgestreept hebt!

Oppeppers voor de afvallers

Het is vandaag 1 oktober; een mooie dag om jullie op de hoogte te brengen van wat er tot nu toe van mijn goede voornemens terecht gekomen is. Ik schreef begin juli, in de blog post “Mijn tweede boek, in grote ‘lijnen’”, dat ik vloekend en tierend in mijn badkamer stond. Ik schreef over gewicht en afvallen en boeken daarover kunnen schrijven enzo.

WeegschaalSinds ik 1 juli jl. de afval-draad weer heb opgepakt, zijn er weer 10 kilo af. Dat brengt het totaal naar 28 kilo sinds ik 16 maanden geleden de knop voorgoed heb omgezet, dus daar ben ik heel tevreden over. (Maar waarom begint het grote slinken altijd bij de cupmaat? Dat is dan weer zo jammer.)

De meest gestelde vraag: ‘Welk dieet volg je dan?’ of ‘Wat doe je dan?’ Dus laat ik het hier beantwoorden, wellicht heeft iemand er iets aan.

Ik volg geen speciaal dieet, laat ik dat voorop stellen. Er zijn drie ‘gouden regels’ die mij helpen met afvallen en ik gebruik het laatste punt om gemotiveerd te blijven;

  • Ik laat de alcohol (zo veel mogelijk) staan. Het zijn loze calorieën, maar vooral: je lever is het enige orgaan dat vet afbreekt en ook het enige orgaan dat alcohol afbreekt. Het is dus het één of het ander. Als je drinkt zit je jezelf dubbelop dwars. Laatst had ik trouwens een avondje ‘vrij’ (een bewuste keuze om te drinken die avond) en ik was al heel snel, heel erg dronken. Ik was het niet meer gewend en bovendien ben ik inmiddels een stuk lichter, dus ja, die kwam hard aan. Ik wist meteen weer wat de andere reden was om niet te drinken: de kater! Om maar niet te spreken van het feit dat ik Henk de hele avond John heb genoemd, vier keer heb gevraagd hoe Marianne ook al weer heet en de hele avond bij deez en geen om zijn of haar nek heb gehangen want ik word nog lichamelijker als ik dronken ben. Het was een glansrijke vertolking van ‘de dronken schrijfster’, al zeg ik het zelf. (Sorry, Henk!)
  • Eet wat je wilt, maar houd voor de grap eens de calorieën bij. Er bestaan voldoende gratis apps om dit te doen, zelf gebruik ik MyNetDiary Pro waar ik eenmalig een paar euro voor betaald heb. Als je je bewust wordt van de loze calorieën (brandstof maar geen voedingstof) die er ongemerkt ingaan, dan ga je vanzelf andere keuzes maken. 20 snoeptomaatjes of een klein stukje chocola… tja… als je echt trek hebt, dan weet je het wel. Ik kan je vertellen dat ik ontzettend veel groente eet. Weinig koolhydraten, weinig zuivel, weinig vlees. Ik mijd niets behalve geraffineerde suiker en al die bewerkte producten, maar die vind ik ook echt niet lekker meer. Ik eet veel eerlijke, pure producten. Had ik al gezegd veel groente?
  • Beweeg! Ja, duh! Maar echt he?! Richt je ook op het ontwikkelen van spieren want spieren verbranden meer energie, ook als je achter je bureau zit. Een stuk wandelen is prima, maar werk dus ook aan je spieren. Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn, kijk maar eens op youtube voor oefeningen die je gewoon thuis kunt doen zonder apparaten. Ik heb een tijd gewerkt met een personal trainer, maar ik begrijp heel goed dat niet iedereen die investering wil of kan maken.
  • Heel belangrijk: Straf jezelf niet om je zwakke momenten, maar beloon je overwinningen. Geef jezelf punten bijvoorbeeld. Hoe lastiger je iets vindt, hoe meer punten je er mee kunt verdienen. Dit heb ik uit Dromen, durven, doen van Ben Tiggelaar. Ik beloon mezelf bijvoorbeeld voor het traplopen op het werk (7de verdieping!) in plaats van de lift, ik beloon mezelf voor een dag niet drinken, voor het bijhouden van mijn calorieën, en ga zo maar door. Bedenk je eigen puntensysteem en bedenk je eigen beloningen voor het behalen van een bepaald aantal punten of mijlpalen. Maak het jezelf niet te moeilijk en niet te makkelijk, ik bedoel, de beloningen moeten uitdagend maar ook realistisch zijn.

In mijn vakantie heb ik Het antidieetboek gelezen en daar staat voor een groot deel in wat ik eigenlijk al had ontdekt en wat ik min of meer zelf ook in een boek zou willen zetten. Dus dat boek schrijven, dat ligt even op de plank. Ten eerste wil ik natuurlijk niet schrijven wat er al geschreven is, en ten tweede omdat ik er naast mijn baan en mijn studie (en het sporten!) even geen tijd voor heb. Maar hopelijk hebben jullie hier vast wat aan!