Weer aan de slag

Beste lezers (‘dames en heren’ mag niet meer, begrijp ik), bij voorbaat excuses voor een lichtelijk inspiratieloze blog vandaag, ik ben namelijk sinds deze week weer fulltime aan het werk op kantoor. Jaja.

Ja, het zal jullie ook verbazen, maar de adverteerders stonden niet in de rij om te mogen adverteren op mijn blog, door omstandigheden (aka het leven) staat mijn bestseller nog niet op papier en de schrijfopdracht waar ik mee bezig ben is leuk en uitdagend, maar gaat niet heel lang in mijn levensonderhoud voorzien.

Toen kwam er een offer I couldn’t refuse (en dat is letterlijker dan je zou denken). Dus met frisse moed ben ik systemen, wachtwoorden, processen en vooral veel namen aan het leren. Heel veel namen. Dat is best vermoeiend. Wat ook vermoeiend is de drukte van de mensen om je heen als je lange tijd hebt mogen genieten van de rust op je zolderkamertje. Daar groei je ongemerkt in, in de rol van kluizenaar.

Wat ook een vreemde gewaarwording is, is dat je weer in een andere versnelling moet gaan leven. Ik weet dat ik veel meer gedaan krijg als ik het druk heb, dus daar kijk ik naar uit, maar voordat je op tempo bent, dat duurt even. Dat is als een zware fiets op gang krijgen; als je eenmaal op tempo bent dan gaat het wel, maar op tempo komen…

Even keuzes moeten maken dus. Ik heb mijn opleiding (de schrijversvakschool) een half jaartje op pauze gezet, dat kan gelukkig, en ik sla een cursus boetseren over. Heel erg jammer, maar het is even niet anders.

Ik heb gemerkt dat ik drie bordjes in de lucht kan houden; de drie belangrijkste dingen die je tijd in beslag nemen. Bij een Time Management cursus van de American Management Association in New York kregen we een beeldend voorbeeld: Een vaas. Keien. Kiezels. Zand. De vaas staat voor jouw tijd, de stenen en het zand voor je taken en bezigheden. De keien hebben de grootste prioriteit of die zijn het belangrijkst voor je. Het zand met minst belangrijk.

Als je het zand eerst (in de vaas) doet, dan de kiezels, dan de keien, dan gaat het niet passen. Maar draai je het om, maak je eerst ruimte en tijd voor de keien, dan lijkt de vaas misschien al vol, maar als je de kiezels erover strooit dan nemen ze de tussenruimte in beslag en hetzelfde geldt voor het zand.

Drie grote keien dus. Voor mij zijn dat de komende maanden: werk, schrijfopdracht (boek) en sporten (afvallen). Voor veel mensen zullen twee van de drie werk en gezin en/of relatie zijn. Hou je nog één wens over. En? Wat zijn de drie belangrijkste dingen die jouw tijd verdienen?

Bucket list

‘Wat staat er nog op je bucket list dan?’ Dat vraag ik wel vaker aan mensen, maar nu vroeg ik het aan iemand die heel veel wil, het altijd druk druk druk heeft, iemand die ook ontzettend veel doet. Ik word al moe als ik hoor waar hij allemaal mee bezig is. Hij is nog geen vijftig en ik heb het idee dat zijn leven nu al te kort is. Bewonderenswaardig? Of juist niet?

Zoals verwacht kwam er een hele lijst, voor die bucket list.

‘Hmm’ en ‘oh ja,’ zei ik op gezette tijden en knikte begrijpend.

Het is fijn om ambities en plannen te hebben, maar als je voortdurend het idee hebt dat je jezelf voorbij rent en nergens echt aan toekomt omdat je zoveel wilt, is het dan niet alleen maar frustrerend?

‘Wat staat er op jouw bucket list dan?’ vroeg hij na een tijdje aan mij.

Tja, daar vraag je zowat.

Een aantal jaar geleden heb ik prioriteiten gesteld en mijn bucket list drastisch ingekort tot een lijstje van drie (zie onderaan de pagina). Maar zoals ik in mijn boek ook al schreef; inmiddels heb ik die drie dingen volbracht en blijf ik achter met de vraag: ‘wat nu?’

Ik heb zoveel bijzondere dingen mogen doen en meemaken, en via mijn werk heb ik zo ontzettend veel van de wereld mogen zien. Wat wil ik nou eigenlijk nog? En moet ik iets willen?

Ik ben een tevreden en voldaan mens, dacht ik. Dat is toch goed? Of ben ik nou ontzettend saai? Dat laatste was mijn eerste ingeving. Terwijl de vraagsteller op een antwoord wachtte, raakte ik in lichte paniek en dacht: wat ben ik saai, wat passief, ik wil helemaal niets. Snel, verzin iets groots een meeslepends!

Uiteindelijk gaf ik hem een kus, kneep in z’n bil en zei: ‘Veel van dit.’

Het is wel een vraag die me al jaren, ergens onder het oppervlak, bezighoudt en waar ik geen antwoord op weet. Wat wil ik nou eigenlijk nog? Recentelijk denk ik daar direct achteraan; moet ik dan per se iets willen of is het niet gewoon heel fijn dat ik niet zo nodig iets moet? Ik meende het toen ik zei ‘veel van dit’. Het zijn de kleine dingen.

Zoals toen ik laatst een rondje wandelde en op de terugweg in het park op een bankje ging zitten, in de eerste echt warme zonnestralen van 2017. Ik sloot mijn ogen, luisterde naar de vogels en de wind door de struiken. Een hond blafte. Ik had geen afspraken die middag. Er zat niemand op me te wachten. Ik hoefde niets te doen wat niet tot morgen kon wachten. Mijn telefoon stond op ‘niet storen’. Een jaar eerder droomde ik er van dit te kunnen doen en niets te hoeven. Nu doe ik het en hoef ik inderdaad niets.

Meer van dit, dat wil ik graag. En wat prijs ik mijzelf gelukkig dat ik dat kan zeggen. Tuurlijk zijn dromen en ambities fijn, maar vergeten we niet te genieten van het hier en nu?

Een bucketlist is een lijst van alle doelen die je nog wilt behalen en alle dromen die je nog waar wilt maken voordat je dood gaat.

Voordat je dood gaat? Ineens staat de timer aan, zijn we bezig met een race tegen de klok. Weg met die vermoeiende bucket list. Ik zal er in ieder geval niemand meer naar vragen.

‘Waar geniet je het meeste van?’ laten we het daar eens over hebben.

 

Note: mijn bucket list was 1) een huis kopen en verbouwen naar eigen smaak, 2) in New York wonen en 3) een boek schrijven.

To-do-lijstje. Check!

De allerbeste wensen voor 2017! Ik wens je een goede gezondheid, veel liefde en een beetje geluk (teveel geluk is saai, iets bereiken door je eigen inzet geeft meer voldoening) .

Laat ik traditiegetrouw het jaar beginnen met een motiverend blogbericht. To-do-lijstjes deze keer. Doe je daaraan? Ik wel. Behoorlijk fanatiek om eerlijk te zijn. Heerlijk vind ik ze, heel stimulerend. Ta-da-lijstjes noemde iemand ze op twitter, voor als je iets kunt afstrepen. Ta-daaaa!

Voor mij is het to-do-lijstje hét medicijn tegen procrastinatie (zo’n prachtig woord, maar een klaaglijke ziekte) en ik ben er mee begonnen, met de lijstjes, na een tweedaagse cursus Time Management aan de AMA, American Management Association in New York, in de jaren dat ik in New York woonde. Ik heb een paar inzichten en gewoonten aan de cursus overgehouden waar ik nog steeds veel profijt van heb, waaronder dus de to-do-lijstjes. Ik maak ze heus niet elke dag, alleen als ik het druk heb of als ik mezelf aan de gang probeer te krijgen.

In het kader van het nieuwe jaar en eventuele goede voornemens van mensen, bij deze een paar persoonlijke tips voor efficiënte to-do-lijstjes:

  • Bepaal je prioriteiten. Je kunt niet alles tegelijk doen, wat is nu het belangrijkste? Wat kan later, wat kan een ander doen? Wat hoeft eigenlijk niet te gebeuren?
  • Overschat je tijd niet, wees realistisch. Zet er niet te veel dingen op, laat ruimte voor de onverwachte dingen die het leven nu eenmaal voor je in petto heeft en houd er rekening mee dat het project langer kan duren dan je denkt. Geef jezelf ook de ruimte voor ontspanning wanneer je je taken af hebt. Je hoeft alles niet nu meteen te doen, dit is een langeafstandloop. Kleine stapjes, rustig aan, dan kom je er vanzelf. Liever twee taken afronden en daar een tevreden gevoel aan overhouden, dan vijf taken beginnen, niet afronden en gefrustreerd raken. Als je keer op keer teveel van jezelf verlangt met te lange lijsten, krijg je telkens het gevoel dat je ‘faalt’ of tijd tekort komt en dat werkt absoluut averechts.
  • Breek grote projecten op in kleine stappen en die stappen zet je op je lijstje, niet het hele project. Als ik op mijn lijst zet: ‘werkkamer opknappen’ (wat ik dus van plan ben), dan komt er niets van terecht. Zet ik erop: ‘woensdag: werkkamer leegruimen.’ Dan lukt mij dat. ‘Donderdag: oude laminaat eruit slopen. Grof vuil bellen.’ Geen probleem. Kan ik. Check.
  • Maak je lijstje de avond ervoor. Ga er aan het eind van de (werk)dag even voor zitten en plan je volgende dag. Als je een baan of leven hebt waarin je moeilijk kunt plannen maar moet reageren op wat er binnen komt die dag, dan kun je daar rekening mee houden. Een kwestie van jezelf veel marge gunnen voor ‘onvoorziene omstandigheden’. Mijn lijstje voor de dag ligt te wachten op mijn bureau wanneer ik weer vol frisse moed aan een nieuwe dag begin.
  • Ik heb gemerkt dat to-do-lijstjes bij mij alleen werken als ik ze daadwerkelijk op papier zet. Digitaal werkt bij mij niet. Bij de AMA werd ook uitgelegd dat het daadwerkelijk doorstrepen van een taak (ta-da!) erg motiverend werkt en dat ervaar ik zelf ook zo.

Hoe kom ik hier nu zo op? In de afgelopen weken met het regelen van de uitvaart van mijn vader, het leegruimen van zijn kamer, de afwikkeling van zijn administratie en dergelijke, kwamen de lijstjes mij weer zeer goed van pas om het overzicht te bewaren.

Op mijn lijstje voor woensdag staat steevast: blog klaarzetten. Nou. Ta-daaa! Check.Kàto Vierbergen Ta-Da-lijst: voor alles wat je lekker afgestreept hebt!

Slurp je slank, drink je dunner

Vorige keer hebben we afgesloten, deze week beginnen we met een nieuw jaar.

Frisse moed, nieuwe kansen, schone lei.

Allemaal onzin natuurlijk, want waarom zou de ochtend van 1 januari anders zijn dan welke andere ochtend die je gegeven is? Maar het geeft niet: het werkt. Het placebo-effect. 1 januari is voor veel mensen een goede dag om ergens mee te beginnen of juist te stoppen en als dat voor mensen werkt, dan moeten we dat vooral zo laten.

Uiteraard, in de top drie van goede voornemens: tijd voor veel mensen om af te vallen. Ik ben in januari jarig en zo lang als ik me kan herinneren wordt taart op mijn verjaardag niet gewaardeerd! Als je nou in november jarig bent, dan is iedereen de zomer en de traumatische zwemkleding al weer vergeten, weet iedereen dat het in december toch hopeloos is, en wordt het buiten al weer flink koud, dus: ‘kom maar op met die zoetigheid en hartigheid. Volgend jaar gaan we weer aan de lijn.’ Niet op mijn verjaardag.

Over dat afvallen; ik heb al vaker wat afvaltips geplaatst, maar vandaag ga ik je één hele simpele tip geven, een doodeenvoudige regel. Als je je daaraan houdt dan ben je al een heel eind op weg. Dat klinkt als zo’n vervelende facebook reclame aan de rechterkant van je pagina, maar goed, ik meen het serieus:

Haal geen calorieën uit je drankjes.

Wat?

Zorg dat je geen calorieën drinkt.

Geen melk, geen fruitsapjes, geen frisdranken (ook zeker geen zogenaamde ‘zero’ varianten), geen alcohol, gewoon, géén vloeibare calorieën.

Ik houd mijn calorieën bij – zo ben ik onder andere de afgelopen 18 maanden 30 kilo kwijtgeraakt – en als je moet gaan beknibbelen op je calorieën, dan is het echt zonde deze te spenderen aan bijvoorbeeld frisdrank want het vult niet meer of minder dan een glas water of een beker thee. Je lichaam heeft meer aan een appel dan aan een cappuccino.

Drink voldoende, maar ook niet teveel! (maximaal drie liter per dag). Drink ongezoete (kruiden)thee, drink zwarte koffie (met mate) en drink vooral water. Gelukkig vind ik zelf water heerlijk en heb ik nooit veel met frisdrank gehad, maar als je er echt niets aan vindt, aan water of thee: het internet staat vol met leuke ideeën om je karaf een beetje ‘op te leuken’ met mint, met lavendel, met komkommer, met citroen, met aardbeien, en ga zo maar door. De mogelijkheden zijn eindeloos. Ik denk dat de gemiddelde Nederlander al snel 400 tot 500 calorieën per dag kan besparen door zich aan dit ene goede voornemen te houden.

400 tot 500 calorieën … Ik ontbijt voor minder!

Toch weer mooi meegenomen.

Strawberry-Lime-Cucumber-and-Mint-Water-54health
Bron:

https://54health.com/food-and-drinks/detox-water

Literaire Juweeltjes

In het begin van het jaar heb ik mezelf voorgenomen om 50 boeken te lezen in 2015 (Hebban is begonnen met de 2016 Reading Challenge, maar ik was ze mooi voor). Ik wilde voornamelijk Nederlandse schrijvers gaan lezen, want ik merkte dat ik de laatste jaren (onder andere vanwege mijn tijd in New York) vooral veel Engelstalige boeken heb gelezen, iets wat tijdens het redigeren van mijn eigen boek duidelijk naar voren kwam; mijn anglicismen.

Nederlandse schrijvers dus. Niet ‘Nederlandse boeken’, want ik lees liever in de taal van de schrijver en geen vertalingen. Ik ben namelijk erg geïnteresseerd in wat de schrijver gedaan heeft.

(Funny story: ik dacht dat Tatiana de Rosnay een Française was dus ik heb “Elle s’appelait Sarah” (“Haar naam was Sarah”) in het Frans doorgeworsteld om aan het eind in de flaptekst te lezen dat het uit het Engels vertaald was!)

Terug naar mijn missie van 50 boeken lezen in 2015: afgelopen januari heb ik dan ook voor mijn verjaardag boeken gevraagd, aan de hand van een lijst van bol.com. Geweldig! Stapels boeken, heerlijk! En heel handig zo’n verlanglijstje wat je kunt delen en wat mensen dan kunnen afstrepen.

Maar goed, van de zomer kwam ik er achter dat ik die 50 boeken ‘never nooit niet’ zou gaan halen. Genoeg boeken, maar te weinig tijd. Ik ben gaan smokkelen. Ik geef het direct toe. Maar smokkelen op een hele leuke, een leerzame manier, vind ik. Ik heb namelijk de Literaire Juweeltjes van B for Books van Bruna ontdekt. Het zijn hele kleine boekjes, van circa 60 pagina’s, en sinds 2006 komt er maandelijks een nieuw boekje op de markt. Eigenlijk zijn het korte verhalen. Soms zijn het meerdere korte verhalen of columns. Precies goed om in de trein van Dordrecht naar Amsterdam te lezen. De Literaire Juweeltjes zijn altijd van Nederlandse auteurs dus het is een hele leuke manier om verschillende schrijvers van eigen bodem te ‘proeven’.

Ze kosten 1,50 EUR in de winkel en zijn doorgaans alleen los te verkrijgen in de Bruna boekenwinkels. Sommige andere boekenwinkels kopen ze ook in, maar zij kunnen ze alleen per 10 stuks krijgen, en niet elke boekhandel heeft daar zin in natuurlijk.

Ik ben begonnen met grote partijen op te kopen via Marktplaats. Dan gaat het hard. Heerlijk zo’n verzameling. Verslavend om ‘m compleet te krijgen ook. Inmiddels heb ik ze allemaal op eentje na: Joris Luyendijk – Islam voor beginners (mei 2012). Mocht iemand van jullie ‘m hebben, ik houd me aanbevolen!

Literaire Juweeltjes

Oppeppers voor de afvallers

Het is vandaag 1 oktober; een mooie dag om jullie op de hoogte te brengen van wat er tot nu toe van mijn goede voornemens terecht gekomen is. Ik schreef begin juli, in de blog post “Mijn tweede boek, in grote ‘lijnen’”, dat ik vloekend en tierend in mijn badkamer stond. Ik schreef over gewicht en afvallen en boeken daarover kunnen schrijven enzo.

WeegschaalSinds ik 1 juli jl. de afval-draad weer heb opgepakt, zijn er weer 10 kilo af. Dat brengt het totaal naar 28 kilo sinds ik 16 maanden geleden de knop voorgoed heb omgezet, dus daar ben ik heel tevreden over. (Maar waarom begint het grote slinken altijd bij de cupmaat? Dat is dan weer zo jammer.)

De meest gestelde vraag: ‘Welk dieet volg je dan?’ of ‘Wat doe je dan?’ Dus laat ik het hier beantwoorden, wellicht heeft iemand er iets aan.

Ik volg geen speciaal dieet, laat ik dat voorop stellen. Er zijn drie ‘gouden regels’ die mij helpen met afvallen en ik gebruik het laatste punt om gemotiveerd te blijven;

  • Ik laat de alcohol (zo veel mogelijk) staan. Het zijn loze calorieën, maar vooral: je lever is het enige orgaan dat vet afbreekt en ook het enige orgaan dat alcohol afbreekt. Het is dus het één of het ander. Als je drinkt zit je jezelf dubbelop dwars. Laatst had ik trouwens een avondje ‘vrij’ (een bewuste keuze om te drinken die avond) en ik was al heel snel, heel erg dronken. Ik was het niet meer gewend en bovendien ben ik inmiddels een stuk lichter, dus ja, die kwam hard aan. Ik wist meteen weer wat de andere reden was om niet te drinken: de kater! Om maar niet te spreken van het feit dat ik Henk de hele avond John heb genoemd, vier keer heb gevraagd hoe Marianne ook al weer heet en de hele avond bij deez en geen om zijn of haar nek heb gehangen want ik word nog lichamelijker als ik dronken ben. Het was een glansrijke vertolking van ‘de dronken schrijfster’, al zeg ik het zelf. (Sorry, Henk!)
  • Eet wat je wilt, maar houd voor de grap eens de calorieën bij. Er bestaan voldoende gratis apps om dit te doen, zelf gebruik ik MyNetDiary Pro waar ik eenmalig een paar euro voor betaald heb. Als je je bewust wordt van de loze calorieën (brandstof maar geen voedingstof) die er ongemerkt ingaan, dan ga je vanzelf andere keuzes maken. 20 snoeptomaatjes of een klein stukje chocola… tja… als je echt trek hebt, dan weet je het wel. Ik kan je vertellen dat ik ontzettend veel groente eet. Weinig koolhydraten, weinig zuivel, weinig vlees. Ik mijd niets behalve geraffineerde suiker en al die bewerkte producten, maar die vind ik ook echt niet lekker meer. Ik eet veel eerlijke, pure producten. Had ik al gezegd veel groente?
  • Beweeg! Ja, duh! Maar echt he?! Richt je ook op het ontwikkelen van spieren want spieren verbranden meer energie, ook als je achter je bureau zit. Een stuk wandelen is prima, maar werk dus ook aan je spieren. Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn, kijk maar eens op youtube voor oefeningen die je gewoon thuis kunt doen zonder apparaten. Ik heb een tijd gewerkt met een personal trainer, maar ik begrijp heel goed dat niet iedereen die investering wil of kan maken.
  • Heel belangrijk: Straf jezelf niet om je zwakke momenten, maar beloon je overwinningen. Geef jezelf punten bijvoorbeeld. Hoe lastiger je iets vindt, hoe meer punten je er mee kunt verdienen. Dit heb ik uit Dromen, durven, doen van Ben Tiggelaar. Ik beloon mezelf bijvoorbeeld voor het traplopen op het werk (7de verdieping!) in plaats van de lift, ik beloon mezelf voor een dag niet drinken, voor het bijhouden van mijn calorieën, en ga zo maar door. Bedenk je eigen puntensysteem en bedenk je eigen beloningen voor het behalen van een bepaald aantal punten of mijlpalen. Maak het jezelf niet te moeilijk en niet te makkelijk, ik bedoel, de beloningen moeten uitdagend maar ook realistisch zijn.

In mijn vakantie heb ik Het antidieetboek gelezen en daar staat voor een groot deel in wat ik eigenlijk al had ontdekt en wat ik min of meer zelf ook in een boek zou willen zetten. Dus dat boek schrijven, dat ligt even op de plank. Ten eerste wil ik natuurlijk niet schrijven wat er al geschreven is, en ten tweede omdat ik er naast mijn baan en mijn studie (en het sporten!) even geen tijd voor heb. Maar hopelijk hebben jullie hier vast wat aan!

Terug naar school

Ik ga weer naar school en ik heb er ontzettend veel zin in! Ik hoor het mijn moeder nog tegen me zeggen, toen ik een tiener was: ‘Wacht maar, je gaat school nog missen als je werkt.’ Ze had gelijk natuurlijk.

Ik begin aanstaande zaterdag op de Schrijversvakschool in Amsterdam. Dan krijg ik elke zaterdag les, de hele dag, vier schooljaren lang als ik niet afval of afhaak.

‘Maar je hebt al een boek uitgegeven?!’ is doorgaans de verbaasde reactie van vrienden en bekenden. Ja, natuurlijk, maar dat wil toch niet zeggen dat er niets meer te leren valt?! Sterker nog, nu begrijp ik hoe veel ik nog te leren heb en hoe graag ik al die informatie wil absorberen. Jezelf blijven ontwikkelen kan nooit kwaad.

New York in 40 dates is een luchtig non-fictie boek en geen roman (ook geen reisgids, zoals sommige lezers hadden gehoopt), maar een literaire roman schrijven is wel iets wat op mijn vernieuwde bucketlist staat (nu mijn oorspronkelijke bucketlist is afgevinkt).

Ik verlang naar de uitdaging, en een uitdaging zal het zeker gaan worden: overdag werken, ’s avonds sporten en studeren, maar ik hunker oprecht naar het strenge regime dat ik mezelf heb opgelegd. Het plan is om drie keer in de week te gaan sporten (want afvallen is ook nog steeds een doel), en drie keer in de week schrijven (waaronder mijn huiswerk en dit blog).

Ondertussen heb ik als een enthousiaste puber schriften gekocht en deze opgeleukt met teksten en plaatjes. De schriften, pennen, thermosfles en een boekje voor in de trein liggen allemaal al klaar. Als ik mezelf niet zou zijn, zou ik het schattig vinden om te zien; veertig jaar en weer een schooltasje aan het inpakken. Wat een kinderlijke vreugde.

Ik ben van plan jullie mee te nemen door de opleiding, want ik vermoed dat ik mijn huiswerk zo nu en dan prima kan hergebruiken als blogpost, zoals ik vice versa een oudere blogpost nu al heb hergebruikt voor mijn eerste opdracht: Schrijf een column van exact 365 woorden. Niet meer, niet minder.

Nu is deze post (zonder de titel) toevallig ook exact 365 woorden (getallen niet meegerekend), maar dat is gewoon omdat ik een strebertje ben.

Mijn tweede boek, in grote ‘lijnen’

Ik vloek niet snel, maar twee weken geleden stond ik toch even flink te tieren. Ik stond op de weegschaal.

Aan het begin van dit blog schreef ik over goede voornemens, en doelen stellen en over hoe ik vorig jaar twintig kilo lichaamsgewicht was kwijtgeraakt. Dat zijn er uiteindelijk zesentwintig geworden, maar daarvan hebben er acht mij weer teruggevonden. Daarom liet ik mij even wat nare woorden ontglippen.

Ik neem alle verantwoording: elk pondje gaat door het mondje, maar verdorie, niet alles hoeft toch te blijven plakken? Kunnen we niet een dag in de week afspreken waarop mijn lichaam een oogje toeknijpt en zegt: “Oké, meissie, alles wat ik vandaag niet nodig heb, zal ik laten passeren. Oké? Moet je de andere zes dagen wel goed je best doen. Goed?”

(Overigens een hele schappelijke methode die veel mensen daadwerkelijk toepassen: 6 dagen goed opletten en 1 dag nergens op letten)

In de afgelopen weken, nu ik weer een beetje tijd heb om te denken na de lancering van mijn eerste boek, heb ik de volgende twee dingen besloten:

  • Ik ga weer vol frisse moed aan mijn gewicht en gezondheid werken. Er moet in ieder geval twintig kilo af. Het schijnt goed te zijn om je goede voornemens te delen met mensen, dus bij deze, jullie zijn mijn getuigen.
  • Mijn volgende boek wordt iets in de trant van ‘mijn leven in 40 diëten’ en dan gaan we het eens op een vermakelijke wijze hebben over al die verschillende diëten – die vaak vaak lijnrecht tegenover elkaar staan – en mijn (en jullie?) ervaringen.

Eerst dacht ik: wat weet ik nou over lijnen?! Kijk naar me, ik ben er duidelijk heel erg slecht in. Maar toen bedacht ik me: er zijn maar weinig mensen die zoveel ervaring hebben met afvallen als ik. Ik zit al vanaf mijn twaalfde op dieet. Dat overdrijf ik niet want op mijn twaalfde woog ik 120 kilo – en ook dat overdrijf ik niet – dus ja, ik ben niet alleen een zogenaamde dating-professional, ik ben ook een dieet-professional!

Tijd en de Oase

Ik zat afgelopen weekend in The Oasis Boutique Hotel in Zuid Afrika, ergens tussen Johannesburg en Pretoria. Het vliegticket Johannesburg – Amsterdam was 1000 euro duurder als ik op vrijdagavond zou vliegen in plaats van op zondagavond, dus bleef ik het weekend ‘verplicht’ in Zuid Afrika. Er zijn ergere plaatsen om het weekend door te brengen natuurlijk.

Ik zocht een hotel waar ik comfortabel het weekend door kon brengen, en met comfortabel bedoel ik: een hotel met goedwerkend internet en de mogelijkheid om drie maaltijden per dag te bestellen. Ik vond dit hotel en het was perfect.

Het is vrijdagavond. Het avondeten moeten we van tevoren bestellen en de kok roept ons wanneer het eten geserveerd wordt. Het diner – hier volgens de Engelse traditie supper genaamd – staat klaar in de dining room. De vier gasten van het hotel zijn aan één tafel geplaatst. Ik deel het hotel deze avond met een ouder stel uit Botswana, Jerry en Fran, en een hele lange Schotse man van begin vijftig die luistert naar de naam Martin.

Bron: www.oasis.sa.com
Bron: http://www.oasis.sa.com

We praten eerst over de stroomvoorziening in zuidelijk Afrika. Jerry en Fran vertellen ons dat er veel corruptie en mismanagement is bij de aanleg en het beheer van de energiecentrales. Hierdoor is de stroomvoorziening in Zuid Afrika en in Botswana (wat voor de helft afhankelijk is van de stroom die ze van Zuid Afrika koopt) een enorm probleem.

We komen op de vraag wat Martin voor de kost doet en waarom hij alleen in Zuid Afrika is.

‘Ik werk niet meer,’ zegt Martin. Er zit nog een vervolg aan deze zin, maar hij twijfelt. Hij kijkt ons een voor een aan.

‘Oké,’ zegt hij uiteindelijk, ‘ik zal het jullie vertellen. Ik ben terminaal.’

Wat nemen we alles toch gemakkelijk voor lief. Electriciteit, internet, onze gezondheid, ons lichaam en het leven dat ons gegeven is.

Martin vertelt dat hij multiple sclerosis (MS) heeft, in combinatie met nog een andere neurologische aandoening waar ik de naam van vergeten ben. Dubbelop dus. De volgende dag zullen zijn twee nichten in het hotel aankomen en zal hun avontuur door Zuid Afrika gaan beginnen, the trip of a lifetime, zoals Martin zegt. De vraag van de afgelopen weken was of hij het fysiek aan zou kunnen, maar het gaat goed met Martin hier in The Oasis, deze oase van rust en luxe.

Doctoren geven hem nog twee jaar, maar dat zegt maar weinig. Soms gaat het sneller en soms, bijvoorbeeld in het geval van Stephen Hawking die ALS heeft, overleeft de patiënt de gegeven termijn met vele jaren.

Jerry en Fran gaan na het dessert naar hun kamer. Martin en ik praten de rest van de avond over hoe hij heeft ontdekt dat hij MS heeft, hoe hij emotioneel door een diep dal is gegaan en heeft geprobeerd om een eind aan zijn leven te maken, hoe hij inmiddels gescheiden is en hoe hij plannen heeft gemaakt voor zijn verzorging en zijn uitvaart. Het is een intens maar heel mooi en openhartig gesprek.

‘Heb geen medelijden met me, Diana,’ zegt Martin als we afscheid nemen voor de nacht. Hij heeft ook absoluut geen zelfmedelijden. Hij lijkt te genieten van elke goede dag die hij heeft. Hoeveel waardering heeft de gemiddelde mens voor een goede dag?

Het is ook geen medelijden wat ik voel. Op een manier is het een prachtig geschenk wat Martin gekregen heeft: een deadline.

‘Had je hier gezeten als je dit nieuws niet had gekregen?’ vraag ik hem.

‘Nee,’ geeft hij toe.

Natuurlijk, ik vind het lijden, het ongemak, de pijn en de angst die Martin ongetwijfeld te wachten staat heel erg, dat raakt me, maar terminaal zijn we allemaal. Teveel vrienden zijn geplukt in de bloei van hun leven. Zonder enige waarschuwing. Martin heeft iets heel waardevols gekregen: tijd. Tijd om de dingen te doen die hij wil doen voor hij doodgaat, tijd om afscheid te nemen van vrienden en familie, tijd om afspraken te maken over het punt waarop hij zelf wil beslissen of hij blijft vechten of niet. Ik geloof dat Martin zijn tijd optimaal gaat gebruiken en ik ben blij voor hem.

Inmiddels ben ik weer terug in Nederland. Ik kom van de sportschool. Personal trainer Frank heeft er weer flink de zweep overheen gelegd en mijn spieren doen zeer. Een heerlijke pijn. Een dankbare pijn. Ik eet een appel en loop op mijn gemakje. De zon schijnt, de kleuren zijn helder vanavond. De mensen mooi. Hollands welvaren. God, wat hebben we toch allemaal een ongelooflijke potentie. Iedereen. Dat is het gevoel dat ik me herinner van New York bedenk ik me als ik loop: het gevoel van de endless possibilities die we hebben.

Live up to your potential, lieve lezer, je hebt nog tijd. Wacht niet tot je een deadline krijgt.

Bezint eer ge begint

Ik heb dit blog geen recht gedaan de laatste paar weken; de verschijningsdatum van mijn boek komt er aan, en zoals het spreekwoord luidt: de laatste loodjes wegen het zwaarst.

Ik klaag niet! I’m living my dream, maar laat me je in grove lijnen vertellen wat er bij komt kijken, bij zo’n boek, voor het geval je denkt: oh ja, een boek schrijven, dat wil ik ook!!

Bron: www.sun4ever.info
Bron: http://www.sun4ever.info

Het schrijven valt eigenlijk wel mee, maar je moet het wel doen. Ik was laatst op een open dag van de Schrijversvakschool en de directeur zei in zijn introductie: ‘De televisie kun je maar beter de deur uit doen.’ Ik heb al 15 jaar geen televisie meer en ik kom nóg tijd te kort. Het moet meer dan een hobby zijn, het moet een beetje een obsessie voor je zijn, een boek schrijven. Stel jezelf ten doel: 500 woorden per dag. Elke dag. Als je een dag overslaat, dan schrijf je er 1000 de volgende dag.

Het boek Stephen King on writing is een aanrader voor de aspirant auteur. Stephen King schrijft minimaal 2000 woorden per dag en komt zijn werkkamer niet uit voor ze op papier staan. 7 dagen in de week, ook op feestdagen.

Als zijn manuscript af is legt hij het minimaal twee maanden opzij. Na de twee maanden herleest hij het en maakt correcties. In zijn geval, met zoveel ervaring, is één zelfcorrectie-ronde genoeg. Oefening baart kunst.

Ik heb mijn manuscript (iets meer dan 70.000 woorden) in 5 maanden geschreven, ik heb het een aantal weken weggelegd en toen heb ik het vele malen herlezen, gecorrigeerd, uitgebreid, ingekort, enzovoort.

Stephen King laat het vervolgens aan zijn vrouw lezen en kijkt graag naar haar gezichtsuitdrukking terwijl ze dat doet. Ik heb mijn boek aan zes verschillende mensen laten lezen. Ik vond het een beetje raar om naar ze te gaan zitten kijken, dus ik heb ze gevraagd om alles wat in hen opkwam – zoals ‘dit moest ik drie keer lezen’, ‘dit vond ik grappig’, ‘hier verloor ik mijn aandacht’ – in de kantlijn te schrijven.

Met alle zes heb ik apart om de tafel gezeten en heb hen om feedback gevraagd. De opmerkingen en correcties heb ik doorgenomen en verwerkt in het script. Een aantal verhalen heb ik eruit gehaald (en dat zijn de Kill your darlings-verhalen op dit blog geworden).

De versie met 40 dates (maar nog steeds 70.000 woorden) is naar de uitgever gegaan. Een uitgever vinden die tijd en interesse heeft om je manuscript te lezen is ver-schri-kke-lijk moeilijk. Uitgevers krijgen soms wel 30 manuscripten per week binnen. Ik heb mazzel gehad, er was een uitgever die interesse had en het wilde lezen, maar voor de meeste debutanten is dit echt het moeilijkste gedeelte. Ze heeft het gelezen, we hebben het contract getekend en ik heb mijn manuscript ingeleverd. Heel even dacht ik dat daarmee het grootste gedeelte van mijn werk erop zat… niet dus.

Er is een redacteur door het script gelopen en heeft elk woord, elke komma, elke zin op een weegschaaltje gelegd. Ik kreeg een volgekrabbeld pak papier terug en mocht de correcties en suggesties gaan verwerken. Dit vond ik het zwaarste proces. Natuurlijk was ik dankbaar dat iemand de tijd en de moeite had genomen om mijn script te verbeteren, en natuurlijk kwam dit mijn boek ten goede, en ja, de correcties waren allemaal goed en nuttig… maar het was wel 280 pagina’s kritiek! Dat komt emotioneel best hard binnen. Na elke 10 pagina’s moest ik even wat anders gaan doen. Taalkundig heb ik er ontzettend veel van geleerd.

De gecorrigeerde versie heb ik vervolgens hardop voorgelezen aan mezelf. Ik heb het opgenomen en weer afgeluisterd. Daar kwamen nog veel correcties uit, zoals zinnen die niet lekker liepen. Ik kan elke schrijver aanraden zijn of haar werk een keer hardop voor te lezen.

Deze versie ging weer terug naar de uitgever. Nu dan klaar? Nee… hier kwam een zetproef uit (heel mooi om te zien) en daar gaat een persklaarmaker, de ‘komma-politie’, mee aan de slag. Ook daar kwamen weer heel veel correcties en suggesties uit. Fijn, want ondertussen werd het script alleen maar beter en strakker, maar jeetje joh, nog meer kritiek! Alle correcties weer doorgevoerd.

De tweede zetproef.

Samen met een vriendin die het nog niet eerder gelezen had nog een laatste keer goed doorgelezen  (32ste keer inmiddels?) en nog steeds kwamen we foutjes tegen. Ongelooflijk.

Maar nu… NU ligt het dan echt bij de drukker. Gelukkig, want 2 juni moet het in de boekhandel liggen. We hebben ongetwijfeld nog wat over het hoofd gezien, maar zoals je leest: we hebben ECHT ons best gedaan.

Ondertussen samen met de uitgever: auteur foto’s maken en kiezen. Cover ontwerpen. Catalogus tekst opstellen. Tekst voor de achterflap. Marketing plan. Persbericht. Boekpresentatie.

Dus ja, ik heb dit blog geen recht gedaan de laatste paar weken, maar hopelijk voor een goed doel! Ik ben zo benieuwd wat jullie van New York in 40 dates gaan vinden!