Geluidsoverlast

Soms kom ik een mens tegen, die ik niet ken, die mij mateloos weet te irriteren. Meestal kom ik zo iemand tegen in de trein en meestal heeft het te maken met geluid. Zo wil ik nog wel eens van coupé wisselen om hard pratende mensen te ontwijken. Waarom moet zoveel zo hard? Laten we alles wat zachter doen. In New York is het helemaal erg trouwens. Altijd en overal lawaai, vooral in de metrostations, waardoor steeds meer mensen oordopjes dragen om hun gehoor te beschermen en dat is niet onterecht.

Zo zat ik laatst naast iemand die heel hard de krant aan het lezen was. Hard de krant lezen? Ja, dat kan:

Ik zit in de intercity van Amsterdam naar Vlissingen. Schuin tegenover mij, in zo’n zitje voor vier personen, zit een jong meisje van rond de twintig. Heel verlegen lijkt ze mij, de manier waarop ze me telkens heel vluchtig aankijkt.

Er komt een ouder stel aan en ze komen bij ons zitten. Het meisje schuift door naar het raam en zit nu tegenover mij. De man gaat naast mij zitten, de vrouw naast het meisje. We zitten in de stiltecoupé overigens. Leuk idee, zo’n stiltecoupé, maar het werkt voor geen meter. Het stel praat zacht en telkens maar kort. Bovendien zijn het ‘ouderen’, dus ja, je zegt er ook niet zo snel wat van natuurlijk. Dan komt er een hele stapel kranten uit de tas van de man. De zaterdageditie van drie landelijke bladen zo te zien. Dat zijn veel katernen bij elkaar. Het meisje en ik zitten al tegen het raam gedrukt, ik helemaal, want ik ben niet de kleinste en de man naast mij ook niet, en als hij dan ook nog eens breeduit de krant wil lezen… Maar vooruit.

Maar dan: de vrouw slaat telkens met veel geritsel de pagina open en ‘slaat’ ‘m dan uit. Nog even zo’n zweepslag met de krant zodat de pagina rechtop blijft. Dan vouwt ze de krant toch om, zodat ze alleen de pagina voor zich heeft die ze wil lezen. Die strijkt ze nog drie keer met veel lawaai plat. En dat niet één keer. Nee, vaak, want ze kan blijkbaar geen artikel vinden dat ze wil lezen. Ik kijk het meisje ondertussen met een aarrrrgh!-blik aan. Ik zoek een lotgenoot. Een heel klein lachje durft ze me te geven, een mondhoek die heel even richting een glimlach beweegt. Meer is het niet. Dan kijkt ze snel weer weg.

De vrouw vindt nu af en toe een klein artikel dat het lezen waard is, maar heeft een nieuwe manier gevonden om me te irriteren: zodra ze iets gelezen heeft, stoot ze haar man aan (echt niet liefdevol, maar heel venijnig), duwt het artikel onder zijn neus en wijst er met een tikkend vingertje op. Met een korte, zacht uitgesproken samenvatting van het artikel. Laat die man lekker zelf lezen, wil ik haar toebijten, maar ja, dat doe je niet natuurlijk.

Met deze vrouw zou Roald Dahl wel raad weten in zijn kinderboeken. Bleke huid, bleek haar, bleek brilmontuur. Deze hele vrouw is beige. Zuur en ontevreden mondje, en als ze vanachter haar bril haar ogen toeknijpt om op het scherm te lezen waar we zijn, dan slaat de kou je om het hart.

Ik dacht dat lezen een rustige, stille bezigheid was? In de stiltecoupé notabene, maar dat hebben ze blijkbaar niet gelezen.

Weet je nog…

De trein tussen Rotterdam en Dordrecht reed deze vrijdag wél. En wat voor een trein! Het was de trein naar Brussel van 13.08 uur, zo’n ouderwetse trein met gangpaden langs coupés voor zes personen. Met schuifdeuren, tapijt en stoffen bekleding.

Ik schuif de deur open naar de derde coupé waar ik langskom. Een meisje, met haar Apple laptop op het tafeltje bij het raam en haar witte Apple oordopjes in haar oren, lacht vriendelijk naar me. De man met grijze haren die aan dezelfde kant zit, maar dan bij de schuifdeur, glimlacht ook. Ik ga tegenover hen zitten, in het midden, zo hebben we alle drie ruimte om onze benen te strekken.

De man tegenover me kijkt nog een keer op, glimlacht weer. Ik glimlach aarzelend terug maar kijk hem vooral licht vragend aan. Afwachtend, alsof ik vermoed dat hij iets wil gaan zeggen. Hij kijkt snel weer terug naar zijn iPad mini.

Via het omroepsysteem worden we in drie talen gewaarschuwd voor het vaak aanwezig zijn van zakkenrollers op deze route. Ik voel even naar de iPod Touch in mijn ene jaszak en de iPhone 5s in de andere.

De trein zet zich in beweging. Ondanks de prominente aanwezigheid van Apple, ben ik al snel twintig jaar terug in de tijd. Studententijd in Breda, op en neer naar Dordrecht, niet zelden met deze trein, maar ook de nachttrein naar Parijs. Vooral die keer dat ik samen met een vriendin halsoverkop naar Parijs vertrokken ben, veel meer dan een schone onderbroek en een tandenborstel hadden we niet bij ons. Mijn vriendin kwam terug met een parelketting en bijpassende oorbellen. Gekregen van een romantische Fransman.

Met de nachttrein deden we er in die tijd minstens acht uur over om in Parijs te komen omdat we ’s nachts stilstonden bij de grensovergang naar Frankrijk. Dat had iets te maken met een andere breedte van het spoor waardoor er iets met het treinstel moest gebeuren, of met een andere machinist, hoe dan ook stonden we er lang stil. Ik herinner me vooral een ijskoude nacht in een stilstaande trein waarvan de verwarming het niet deed of uit stond. Wat een verademing toen de Thalys kwam.

Weet je nog, dat we mochten roken in de trein? Deze ouderwetse trein brengt allerlei beelden bij me naar boven. Dikke rookwolken in de coupé. Uitpuilende asbakjes in de stoelleuningen. De schrale geur die er een decennium nadat het was afgeschaft nog steeds niet uit was. Het was ontzettend smerig, maar gezellig was het altijd wel in de rookcoupé. Ik heb ook vier jaar in Rotterdam gestudeerd. En gerookt heb ik ook. Dan nam ik de trein van half acht ’s ochtends en de rookcoupé zat elke dag vol met Brabanders die elkaar kenden en standaard een potje kaartten in de trein.

Ach ja, dat waren nog eens tijden.

De trein rijdt Dordrecht binnen en ik sta op. De man met het grijze haar schuift de deur voor me open. Dat gebaar waardeer ik zeer en ik bedank hem dan ook vriendelijk. Apple heeft het menselijk contact nog niet volledig gesaboteerd.

Doe die deur dicht!

Heb je het gelezen toevallig, dat afgelopen vrijdag het treinverkeer tussen Rotterdam en Dordrecht lange tijd niet mogelijk was? Drie keer raden wie er in Rotterdam zat en er bijna vier uur over heeft gedaan om thuis te komen.

Precies!

Ik ben uiteindelijk gaan varen. Geen grap. In een helder moment dacht ik: de waterbus! Iets wat de OV informatie niet in overweging nam. Zij kwamen niet verder dan duizenden mensen laten stranden op Rotterdam Lombardije.

En weet je wat nou de grote grap in dit verhaal was? De echte dijenkletser? Dat het waarschijnlijk allemaal kwam omdat iemand de deur open heeft laten staan in de tunnel bij Barendrecht. Daardoor (vraag me niet waarom, ik zie het verband ook niet direct) ging het blussysteem (van schuim, geen water) in de tunnel aan.

Hoor je de echo ook nog, van je ouders die altijd en eeuwig riepen: ‘Doe die deur dicht!’, ‘We zijn de kerk niet’, ‘Weet je wel wat dat kost?!’ et cetera.

Ach ja, je bent een tiener en de wereld om je heen is wazig en nog niet zo relevant als jijzelf. Triviale dingen als de deur achter je dichtdoen, daar kun je allemaal geen rekening mee gaan houden hoor. Maar het zal geen dromerige tiener geweest zijn die vrijdag de deur open heeft laten staan. Dat zal toch wel een verantwoordelijke, volwassen medewerker zijn geweest. Een onderhoudsmedewerker, stel ik me  zo voor.

Bijna zes uur heeft het geduurd voor er weer een trein richting het zuiden ging.

Al die mensen met koffers, op weg naar Brussel of Parijs. Al die belangrijke – misschien wel cruciale – afspraken die mensen zijn misgelopen omdat iemand de deur open heeft laten staan. Je had ze moeten zien op Rotterdam Centraal toen ik daar rond een uur of één aankwam; de massa’s vastgelopen reizigers. Overal koffers en sporttassen. En dat was pas het eerste uur van de storing, dat zou nog veel erger worden, maar toen zat ik al een boterham te eten in het zonnetje op het Kruisplein voor het station. Van de nood een deugd maken, daar heb ik geen problemen mee.

Ik volgde de verkeersinformatie via de NS app, maar er werd steeds meer geannuleerd. Via het spoor was er in ieder geval geen enkele optie om de 23 kilometer naar mijn huis te overbruggen en over de bussen was 9292 reisinformatie ook niet erg duidelijk, terwijl er volgens mij toch een bus vanaf Zuidplein moest gaan. Om kwart over twee kreeg ik de ingeving van de waterbus.

Het duurt even, via het water (een uur ongeveer), maar het is in ieder geval een aangename rit, ongetwijfeld prettiger dan de eerste stampvolle treinen die rond zes uur gingen rijden.

Ik was om half vijf thuis en dacht: dit verzin je toch niet?!

Maar leef je nu even in in de persoon die de deur open heeft laten staan: Het is twaalf uur, schafttijd. Je gaat naar de kantine van ProRail, pakt je broodtrommel uit je rugzak. Met twee grote happen steek je de helft van je donkerbruine boterham met jonge kaas in je mond. Slok automaatkoffie erbij en dan hoor je dat de tunnel is volgelopen met schuim. Oh oh. Daar kom je net vandaan.

Als je ’s avonds met je pilsje en je iPad op de bank zit, zie je op nu.nl de beelden van duizenden gestrande reizigers. In het begeleidende artikel staat dat de storing komt omdat er een deur openstond en alleen jij weet wie die deur niet achter zich dicht heeft gedaan…

Dan voel je je toch knap lullig, of niet dan?

 

De OV-chipkaart

Ergens vind ik het wel jammer, dat de zuilen voor de OV-chipkaart op stations worden vervangen door de poortjes. Het voordeel is natuurlijk dat je niet snel meer zult vergeten uit te checken, maar ik zal de opa’s, oma’s en andersoortige geliefden missen die op het perron staan terwijl de vertrekkende mensen zich nestelen in een plekje bij het raam.

De vertrekkers praten vaak nog tegen de persoon op het perron door het drie-dubbeldikke veiligheidsglas, op een speciaal voor deze gelegenheid, gedempte toon omdat ze ook wel weten dat de achterblijvers ze niet kunnen horen, maar hopen dat deze kunnen liplezen. Mensen zwaaien naar elkaar, werpen handkusjes, de persoon op het perron kijkt opzij om te zien of de deuren nu eindelijk dicht gaan. Nog een keer zwaaien. ‘Nou, dag! Dag!’ Dat gaat dus niet meer. Nu moet men afscheid gaan nemen bij de poortjes, net als bij de douane op Schiphol.

Ook zal ik de wonderlijke choreografie missen van de mensen die tegen de zuilen aan staan te rijden omdat de portemonnee met OV-chipkaart in een broekzak of jaszak zit. De zuilen hebben heel wat kruisen/kruizen (mag allebei) en billen gepresenteerd gekregen, maar ook dit zal niet vaak meer gebeuren helaas.

De OV-chipkaart is in 2005 voor het eerst geïntroduceerd in Rotterdam, maar heeft pas in 2011 de strippenkaarten in heel Nederland vervangen. In de jaren 2007 tot en met 2010 zat ik in New York en ik weet nog dat ik het allemaal maar lastig vond als ik in Nederland op bezoek was, zo zonder OV-chipkaart. Het heeft ook erg lang geduurd voor ik een kaart op naam heb aangevraagd toen ik weer in Nederland woonde, daar moest ik eerst een anonieme kaart met nog 75 euro tegoed voor verliezen trouwens, ik hoop dat iemand die dit hard kon gebruiken hem gevonden heeft.

Nog steeds vind ik het huidige systeem een obstakel voor toeristen en dat vind ik jammer; andere wereldsteden lijken dat toch beter geregeld te hebben. De anonieme kaart die eenieder gewoon bij de automaat kan kopen, zou een prima oplossing kunnen zijn voor toeristen, ware het niet dat, om deze te kunnen gebruiken voor de NS, er minimaal 20 euro op moet staan. Dat vind ik nogal wat, want als je na je weekendje Amsterdam de trein naar Schiphol wilt pakken, eindig je dus met zo’n 16 euro op je kaart waar je niets meer aan hebt. Dus kun je beter losse treinkaartjes kopen, maar word je afgestraft als je alleen met creditcard kunt betalen of als je in de lange rij gaat staan voor het loket, want bij beide betaal je 50 cent extra als ik het mij goed herinner. Dat is toch niet aardig?

Overigens, op station Dordrecht kun je óf naar beneden – via de spoortunnel – naar de uitgang, óf je kunt de trap op en dan via een loopbrug boven de sporen langs naar buiten. Afgelopen januari waren de zuilen op de loopbrug net vervangen door poortjes. Ik kwam laat terug uit Amsterdam toen ik ze voor het eerst zag en heb er hartelijk om staan lachen: twee van de drie poortjes waren voor rolstoelgebruikers, één voor ARRIVA en één voor de NS. Heel attent, ware het niet dat er geen lift was en er dus nooit een rolstoelgebruiker gebruik zou gaan maken van de spoorwegovergang.

Van de week nam ik weer de spoorwegovergang en ik zag dat de poortjes inmiddels waren vervangen door drie ‘standaard’ poortjes. Wat had ik graag de gezichten willen zien van de mensen die hier over gaan, op het moment dat ze zich de vergissing realiseerden…

De NS en ik

Terwijl de KLM en ik het uitermate goed kunnen vinden met elkaar, is mijn relatie met de NS gedoemd. Het lijkt wel alsof – elke keer als ik een tocht wil ondernemen om mijn boek te promoten (zie Mag het licht weer uit? en Geen paniek!) – de NS mij tegenwerkt.

Zo stond ik afgelopen vrijdag op het station in Dordrecht, op weg naar Utrecht om aldaar een exemplaar van mijn boek te signeren en in de boekenwinkel te leggen (dit uiteraard in overleg met de desbetreffende boekhandel). De koper van dit unieke exemplaar mag kiezen tussen een etentje met mij of een dinerbon ter waarde van 100 Euro. De Sjakie-actie hebben we (de marketingmeisjes van de uitgeverij en ik) het gedoopt, naar het verhaal van Sjakie en de Chocoladefabriek.

Golden TicketIk had geen tijd afgesproken met de boekhandel, maar ik zou de trein rond negen uur nemen, dan zou ik tussen half elf en elf uur op mijn bestemming zijn.

Ik heb ‘s ochtends de NS App nog gecontroleerd op ongewone meldingen, maar er was niets aan de hand. Echter, op het station aangekomen zag ik van een afstandje de donkerblauwe balken al op het scherm met de vertrektijden; een teken dat er iets mis was. En dat er iets goed mis was, want het waren heel veel donkerblauwe balken die ik zag.

‘Vanwege de inzet van hulpdiensten is er geen treinverkeer mogelijk van en naar Rotterdam Centraal,’ galmde de kalme, warme NS stem over het station. Wat betekende dát nou weer, “inzet van hulpdiensten”? Er klonk geroezemoes en ik ving wat steekwoorden op als ‘verwarde man’ en ‘Thalys’. Ik keek zelf op nu.nl en kwam te weten dat een man zich had opgesloten op het toilet van de Thalys, er niet af wilde komen en dat daarom station Rotterdam Centraal voor een groot deel ontruimd was. Heb ik weer.

Hoe lang kan het duren om een man van het toilet te halen, dacht ik. Ik kocht een koffie en een broodje en ging aan de voorzijde van het station op een muurtje zitten. Het zonnetje scheen. Zwak, maar het scheen. Rechts van mij zat een jonge man, links van mij een vrouw van rond de vijftig. De man verdween al snel nadat de vrouw en ik hem verzekerd hadden dat de treinen wel tot Rotterdam Blaak reden, maar niet verder.

‘Ik werk op Rotterdam Centraal,’ zei de vrouw naast me, nadat de man was weggespurt. ‘Ik kom er net vandaan, ik ben vrij vandaag. Gelukkig zat ik in een van de laatste treinen die vertrokken.’

‘Oh,’ zei ik. ‘Dat is fijn.’

‘Nou ja,’ ging ze verder, ‘eigenlijk niet zo fijn, want ik heb een begrafenis vandaag.’

‘Oh, dat spijt me voor u. Familie?’

‘Nee… Nou ja, het is nogal een raar verhaal,’ antwoordde ze. Ze nam een flinke trek van haar sigaret en vertelde me het rare verhaal, wat vooral heel erg triest was en waar zowel kanker bij de ene persoon als zelfdoding bij een andere persoon een rol in speelden. De vrouw zou worden opgehaald. Ze had haar verhaal net afgerond toen haar lift verscheen. We wensten elkaar sterkte en ze rende naar de auto. Ik bleef wat beduusd achter.

Na twintig minuten keek ik nog eens op de reiswijzer van de NS en daar stelde de App voor om via Geldermalsen naar Utrecht te reizen. Daar had ik nog niet aan gedacht. Het perron voor de Arriva trein die ons naar Geldermalsen kon brengen stond vol met mensen die ook allemaal meewilden, maar de trein die daar klaarstond zou blijven staan.

‘Er komt zo een andere trein hierachter te staan,’ zei een meneer in een Arriva uniform, ‘die vertrekt naar Geldermalsen.’ De hele mensenmassa bewoog zich enkele tientallen meters verder in de aangegeven richting. De beloofde trein kwam en iedereen stapte in. Toen werden we verzocht allemaal weer uit te stappen. Deze zou namelijk ook niet gaan rijden. Nou moe. De derde trein dan. Een collega van mij stapte uit de derde trein die het station binnen was gekomen en zich achter de twee andere treinen had aangesloten. Mijn collega wist me te vertellen dat er een stuk rails ontbrak op het spoor. Nee! Arriva zit ook in het complot. Heb ik weer.

De derde trein vertrok uiteindelijk en bracht ons toch nog naar Geldermalsen, zij het tergend langzaam op de plek waar het stuk rails ontbrak.

Uiteindelijk kwam ik met een uurtje vertraging in Utrecht aan, dus er was natuurlijk helemaal niets aan de hand. Het droevige verhaal van de vrouw naast me in Dordrecht had alles meteen weer in perspectief gezet en ik kon alleen maar lachen om mijn kleine ongemakjes.

Het boek is dus getekend, de ‘gouden wikkel’ ligt – voor zover ik weet – nu nog in een boekhandel in Utrecht, dus vind ‘m, dan gaan we een hapje eten en genieten van het leven. Houd er wel rekening mee dat ik wat vertraging op kan lopen want de NS en ik… nou ja.