Nu ik niet meer reis voor mijn werk en mijn leven voornamelijk bestaat uit schrijven en sporten, gebeuren er veel minder gekke dingen waar ik dan weer smakelijk over kan bloggen. De leuke, spannende ontwikkelingen die wél plaatsvinden, daar kan ik niet over schrijven.
Dat mag je invullen zoals je wilt, maar ik bedoel onder andere schrijfopdrachten, boetseeropdrachten, iets met televisie (wat nu weer even van de baan is) en theaterspelen. Om maar wat zaken te noemen.
Gelukkig heb ik een paar lieve vriendinnen die soms voor een beetje spanning zorgen waar ik wel gewoon over kan en mag schrijven.
K., M. en ik kennen elkaar al sinds ons vijftiende / zestiende levensjaar, vanuit het jeugdtheater. K. kwam er een jaar later bij en was (en is) een paar jaar jonger. Daar verbazen M. en ik ons ruim 25 jaar later nog steeds over. ‘Ben je pas 39?’ roepen we dan ongelovig. De tweeëneenhalf /drie jaar leeftijdsverschil wil er maar niet in bij ons.
Twee jaar geleden hebben we een traditie geïntroduceerd; elkaar verrassen met een uitje. Nachtje Amsterdam hebben we gehad, karten, laser gamen en afgelopen zondag was K. aan de beurt om ons te vermaken. M. en ik wisten alleen: 10:30 uur verzamelen, 17:00 uur zijn we terug, gemakkelijke kleding zonder capuchon, platte schoenen met veters.
Na koffie en chocoladetaart bij mij, stapten we in de auto en lieten ons naar het zuiden rijden. Naar Roosendaal zo bleek. En ja hoor, whoohooo, K. parkeerde de auto voor: Indoor Skydive Roosendaal (of hier hun facebook pagina).
In één woord: Wáánzinnig. Altijd al een keer willen doen en nu wil ik weer. Heel verslavend.
‘Jullie hebben er zin in,’ zei de jongen die ons een blauwe overall aanreikte. Overall, oordopjes, haarnetje, helm, bril. Check! We hadden nog wat tijd, dus gingen kijken bij de windtunnel en bestudeerden wat we wel en niet moesten doen.
Wat de gebaren van de instructeur betekenden kregen we te horen tijdens de instructievideo en daar maakten we ook kennis met Lars die ons groepje zou gaan begeleiden. Wij drieën, en nog vier anderen. Om de beurt mochten we een minuut de tunnel in met Lars, de volgorde stond op een scherm. Alles werd gefilmd en konden we later terugzien. K. had voor ons allemaal 3 minuten gekocht, drie losse minuten zijn dat dan, en ter plekke hebben we er nog twee minuten bijgekocht.
Je laat je in de tunnel vallen, Lars vangt je op en houdt je stevig vast tot je stabiel bent. Hij stuurt aan, geef aanwijzingen, laat je in principe los, maar soms grijpt hij je bij je nekvel om je mee de hoogte in te nemen. Of hij pakt je bij je polsen en danst met je in het rond, op en neer op een luchtstroom van zo’n 220 km per uur. Heel intiem en romantisch eigenlijk, vonden M. en ik achteraf, en we vonden ook iets over het indringend oogcontact, de licht obscene gebaren, en de ongekende hoogtepunten, enzo.
Onze K. was minder onder de indruk van de jonge Adonis, maar begreep wel dat wij twee veertigplussers zeer gecharmeerd waren van deze atletische jongeman die ons opving en zo elegant met ons op een orkaan zweefde. ‘Ik snap het wel,’ zei K. droogjes toen we weer terugreden, ‘je bent heel puur en kwetsbaar op zo’n moment.’ Ja, dat klonk al veel minder romantisch. De liefde voor Lars was al snel weer over, maar de liefde voor indoor skydiven daarentegen niet. Pril en vurig.
Nu, ‘the morning after’, moet ik echter gaan nadenken over mijn verrassing voor de dames en het zal niet eenvoudig zijn deze klapper te overtreffen.
Suggesties zijn welkom.
Een gedachte over “Fly me to the moon, Lars”