Mede door een gebrek aan tijd deze maand, publiceer ik vandaag het resultaat van een opdracht die wij voor schrijftraining (docent Jan van Aken) aan de Schrijversvakschool Amsterdam moesten inleveren. De opdracht luidde : Schijf de eerste bladzijde van een historische roman van 650 pagina’s.
Ik loop al heel lang met dit idee voor een roman rond, maar dit verhaal zou veel onderzoek vergen en ik ben geen onderzoeksjournalist. Mocht iemand wel erg geïnteresseerd zijn in het doen van onderzoek; neem contact met me op, ik deel het idee graag met je.
De eerste bladzijde:
Toen Liú Yena op 2 oktober 1982, het jaar van de Hond, in de Jiangxi provincie van China voor het eerst haar longen volzoog, stond al vast dat ze een Heihaizi, een ongeregistreerde baby zou worden. Haar twee jaar oudere broer, Xiang, stond immers al geregistreerd als het kind van de family Liú en haar ouders konden en wilden de exorbitante boete voor een tweede kind niet opbrengen, zeker niet voor een meisje.
Door niet te tekenen voor haar leven, tekenden haar ouders in feite haar doodvonnis. Yena zou moeten leven als een geest, zonder identiteit, zonder kans op onderwijs, medische zorg of een baan. Haar bestaan zou slechts kunnen leiden tot een paar mogelijkheden, waarvan voor een meisje de prostitutie het meest voor de hand liggende was.
Yena betekende begeerte.
Moeder Nuwa verborg haar bescheiden buik onder vele lagen kleding als ze op het veld werkte of voor hun eenvoudige huisje manden vlocht.
Vader Xiaobo, sprong één keer in de week op de fiets om in het dorp voorraden te halen. Hij had de gewoonte te neuriën zodra hij fietste. Het een was onlosmakelijk met het ander verbonden.
Van alle grootouders leefde alleen de moeder van Xiaobo nog. Zij trok bij het gezin in en hielp Nuwa met de geboorte terwijl Xiaobo zenuwachtig om het huis heen liep, met de huilende Xiang op zijn arm.
Later zou Oma Liú op de kleine Yena passen, terwijl Nuwa zich weer bij Xiaobo vervoegde op de rijstvelden, met de kleine Xiang op haar rug gebonden.
Toen Yena vijf jaar oud was, had ze het daglicht alleen maar op de kleine binnenplaats van het huis gezien. In het schemerdonker was ze nooit verder gekomen dan de overkant van de oranje zandweg. Soms, als de zon achter de horizon verdwenen was, mocht ze naar buiten. Dan rende ze naar de overkant en stond doodstil naar de horizon te turen tot het te donker werd om het land van de hemel te onderscheiden. Ze luisterde naar de krekels.
Met weinig anders te doen, vertelde Oma Liú Yena verhalen, leerde haar lezen, schrijven en rekenen. Oma vertelde haar over de geschiedenis van China, over politiek, over geneeskrachtige kruiden. Haar oma was een wijze vrouw, die haar oor overal te luister had gelegd en alles gelezen had wat ze in haar handen kreeg. In de lange dagen die ze samen doorbrachten, deelde ze al haar kennis met de kleine Yena
Wat een begin van een roman, ik wil de rest lezen!
LikeGeliked door 1 persoon