Veel mensen zijn jaloers op mijn baan, en zeker in een tijd dat zo veel mensen geen baan hebben, mag ik natuurlijk in mijn handjes knijpen, want laten we wel wezen: terwijl Nederland na één dag lente van schrik meteen weer natgeregend wordt, zit ik lekker met mijn aanzienlijke achterwerk op een bankje langs de haven van Faro, Portugal. Met gemak 23 graden in het zonnetje.
Daar staat dan wel tegenover dat ik in mijn eentje op dat bankje zit, alleen achter een glas wijn, alleen aan het avondeten en alleen aan het ontbijt. Dat is heus niet altijd leuk. Nou ja, boehoe, ik wil alleen maar even aangeven dat het ook echt geen vakantie is.
Ik had een directe vlucht vanaf Rotterdam The Hague Airport naar Faro, dat is ontzettend fijn! Met Transavia, dat is dan een beetje jammer. Hele vriendelijke bemanning, geen verkeerd woord daarover, maar het is wel een beetje proppen in zo’n vliegtuig. En erg streng met de bagage natuurlijk, maar dat weten we. Het meisje doet ook maar gewoon haar werk en uiteindelijk heeft ze me toch weer gematst, dus nogmaals: geen verkeerd woord over de mensen van Transavia. Ik ben gewoon te groot voor de Transavia vluchten. Zal ik het zo stellen?
Op de vlucht naar Faro ben ik in ieder geval een van de jongste. Vergrijsd Nederland trekt massaal de Algarve in, en geef ze eens ongelijk: zon, zee, hartelijke mensen, lekker eten, en goedkoop! Vriendelijke heren van in de zestig en in de zeventig nemen mij gemoedelijk op, een knipoog hier en daar. De vrouwen pakken boterhammen uit, lezen tijdschriften of spelen Candy Crush. Het stel dat naast mij in het vliegtuig zit, koopt een wijntje bij hun broodje zalm. Weer een knipoog.
Nadat ik, eenmaal in het prachtige, lieflijke Faro, een rondje heb gelopen en even het zonnetje heb meegepikt, haal ik wat te eten en te drinken bij de supermarkt. Er staat wel ‘supermercado’ op de gevel, maar ik overdrijf niet als ik zeg dat 90% van het oppervlak van de winkel is gevuld met drank. Het is dus een slijterij die ook wat kaas en nootjes verkoopt. De eigenaar van de winkel ontkurkt de fles witte wijn voor me, want een kurkentrekken heb ik niet bij me. Ik werk die avond, ik word erg productief van hotelkamers. Er is weinig anders te doen en TV kijken interesseert me niet.
’s Ochtends aan het ontbijt is het rustiger dan ik had verwacht. Ik ben natuurlijk zakentijden gewend, geen pensionado-tijden. Of misschien zijn ze al geweest en zijn ze weer even terug in bed gekropen. Heerlijk lijkt me dat, pensioneren.
De mannen die er zijn aan het ontbijt eten met concentratie, de vrouwen spelen Candy Crush op de tablet. Hetzelfde als thuis, denk ik dan, maar dan met betere temperaturen en een veel beter uitzicht. Een Engelse vrouw van eind zestig praat hard en met volle mond tegen haar man. Het is een onsmakelijk gezicht en gehoor, je hoort dat de broodkruimels in het rond vliegen.
Ik ga maar eens aan het werk. Nog 26 jaar tot aan mijn pensioen. Hoe zou het er hier dan uitzien? Dan zijn we met 9 miljard mensen op de planeet. Waar gaan we dan heen voor onze rust? De maan?