Dat moet je willen!

Vorige week mocht ik naar de Inspiratiedag in Rotterdam, georganiseerd door het UWV om werkzoekenden te motiveren, handvaten te bieden en in staat te stellen te netwerken met potentiele werkgevers in de regio.

Ik ben van de waarom-niet-mentaliteit, dus liet ik me rond half tien, samen met drie medecursisten van de cursus ‘Succesvol naar werk’, verwelkomen bij De Doelen.

Fantastisch geregeld allemaal, ik kan niet anders zeggen. Sprekers, workshops, netwerken, hapje, drankje, een lach en een traan.

Alle sprekers waren goed, maar de grote publiekstrekker was toch wel Professor Erik Scherder, onze knuffelneuropsycholoog, bekend van DWDD.

Sinds zijn presentatie roep ik te pas en te onpas: ‘Dat moet je willen!’ Daar zit een verhaal achter natuurlijk.

Professor Scherder had twee belangrijke lessen voor ons om, indien mogelijk, ons brein te helpen langer fit te blijven.

Ten eerste: 45 aaneengesloten minuten per dag bewegen. Zeven dagen in de week. Niet zomaar wandelen, maar flink doorstappen of flink doortrappen op de fiets, zodat de hartslag verhoogd is. Hierdoor maak je bloedvaten in de hersenen aan. Essentieel. Compenseren werkt niet, dus niet op dinsdag anderhalf uur om vervolgens woensdag op de bank te blijven zitten, dat telt niet.

Ten tweede: nieuwe dingen blijven leren. Ja, dat wordt iets lastiger na je dertigste, maar blijf leren want dan blijf je nieuwe verbindingen in je hersenen maken. En ook die zijn essentieel voor een scherpe geest op latere leeftijd. Dus leer een taal, pak die klus aan waar je nieuwe dingen voor moet leren, kom uit je comfortzone, leg de muis eens aan de andere kant van je computer, ga op gitaarles.

Hij gaf het voorbeeld dat zijn collega’s aan de universiteit liever tegen hem zeggen ‘doe jij dat maar’ dan zelf de uitdaging aangaan. Erik Scherder doet dat maar al te graag, noemt het braintraining. Toen de Professor ons dit verhaal vertelde, begon hij hard te lachen en bulderde: ‘Dat moet je juist willen!’ Blijf jezelf uitdagen.

Die is blijven hangen, dus nu, als iemand iets lastig vindt, gooi ik een vuist in de lucht en roep: ‘Yes! Da’s goed! Dat moet je willen!’

Heel vervelend natuurlijk als je alleen maar wilt vertellen dat je iets lastig vindt, maar het gaat wel weer over.

Weet je nog…

De trein tussen Rotterdam en Dordrecht reed deze vrijdag wél. En wat voor een trein! Het was de trein naar Brussel van 13.08 uur, zo’n ouderwetse trein met gangpaden langs coupés voor zes personen. Met schuifdeuren, tapijt en stoffen bekleding.

Ik schuif de deur open naar de derde coupé waar ik langskom. Een meisje, met haar Apple laptop op het tafeltje bij het raam en haar witte Apple oordopjes in haar oren, lacht vriendelijk naar me. De man met grijze haren die aan dezelfde kant zit, maar dan bij de schuifdeur, glimlacht ook. Ik ga tegenover hen zitten, in het midden, zo hebben we alle drie ruimte om onze benen te strekken.

De man tegenover me kijkt nog een keer op, glimlacht weer. Ik glimlach aarzelend terug maar kijk hem vooral licht vragend aan. Afwachtend, alsof ik vermoed dat hij iets wil gaan zeggen. Hij kijkt snel weer terug naar zijn iPad mini.

Via het omroepsysteem worden we in drie talen gewaarschuwd voor het vaak aanwezig zijn van zakkenrollers op deze route. Ik voel even naar de iPod Touch in mijn ene jaszak en de iPhone 5s in de andere.

De trein zet zich in beweging. Ondanks de prominente aanwezigheid van Apple, ben ik al snel twintig jaar terug in de tijd. Studententijd in Breda, op en neer naar Dordrecht, niet zelden met deze trein, maar ook de nachttrein naar Parijs. Vooral die keer dat ik samen met een vriendin halsoverkop naar Parijs vertrokken ben, veel meer dan een schone onderbroek en een tandenborstel hadden we niet bij ons. Mijn vriendin kwam terug met een parelketting en bijpassende oorbellen. Gekregen van een romantische Fransman.

Met de nachttrein deden we er in die tijd minstens acht uur over om in Parijs te komen omdat we ’s nachts stilstonden bij de grensovergang naar Frankrijk. Dat had iets te maken met een andere breedte van het spoor waardoor er iets met het treinstel moest gebeuren, of met een andere machinist, hoe dan ook stonden we er lang stil. Ik herinner me vooral een ijskoude nacht in een stilstaande trein waarvan de verwarming het niet deed of uit stond. Wat een verademing toen de Thalys kwam.

Weet je nog, dat we mochten roken in de trein? Deze ouderwetse trein brengt allerlei beelden bij me naar boven. Dikke rookwolken in de coupé. Uitpuilende asbakjes in de stoelleuningen. De schrale geur die er een decennium nadat het was afgeschaft nog steeds niet uit was. Het was ontzettend smerig, maar gezellig was het altijd wel in de rookcoupé. Ik heb ook vier jaar in Rotterdam gestudeerd. En gerookt heb ik ook. Dan nam ik de trein van half acht ’s ochtends en de rookcoupé zat elke dag vol met Brabanders die elkaar kenden en standaard een potje kaartten in de trein.

Ach ja, dat waren nog eens tijden.

De trein rijdt Dordrecht binnen en ik sta op. De man met het grijze haar schuift de deur voor me open. Dat gebaar waardeer ik zeer en ik bedank hem dan ook vriendelijk. Apple heeft het menselijk contact nog niet volledig gesaboteerd.

Doe die deur dicht!

Heb je het gelezen toevallig, dat afgelopen vrijdag het treinverkeer tussen Rotterdam en Dordrecht lange tijd niet mogelijk was? Drie keer raden wie er in Rotterdam zat en er bijna vier uur over heeft gedaan om thuis te komen.

Precies!

Ik ben uiteindelijk gaan varen. Geen grap. In een helder moment dacht ik: de waterbus! Iets wat de OV informatie niet in overweging nam. Zij kwamen niet verder dan duizenden mensen laten stranden op Rotterdam Lombardije.

En weet je wat nou de grote grap in dit verhaal was? De echte dijenkletser? Dat het waarschijnlijk allemaal kwam omdat iemand de deur open heeft laten staan in de tunnel bij Barendrecht. Daardoor (vraag me niet waarom, ik zie het verband ook niet direct) ging het blussysteem (van schuim, geen water) in de tunnel aan.

Hoor je de echo ook nog, van je ouders die altijd en eeuwig riepen: ‘Doe die deur dicht!’, ‘We zijn de kerk niet’, ‘Weet je wel wat dat kost?!’ et cetera.

Ach ja, je bent een tiener en de wereld om je heen is wazig en nog niet zo relevant als jijzelf. Triviale dingen als de deur achter je dichtdoen, daar kun je allemaal geen rekening mee gaan houden hoor. Maar het zal geen dromerige tiener geweest zijn die vrijdag de deur open heeft laten staan. Dat zal toch wel een verantwoordelijke, volwassen medewerker zijn geweest. Een onderhoudsmedewerker, stel ik me  zo voor.

Bijna zes uur heeft het geduurd voor er weer een trein richting het zuiden ging.

Al die mensen met koffers, op weg naar Brussel of Parijs. Al die belangrijke – misschien wel cruciale – afspraken die mensen zijn misgelopen omdat iemand de deur open heeft laten staan. Je had ze moeten zien op Rotterdam Centraal toen ik daar rond een uur of één aankwam; de massa’s vastgelopen reizigers. Overal koffers en sporttassen. En dat was pas het eerste uur van de storing, dat zou nog veel erger worden, maar toen zat ik al een boterham te eten in het zonnetje op het Kruisplein voor het station. Van de nood een deugd maken, daar heb ik geen problemen mee.

Ik volgde de verkeersinformatie via de NS app, maar er werd steeds meer geannuleerd. Via het spoor was er in ieder geval geen enkele optie om de 23 kilometer naar mijn huis te overbruggen en over de bussen was 9292 reisinformatie ook niet erg duidelijk, terwijl er volgens mij toch een bus vanaf Zuidplein moest gaan. Om kwart over twee kreeg ik de ingeving van de waterbus.

Het duurt even, via het water (een uur ongeveer), maar het is in ieder geval een aangename rit, ongetwijfeld prettiger dan de eerste stampvolle treinen die rond zes uur gingen rijden.

Ik was om half vijf thuis en dacht: dit verzin je toch niet?!

Maar leef je nu even in in de persoon die de deur open heeft laten staan: Het is twaalf uur, schafttijd. Je gaat naar de kantine van ProRail, pakt je broodtrommel uit je rugzak. Met twee grote happen steek je de helft van je donkerbruine boterham met jonge kaas in je mond. Slok automaatkoffie erbij en dan hoor je dat de tunnel is volgelopen met schuim. Oh oh. Daar kom je net vandaan.

Als je ’s avonds met je pilsje en je iPad op de bank zit, zie je op nu.nl de beelden van duizenden gestrande reizigers. In het begeleidende artikel staat dat de storing komt omdat er een deur openstond en alleen jij weet wie die deur niet achter zich dicht heeft gedaan…

Dan voel je je toch knap lullig, of niet dan?