Overpeinzingen #3

Ik vraag ik me wel eens af of Koningin Máxima Spaans praat met haar dochters. Dat is natuurlijk fantastisch als je tweetalig kan worden opgevoed, daar kan ik jaloers op zijn.

En als bijna alle jonge meisjes er van dromen om prinsesje te zijn, waar dromen de prinsesjes dan van? En hoe zou het de ex-vriendinnetjes van Willem-Alexander vergaan zijn? Zullen ze een extra sexy-waarde hebben gekregen als “de ex-vriendin van”? Zullen ze inmiddels ook kinderen hebben en zullen ze die kinderen vertellen: ‘Kijk, dat had mama kunnen zijn.’ Een verbroken relatie is natuurlijk altijd jammer, maar met hoeveel weemoed kijk je terug naar je verkering met de Koning?

En hoeveel toegevoegde waarde hebben je exen? Of beter gezegd, hoeveel eigenwaarde ontleen je aan de mensen met wie je het bed gedeeld hebt? Begrijp me niet verkeerd, ik veroordeel het niet, ik maak me er zelf ook schuldig aan, merk ik. Niet aan de grote klok, maar bij een select groepje vrienden wil ik er (bij herhaling) nog wel eens op wijzen dat ik ‘het nog wel eens heb gedaan met hem’ als de ‘hem’ opmerkelijk is.

Toen ik in New York woonde kwam een Nederlandse vriend een dag of tien logeren. Een paar weken voor hij kwam, zei hij: ‘Ik wil ook wel eens daten in New York.’ Hij kende mijn verhalen, hij was vrijgezel en hij schreef zich in op de site die ik hem voorstelde. Hij kreeg contact met een vrouw die niemand minder bleek te zijn dan de ex-vriendin van Richard Gere. Mijn Nederlandse vriend en deze – overigens prachtige – dame zijn twee keer uit eten geweest, maar haar beste kwaliteiten bleek toch dat ze de ex-vriendin van Richard Gere was, want verder werd duidelijk dat ze eigenlijk helemaal niet zo aardig was. Wel had ze een enorm appartement in de Upper East Side, naast dat van Bette Midler, maar wanneer we het verhaal over zijn date vertelden, was de voornaamste boodschap toch eigenlijk dat ze “de ex-vriendin van” was.

Overigens smeekte ik mijn Nederlandse vriend om haar toch te blijven zien, want ze was nog steeds goed bevriend met Richard Gere. Dan zou ik die natuurlijk ook ontmoeten op society feestjes bij haar thuis en als ik het dan ooit nog een keer Richard Gere zou mogen doen, dan zou ik dat – laten we eerlijk zijn – natuurlijk ook te pas en te onpas laten vallen in gezelschap.

Intieme geluiden

Soms hoor je geluiden van je buren die je liever niet wil horen. Dan bedoel ik dus niet geluiden van ‘de daad’, want daar heb ik persoonlijk helemaal geen moeite mee. Sterker nog, ik vind het alleen maar leuk om te horen dat mensen het naar hun zin hebben. Hoe kun je je daar nou aan storen? Er mag veel en luidruchtig gevreeën worden wat mij betreft.

Ik zat ooit met mijn toenmalige vriend op een terrasje in het betoverende Verona in Italië. Het was een warme zomerdag en er stonden vijf minuscule tafeltjes tegen de gevel van een even klein café. De straat was smal en koel. We deelden het terras met twee andere stellen en rechtsboven ons, op de eerste verdieping, stond een raam open. Langzaam, maar steeds harder en steeds duidelijker, bereikten ons de zuchten van een zwoel liefdesspel. Een liefdesspel dat zo te horen – zij was luider dan hij was – voor beide partijen nu toch rap richting een hoogtepunt ging. Op het terras hielden we onze adem in en we keken elkaar met grote, glimmende pretogen aan. Binnen enkele minuten bereikte in ieder geval de vrouw haar kookpunt; als een fluitketeltje ging ze af. Eerst werd het doodstil, en toen begonnen we met z’n zessen spontaan te klappen.

Nee, die geluiden bedoel ik dus niet.

Ook niet het geluid van de buurvrouwen die in de schaduw voor mijn huis zitten te keuvelen, of de kinderen die om het hardst schreeuwen in het steegje achter mijn huis. Nee, het gaat om mijn buurman. Ik denk dat hij een keelaandoening heeft. Met grote regelmaat komt er een rochelgeluid overwaaien dat mij in elkaar doet krimpen van walging. Ik vraag me oprecht af of ik hem moet voorstellen om eens naar de dokter te gaan. Het is een verder gezond ogende man van achter in de veertig die al jaren niet meer rookt, maar met tussenposen van dertig seconden tot een minuut brengt hij een geluid voort waar ik werkelijk onpasselijk van word. Maar ja, wat kun je daar nou van zeggen?

“Zeg, buurman, dat is niet goed hoor! Zou je daar niet eens naar laten kijken?”

Dat kun je toch eigenlijk niet maken bij iemand die je verder nooit spreekt behalve als hij een pakje voor je aanneemt? Iemands gezondheid is te intiem, lijkt het wel. Zo veel intiemer dan waar je aan dacht toen je de titel van deze post las.

De zomer komt er weer aan, heerlijk. Ramen en deuren gaan weer open, maar het vervelende met iets dat je liever niet wilt horen, is dat je er op gaat zitten wachten. Ken je dat? Tot je alleen nog maar dat hoort wat je niet wilt horen. Het steekt boven alle buurtgeluiden uit, het springt er uit. Ik zou liever horen dat hij van tijd tot tijd een vriend(in) over de vloer heeft, of dat hij uit volle borst met Hazes meezingt, dan kan ik gewoon af en toe mijn duim naar ‘m opsteken, of spontaan gaan applaudisseren.